Senaat sceptisch over bestuurlijke boetes in de zorgsector



In haar plenaire vergadering van 26 mei debatteerde de Eerste Kamer over de invoering van een systeem voor het opleggen van bestuurlijke boetes aan instellingen in de sector van de volksgezondheid (31.122). Tijdens het debat met minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werd duidelijk dat de senaat hiermee niet zonder slag of stoot mee instemt. Ook plaatsen meerdere fracties vraagtekens bij het voornemen van de minister om de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) de bevoegdheid te geven om in het kader van het toezicht zonder toestemming van de patiënt het patiëntendossier in te zien. De minister zal deze en enkele andere punten op verzoek van de Eerste Kamer per brief alsnog toelichten. Als deze brief de Kamer op tijd heeft bereikt kan in de vergadering van 9 juni worden gestemd over het wetsvoorstel.

Voor de VVD-fractie was een hoofdpunt in het debat de vraag of na het opleggen van een bestuurlijke boete door de IGZ aan een zorginstelling die in de fout is gegaan ook het OM nog een strafrechtelijke vervolging kan instellen. 

Senator Swenker zei dat de VVD-fractie sterk hecht aan het beginsel dat voor hetzelfde feit men niet tweemaal gestraft mag worden (ne bis in idem). Minister Klink van VWS zegde toe in een brief nog eens nauwkeurig uiteen te zetten hoe de procedure in elkaar zit.

Op verzoek van de fracties van PvdA en SP gaat de minister schriftelijk vastleggen hoe het handhavingskader van de IGZ gelezen moet worden. Deze fracties waren beducht dat bestuurlijke boetes in het hele traject van bewaking van veiligheid en kwaliteit in zorginstellingen door de Inspectie ingezet konden worden, maar volgens de ministers blijven strafrechtelijke en tuchtrechtelijke sanctie voorbehouden voor de zwaardere vergrijpen en zullen bestuurlijke boetes tegen lichtere vergrijpen worden ingezet. Dan gaat het vooral om randvoorwaarden als het op tijd melden van calamiteiten of het uitbrengen van een jaarverslag of andere administratieve verplichtingen.

Senator Slagter-Roukema van de SP-fractie sprak mede namens de fractie van GroenLinks haar beduchtheid uit voor de rol van de IGZ als 'boeteschrijver'. Zij vindt het zeer positief dat de IGZ moderniseert en evolueert, maar betwijfelt of dit ook moet inhouden dat handhaving en sanctionering bij de Inspectie in één hand moeten komen. Zij noemde het een boude veronderstelling van de minister dat het kunnen opleggen van bestuurlijke boetes de slagvaardigheid en geloofwaardigheid van de IGZ vergroten en daarmee de kans op naleving.  "Wij vragen ons af of het imago van de IGZ schade kan oplopen omdat het als gezaghebbend en deskundig orgaan straks ook optreedt als uitdeler van sancties", aldus de SP-senator.

Minister Klink wees erop dat het de bedoeling is de IGZ zijn gezaghebbende positie 'in het veld' blijft behouden. De richtlijnen waaraan men zich heeft te houden zouden ook samen met de artsen ontwikkeld moeten worden.

Senator Putters (PvdA) hield de minister een observatie voor van de Raad van State dat 'in de dagelijkse toezichtpraktijk de deskundige inbreng van inspecteurs veel belangrijker is dan het gebruik van sanctiebevoegdheden'. De minister zei bestuurlijke boeten ingezet kunnen worden om lichte vergrijpen te corrigeren. Als dat zou moeten via de weg van de strafrechtelijke sanctie zou dit vaak drie jaar duren en kan er geen sprake meer zijn van 'lik op stuk'. Putters maakte net als zijn collega van de SP bezwaar tegen het laten vervallen van het toestemmingsvereiste voor het inzien van medische dossiers. Naar zijn mening kan het alleen in situaties waarin zwaarwegende belangen in het geding zijn. Het moet volgens de PvdA zuidelijk zijn dat goed toezicht en handhaving niet op een minderingrijpende manier bereikt kunnen worden.

Ook over de anonimisering hadden de Kamerleden Putters en Slagter vragen. Anonimisering van patiëntgegevens zou voor teveel administratieve last voor de zorginstellingen met zich brengen en zou ook niet nodig zijn voor de grootschalige en thematische onderzoeken die de IGZ op touw zet. Op dit punt zal de minister ook het handhavingskader van de IGZ nader preciseren, zo beloofde hij de Kamer.

Senator Leunissen (CDA) kreeg de toezegging dat de minister aan de hoofdinspecteur zal vragen niet op stel en sprong alle zorginstellingen om nadere inlichtingen te vragen over o.a. protocollen als er ergens in het land eens een incident zich voordoet.  Ook ging de minister in op vragen van de CDA-senator over de afstemming van horizontaal en verticaal toezicht. De minister wees op het bestaan van een regieraad die met deze afstemming is belast.

De CDA-fractie is blij dat kwaliteit en veiligheid in de gezondheidszorg op de politieke agenda staan. De keerzijde is dat in de media elke medische fout breed wordt uitgemeten en de indruk ontstaat dat de gezondheidszorg in Nederland er slecht voor staat. "Maar wij staan in de top-5 van de wereld", zei senator Leunissen.

Namens de fracties van SGP en ChristenUnie sneed senator Van den Berg ook de rol van de media aan bij de beeldvorming over de gezondheidszorg. Ontstaat door invoering van bestuurlijke boetes geen negatief effect zoals vermijdingsgedrag, een afwerende houding onder artsen en verpleegkundigen?, vroeg senator Van den Berg. Veiligheid en kwaliteit in de zorg zijn voor SGP en CU heel belangrijk, maar zij hebben twijfels of de invoering van de bestuurlijke boete hier een positieve bijdrage aan zal leveren.


Deel dit item: