Verslag van de vergadering van 24 mei 2022 (2021/2022 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.44 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister ook danken voor zijn open houding en zijn welwillendheid om te komen tot versnelling van de groene transitie. Ik heb ook begrip voor het feit dat hij daarbij niet altijd een makkelijke rol heeft; eerst hier in Den Haag en vervolgens in Brussel. We zien ook dat dat problemen met zich meebrengt. We hopen heel erg dat de minister in die missie zal slagen. Het punt is natuurlijk dat we op dit moment niet hier zijn om het optreden van de minister maar het voorstel van zijn voorgangers te beoordelen. Daar moeten we nog even een nadere weging van maken.
Ik had nog een paar vragen gesteld. Ik zou de minister willen vragen om daarop in te gaan. We hebben het al even gehad over groene stroom. De Partij voor de Dieren is bang dat een groot deel daarvan bruine stroom blijkt te zijn. De vraag is of dat toch geclassificeerd kan worden, zodat je echt duidelijkheid krijgt. Er zijn heel veel huishoudens die op dit moment groene stroom denken te gebruiken, maar die met bruine stroom te maken hebben en dat eigenlijk niet willen. Kan de minister dat helderder maken?
Ik heb ook gevraagd hoe de verklaring van de EU om aardgas en kernenergie groene energiebronnen te noemen, gaat uitwerken in dat GvO-systeem. Is het nu zo dat we het risico lopen dat kernenergie hier komt met een GvO-certificaat? En op welke manier? De bedoeling van de EU-richtlijn is dat het aandeel duurzame energie toeneemt en het aandeel fossiele energie afneemt. Je wilt dat er in je eigen land meer hernieuwbare energie geproduceerd wordt en dat niet alleen het administratieve systeem geruststellende gedachten uitstraalt, wat niet leidt tot voldoende hernieuwde energie in eigen land.
Collega Atsma droeg het punt van de complexiteit aan. Uit die complexiteit vloeit natuurlijk ook meteen fraudegevoeligheid van GvO's voort. Dit soort systemen moet waterdicht zijn. Zijn ze dat en kan de minister dat garanderen?
Wat ons betreft zijn dit de vragen die op dit moment spelen. Kan de minister alleen nog even duiden of die GvO's het risico in zich dragen dat er een soort perverse prikkel in zit? Je hoopt dat we meer hernieuwbare energie gaan produceren, terwijl het omgekeerde misschien het geval zal zijn.
Tot zover mijn vragen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan de heer Vendrik namens GroenLinks en de Partij van de Arbeid.