Plenair Koffeman bij behandeling Wijzigingen fosfaatrechtenstelsel



Verslag van de vergadering van 22 februari 2022 (2021/2022 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Vandaag spreken we over een tamelijk ingewikkeld stelsel van fosfaatrechten, over het kopen en verkopen, over het leasen en verleasen. Dit beleid kent alleen maar verliezers, maar dan met een z. het leven van de boer wordt steeds gecompliceerder, net als dat van zijn dieren.

In het verleden lieten we koeien grazen in grazige weiden, waar ook weidevogels zich zeer thuis voelden, en kon de boer een goede boterham verdienen, een periode waar het agrarisch gezinsbedrijf goede herinneringen aan heeft. Geen cowmunities met honderden dieren die jaarrond op stal staan en op die manier grazen in voormalig regenwoud, geen oerwoud van steeds weer veranderende regelgeving.

Al in 1988, ik zei het zojuist al, gaf de VVD de agrarische sector twee jaar de tijd — ik herhaal: twee jaar de tijd — om zélf te zorgen voor terugdringing van de uitstoot van ammoniak uit dierlijke mest. Mochten technische maatregelen toch onvoldoende blijken, dan zou krimp van de veestapel bespreekbaar zijn voor de VVD. Sindsdien heeft de VVD het daar nóóit meer over gehad. Er kwam niets van, en dat terwijl de melkveehouderij oorzaak is van tal van problemen in ons land, zoals stikstof, fijnstof, broeikasgassen, fosfaatproblemen, natuurproblemen, mestproblemen en problemen voor het oppervlaktewater. Allemaal problemen die verkleind zouden kunnen worden met een verkleining van het aantal dieren in ons meest veedichte land ter wereld, maar die keer op keer tegemoet getreden worden met symptoombestrijding. Luchtwassers, emissiearme stalvloeren — ook wel tovervloeren genoemd — en een eiwitarm voerspoor dat de emissies zou moeten beperken.

Koeien moeten steeds meer melk leveren en raken letterlijk steeds sneller opgebrand. Koeien zouden makkelijk twintig jaar oud kunnen worden, maar gaan na vier jaar naar de slacht, nadat ze viermaal kunstmatig drachtig zijn gemaakt en hun kalfje direct na de geboorte kwijtraken omdat hun melk een ándere bestemming moet krijgen. Hún moedermelk wordt verkocht voor drie dubbeltjes per liter. En intussen stapelen de problemen zich op en raken duurzame oplossingen steeds verder uit beeld.

Mag ik u meenemen naar de voorspelde problemen die voortvloeien uit het aangepaste voerspoor? Siert-Jan Boersema, dierenarts bij Dierenkliniek De Rijp, geeft aan dat de koeien als gevolg van de symptoombestrijding lijden aan fosfortekorten, tobben met hun gezondheid, met kreupelheid en melkziekte, soms met dramatische gevolgen, zoals afvoer of sterfte. Een combinatie van centraal vastgestelde bemestingsnormen, droge zomers en een beperkt fosforgehalte in ruwvoer en krachtvoer, met fosfortekorten voor de dieren tot gevolg. Deskundigen spreken van een neerwaartse spiraal als gevolg van overheidsmaatregelen.

Folkert Postma, dierenarts bij Dierenkliniek Wolvega, zag in twee jaar 30 koeien afgevoerd worden in zijn praktijk met botbreuken en peesbeschadigingen als gevolg van een te hoge melkproductie en het daarmee gepaard gaande verlies van fosfor en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen. Gecompliceerde regelgeving heeft méér oog voor Europese regelgeving, derogatie en het terugdringen van normoverschrijdende, grensoverschrijdende bedrijfsvoering, maar doet boeren en dieren ernstig tekort.

Ik spreek met enige regelmaat met melkveehouders en hoor daar keer op keer dat ze radeloos worden van steeds hogere investeringen die uit de regelgeving voortvloeien. Het aantal melkveehouders dat kiest voor verkoop van het bedrijf en daaropvolgende emigratie stijgt explosief. Volgens recente gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek zal het aantal melkveehouders in de komende tien jaar met 30% dalen, overigens zonder dat het aantal dieren daarmee substantieel zal afnemen. Dat maakt het zo wrang dat de aangepaste systematiek die we vandaag bespreken niet gericht is op verbetering van de situatie maar op business as usual, zelfs als we weten dat we geen tijd hebben om echte maatregelen uit te stellen en zelfs als we weten dat procrastinatie op het gebied van echte maatregelen een kostbare vergissing zal zijn. De reconstructie van Martin Kuiper en Rik Rutten in de NRC van gisteren was een veelzeggend inkijkje in hoe de nieuwe bestuurscultuur inwerkt op de stikstofaanpak of, liever gezegd, daaromheen werkt. Iedereen wist dat de stikstofaanpak in het coalitieakkoord bij lange na niet toereikend zou zijn om noodzakelijke doelstellingen te bereiken. Het voert voor dit debat te ver om dat uitvoerig te bespreken, maar de bottomline is: we doen niet wat nodig is. We schuiven met doelstellingen, maatregelen en budgetten omdat het onmogelijk lijkt om met de coalitiepartners, met tegengestelde belangen en opvattingen, tot een vergelijk te komen, en we laten de problemen zoals ze zijn. Vanmorgen stond in de Volkskrant nog een grote bevestiging van hetzelfde verhaal. Business as usual, het spreekwoordelijke herschikken van de stoelen op het dek van de Titanic. Het lost niks op, maar het houdt je van de straat. Dat roept vragen op waarover we het tijdens dit debat moeten hebben en die idealiter eindelijk tot klaarheid gebracht zouden moeten worden.

Voorzitter, terug naar de fosfaatrechten en de handel daarin. De eerste vraag die gesteld zou moeten worden, is of het verstandig is om een zo complex en moeilijk handhaafbaar systeem op te tuigen in een sector die onder grote druk staat en — mede daardoor? — zeer fraudegevoelig is. De identificatie- en registratiefraude uit 2018 ligt nog vers in het geheugen en hing nauw samen met het fosfaatreductiestelsel. Er werden 140 processen-verbaal opgemaakt door een zeer onderbezette en overbelaste NVWA. In het voorliggende wetsvoorstel, dat overigens tot stand kwam na een vernietigende uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, is andermaal sprake van een vrijwel onontwarbare puzzel van vleeskoeien, melkkoeien, zoogkoeien en koeien die bedoeld zijn om kalfjes te krijgen, kortom, met alle risico op verwarring en mogelijke fraude. Tijdelijke fosfaatleasecontracten die al dan niet mogen worden afgeroomd bieden de schijn van exactheid, maar bieden geen enkele oplossingen voor de problemen van de natuur die samenhangen met de fosfaatrechten, met de problemen met het oppervlaktewater, met de uitstoot van stikstof en broeikasgassen. De minister heeft ons in de schriftelijke vragenronde laten weten dat de regeling geen enkel effect zal hebben op het aantal dieren, geen enkel effect op de kwaliteit van de natuur en geen effect op de grote uitdagingen waar juist dit kabinet op dit moment voor staat en waarvan we mogen verwachten dat ze eindelijk opgelost zullen worden en niet langer doorgeschoven.

Wat betreft het artikel in NRC van gisteren over de wankelmoedige omgang met het stikstofprobleem: kan de minister aangeven waarom in het kader van deze wet niets gedaan is om de reikwijdte ook van invloed te laten zijn op het aantal dieren dat gehouden wordt en op de staat van de instandhouding van de natuur rondom de betrokken bedrijven? Kan de minister aangeven hoe een gebrekkige handhavingscapaciteit klaarheid kan brengen in een complex en fraudegevoelig systeem van verrekeningen? De Programmatische Aanpak Stikstof ligt nog vers in het geheugen. Toen mijn collega Esther Ouwehand in de Tweede Kamer tijdens het debat opmerkte dat de PAS nooit stand zou kunnen houden bij de rechter, zei een van de architecten van de PAS, Ger Koopmans van het CDA, en ik citeer: nou, dan hebben onze ondernemers er toch maar mooi een aantal jaren van geprofiteerd. Dat is exact het kortetermijndenken dat ons in de huidige problemen heeft gebracht. Door het kortstondige genoegen van ondernemers die er toch maar mooi een paar jaar van geprofiteerd hebben, ligt nu de bouw stil en zijn er tal van problemen die makkelijk voorkomen hadden kunnen worden.

Voorzitter. Hoe ziet de minister het feit dat boeren nu weer diep in de fosfaatboekhouding moeten duiken en zodra ze net aan die systematiek gewend zullen zijn, te horen gaan krijgen dat er andere opgaves te vervullen zijn op het gebied van stikstof, fijnstof, uitkoop, broeikasgassen, falende technische maatregelen, derogatie die onder druk staat, natuurdoelstellingen en verkleining van het aantal dieren? Dat staat boeren allemaal te wachten. Als we nu onze kop in het zand steken, doen we die boeren dus ernstig tekort.

Voorzitter. Ik noem ook de dierenwelzijnsproblemen en een eindelijk gehandhaafd verbod op het naar het slachthuis transporteren van hoogdrachtige dieren, wat nog steeds gebeurt. Kortom, waarom worden de problemen niet integraal aangepakt, maar alleen in termen van salamipolitiek ten koste van boeren en dieren? Kan de minister hier en nu een tipje van de sluier oplichten — daar hebben we geen beleidsdebat voor nodig; ik ben het zeer met collega Kluit eens dat we het probleem integraal zullen moeten benaderen — in welke richting het kabinet eindelijk de stikstofproblemen wil gaan oplossen, hoe het kabinet de natuurdoelstellingen wil gaan halen, hoe het kabinet het aantal dieren in de Nederlandse veehouderij wil gaan verminderen, en aan welk aantal we als einddoel mogen denken? Dat moet toch bespreekbaar zijn. Hoe wil het kabinet nieuw perspectief bieden aan agrarische gezinsbedrijven, waarvan er nu zes tot zeven per dag stoppen door gebrek aan perspectief? Hoe wil het kabinet de lasten van stikstof, broeikasgassen, fijnstof en natuuropgaven verdelen over de verschillende sectoren, niet alleen de landbouw, maar ook de andere sectoren? Maak daar keuzes in en maak duidelijk hoe die keuzes zullen luiden. Op dit moment denken de luchtvaartindustrie en de agrarische sector dat ze de dans zullen ontspringen, maar op enig moment zal iemand in moeten binden.

Hoe gaat het kabinet kringlooplandbouw realiseren, terwijl er nog steeds grote hoeveelheden krachtvoer worden geïmporteerd uit voormalig regenwoud? Gaan we die import van soja stoppen? Gaan we daar heffingen opleggen? Kan het kabinet daar helderheid over geven? Je kunt wel kringlooplandbouw nastreven, maar hoe ga je dat praktisch gestalte geven?

Is het kabinet van mening dat Nederland de slager en de melkboer van de wereld kan blijven, terwijl we zien dat het productiesysteem vastloopt, omdat we zwaar belast worden met milieu- en natuurproblemen die in combinatie met de huidige bedrijfsvoering onhoudbaar blijken? Kan de minister aangeven op welke wijze hij sanering van het aantal dieren in de veehouderij wil laten samenvallen met het verkleinen van pandemische risico's die virologen als Thijs Kuiken en Marion Koopmans zien in samenhang met de veehouderij en met name met de veedichtheid? Welk percentage van de productie van dierlijke producten zou wat de minister betreft voor binnenlands gebruik moeten zijn en welk percentage voor export? We hoeven geen cijfers tot achter de komma te horen, maar een streefpercentage zou toch heel welkom zijn in het kader van "regeren is vooruitzien"?

De meest prangende vraag van vandaag is wat mij betreft de vraag wanneer het kabinet komt met een integrale aanpak waar boeren en burgers van in beweging komen. Dan heb ik het over een beweging die de goede kant uitgaat voor wat betreft de verkiezingsbeloftes en beleidsdoelstellingen. Wanneer kunnen boeren daar eindelijk zekerheid aan ontlenen? Wanneer gaat het kabinet openlijk kritiek geven in Brussel op het feit dat er in de veehouderij wordt gestuurd op remmen en gasgeven tegelijk? Ik noem de Green Deal die veelbelovend is op het gebied van de eiwittransitie, maar die tegelijkertijd keihard wordt afgeremd met subsidies voor de promotie van vlees en zuivel. Voor burgers zijn dat onbegrijpelijke contradicties. Het kabinet heeft ook aangegeven daar niet veel in te zien, maar wat gaat het kabinet actief doen in Brussel om daar een eind aan te maken?

Voorzitter. We mogen de fosfaatboekhouding niet de bliksemafleider laten zijn van echt beleid dat ziet op het behalen van echte afrekenbare doelen die niet leiden tot stilstand in de doelen die we onszelf en elkaar gesteld hebben, maar tot het direct behalen van doelen na een periode van eindeloos uitstel. Geen toekomstmuziek waar we ooit nog wel eens over zullen spreken, maar realistische doelen die we nu ter hand kunnen nemen.

Voorzitter. Ik zie uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is nu het woord aan de heer Janssen namens de SP.