Eerste Kamer stemt in met invoeren bestuurlijke boetes in de gezondheidszorg



De Eerste Kamer heeft dinsdag 13 april ingestemd met invoering van bestuurlijke boetes in de gezondheidszorg. Dit gebeurde nadat het wetsvoorstel Uitbreiding bestuurlijke handhaving volksgezondheidswetgeving (31.122) door de Kamer in vierde termijn werd besproken. Het voorstel kwam in mei 2009 voor het eerst in de Eerste Kamer aan de orde. ‘Deze vierde termijn is een hoge uitzondering’, zei senaatsvoorzitter Van der Linden, nadat hij minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had verwelkomd.

De woordvoerders van de fracties van VVD, SP en PvdA die in februari van dit jaar tijdens de derde termijn van het debat nog grote bezwaren hadden tegen het wetsvoorstel, concludeerden dat de gedachtewisseling met de minister inmiddels voldoende verduidelijking heeft opgeleverd en tot toezeggingen heeft geleid. Daarmee is het wetsvoorstel ook voor deze fracties aanvaardbaar geworden.

VVD-woordvoerder Swenker wees erop dat nu helder is geworden wanneer de inspectie voor de gezondheidszorg ingrijpt, in welke gevallen een bestuurlijke boete wordt opgelegd en in welke situaties het Openbaar Ministerie overgaat tot strafvervolging. Tweemaal straffen voor eenzelfde vergrijp zal volgens de VVD-senator mede door vasthoudendheid van de Eerste Kamer niet meer mogelijk zijn.

Senator Slagter-Roukema (SP) ziet als winst van het langgerekte debat dat overtredingen van de regels in de gezondheidszorg zoveel mogelijk bestuurlijk worden afgedaan en dat het strafrecht slechts met grote terughoudendheid toegepast zal worden. ‘Strafrecht komt pas in beeld in die gevallen waarin een opzettelijke of roekeloze gedraging een direct gevaar voor de volksgezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft’, zo stelt Slagter-Roukema. Zij herinnerde de Kamer aan de toezegging van minister Klink dat de IGZ een afgeleide, maar toch waterdichte geheimhoudingsplicht heeft, en ook een beroep kan doen op het verschoningsrecht.

PvdA-woordvoerder Putters verklaarde dat zijn fractie kritisch blijft over de mogelijkheden van grootschalige onderzoeken door de Inspectie met gebruik van niet geanonimiseerde gegevens van patiënten. Putters vertrouwt er echter op dat derden geen inzage kunnen krijgen in de gegevens die de Inspectie verzameld ter verbetering van de kwaliteit van de zorg.


Deel dit item: