Eerste Kamer vraagt toezicht op hoogte collegegeld bij tweede studie



De Eerste Kamer wil van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verduidelijking op een reeks punten van het wetsvoorstel Versterking besturing bij instellingen voor hoger onderwijs, collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (31.821). Op verzoek van Kamerlid Schuurman (CU), die hierbij de steun kreeg van CDA-senator Leunissen, beloofde minister Plasterk tijdens de plenaire behandeling van zijn voorstel op 26 januari alsnog schriftelijk toelichting te geven op afspraken die zijn gemaakt tussen de samenwerkende universiteiten (VNSU) en scholen voor hoger beroepsonderwijs (HBO-raad) over onder meer de hoogte van het collegegeld bij het volgen van een tweede studie. In een gesloten convenant tussen de universiteiten en de hbo-instellingen is bepaald dat in de komende drie jaar niet meer dan het huidige wettelijke collegegeld wordt gevraagd.

In principe mogen instellingen voor hoger onderwijs onder de herziene wet voortaan zelf de hoogte van het gevraagde collegegeld vaststellen, waarbij bedragen tot 24.000 euro per jaar denkbaar zijn. De minister zegde toe dat hij van jaar tot jaar zal monitoren hoe de hoogte van het collegegeld voor tweede studies zich zal ontwikkelen. De fractie van het CDA drong er bij de minister op aan dat hij in de komende drie jaar een algemene maatregel van bestuur achter de hand houdt om af te dwingen dat er geen hogere bedragen dan het nu geldende wettelijke collegegeld voor tweede studies worden berekend. In de gevraagde brief zal de minister ook op dit punt een en ander verduidelijken. Als de gevraagde uitleg is gegeven en voldoet, stemt de Eerste Kamer dinsdag 2 februari over het wetsvoorstel.


Deel dit item: