Verslag van de vergadering van 30 mei 2023 (2022/2023 nr. 34)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.32 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister bedanken voor de beantwoording van onze vragen. Naast het optimisme dat de minister uit, zit daar toch ook een zeker fatalisme in, in de zin van "gedane zaken nemen geen keer, dus laten we niet meer omkijken naar de schulden die veroorzaakt zijn". Nou ja, daar moeten we het maar mee doen. Dat is niet de conclusie die deze Kamer eerder getrokken heeft. Daarom wil ik graag de volgende motie indienen.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman, Van Apeldoorn en Baay-Timmerman wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Eerste Kamer bij de motie met letter P (36200) heeft verzocht om de "pechgeneratie"-studenten die tussen 2015 en 2023 studeerde ruimhartig te compenseren voor de door hen betaalde of te betalen rentelasten die hen op achterstand zet ten opzichte van de generaties voor en na hen;
overwegende dat de rijksoverheid verzuimd heeft studenten bij het aangaan van hun studielening van een financiële prospectus te voorzien met voorlichting over renterisico's, risicoprofielen, gevolgen voor het aangaan van hypothecaire verplichtingen et cetera;
overwegende dat de rijksoverheid daarmee een grote extra verantwoordelijkheid heeft voor de problemen waarin veel van deze studenten verkeren als gevolg van de stijgende rente, hoge energieprijzen en extra woonlasten die kunnen samenhangen met het niet kunnen verkrijgen van een hypotheek;
overwegende dat het kabinet in de brief van 6 december 2022 heeft aangegeven de motie niet te kunnen uitvoeren bij "gebrek aan dekking";
verzoekt de regering zodanige dekking te voorzien in de begroting voor 2024,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter F (36229).
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. We hebben het gehad over de invoering van de basisbeurs en de tijdelijke verhoging die daarmee samenhangt. Het is moeilijk verklaarbaar dat in een tijd van stijgende prijzen — denk aan de energieprijzen en de prijzen voor wonen — de tijdelijke verhoging van de basisbeurs maar tijdelijk is. Daarom wil ik de volgende motie indienen.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman, Van Apeldoorn en Baay-Timmerman wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het eerste jaar van de invoering van de basisbeurs sprake is van een tijdelijke verhoging van €164,30 per maand;
constaterende dat na jaren van prijsstijgingen en inflatie de kosten voor levensonderhoud fors zijn gestegen en naar verwachting niet snel zullen dalen;
verzoekt de regering de tijdelijke verhoging van de basisbeurs structureel te maken, en de Kamer over de uitwerking daarvan te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter G (36229).
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. Dan wil ik graag de minister nog even wijzen op een belofte die hij niet ingelost heeft. Dat wil ik doen via de volgende motie.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman en Van Apeldoorn wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de korting op het collegegeld in het eerste jaar wordt afgeschaft per september 2024;
overwegende dat de minister heeft toegezegd de daardoor vrijkomende middelen voor 100% aan studenten te besteden;
overwegende dat het kabinet die belofte schendt door een deel van de vrijkomende middelen in te zetten voor verkleining van het begrotingstekort;
verzoekt de regering de toezegging van de minister alsnog gestand te doen en de vrijkomende middelen zoals beloofd volledig ten goede te laten komen aan studenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter H (36229).
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. We hebben het nog even gehad over studenten met een functiebeperking of chronische ziekte, de studievertraging en de regeling daarvoor. Ze hebben een jaar langer recht op een beurs. De minister gaf aan dat er hier en daar, nu en dan, best maatwerkoplossingen zijn. Maar die lijken niet erg gecoördineerd. Die regeling van dat ene jaar ziet er nogal rigide uit. Daarom de volgende motie.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman en Van Apeldoorn wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat studenten met een chronische ziekte of functiebeperking bij studievertraging een jaar langer recht hebben op een beurs;
constaterende dat studenten met een chronische ziekte of functiebeperking vaak niet de mogelijkheid hebben van een bijbaan en vaak hogere kosten van levensonderhoud hebben;
verzoekt de regering te komen met een maatwerkoplossing zodat studenten met een chronische ziekte of functiebeperking langer dan een jaar uitloop van hun studie kunnen hebben met behoud van studiefinanciering,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter I (36229).
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. Ik heb een aantal wensen in moties vastgelegd. Dat neemt niet weg dat we blij zijn met de nieuwe wet, in de zin dat we afstand kunnen nemen van wat ooit het "sociaal leenstel" werd genoemd, maar wat toch niet zo heel erg sociaal bleek. We zijn dus blij met de wet. Ik zal mijn fractie adviseren om voor te stemmen. Ik hoop heel erg dat de minister de wensen die in de Kamer leven, over zal nemen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is als laatste aan het woord de heer Schalk namens de fractie van de SGP.