Voorzitter Eerste Kamer weerspreekt onjuiste berichtgeving



De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, René van der Linden, weerspreekt de herhaalde onjuiste en tendentieuze berichtgeving in sommige media dat de Eerste Kamer de behandeling van een wetsvoorstel zou traineren dat zou beogen het aantal nevenfuncties van senatoren te beperken. Alle fractievoorzitters in de Eerste Kamer wijzen de onjuistheden in de berichtgeving af.

Er is bij de Eerste Kamer geen wetsvoorstel aanhangig dat betrekking heeft op 'bijbanen' van leden van de Eerste Kamer. Wel is een wetsvoorstel aanhangig dat bij vennootschappen, naast het systeem van een directie en een afzonderlijke toezichthoudende Raad van Commissarissen, de mogelijkheid opent van één ongedeeld bestuur, waarvan enkele leden uitvoerende taken vervullen en anderen controlerende. Op dit wetsvoorstel (31.763) is vanuit de Tweede Kamer een amendement ingediend ter beperking van dergelijke functies in één persoon tot vijf. Het betreft dan grote vennootschappen en grote stichtingen. Het voorstel, noch het amendement heeft specifiek betrekking op nevenfuncties van senatoren.

Afgezien hiervan is er geen sprake van dat de Eerste Kamer de behandeling van dit wetsvoorstel vertraagt. Nadat het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer aanhangig is gemaakt, heeft de vaste commissie voor Justitie hierover op 12 maart 2010 voorlopig verslag (EK 31.763, B) uitgebracht. De commissie is sindsdien in afwachting van de memorie van antwoord van de kant van de regering. De regering is hierover geregeld op ambtelijk niveau, en daarnaast ook schriftelijk door de commissie zelf, gerappelleerd. De Eerste Kamer volgt bij de behandeling van dit voorstel haar gebruikelijke procedure voor zorgvuldige wetgeving.

Overigens moet worden opgemerkt dat het lidmaatschap van de Eerste Kamer een parttime functie is. Veel leden hebben een hoofdfunctie en/of andere functies in de samenleving naast hun parttime functie als Lid van de Eerste Kamer.


Deel dit item: