Verslag van de vergadering van 5 december 2023 (2023/2024 nr. 10)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.08 uur
De heer Talsma i (ChristenUnie):
Voorzitter, hartelijk dank. Dank aan de minister voor de beantwoording in eerste termijn. Ik moet het maar eerlijk bekennen: de minister heeft mij wel geraakt op een kwetsbaar punt door aan het begin van zijn termijn een cadeau in het vooruitzicht te stellen, en dat op sinterklaasavond, en dan ook nog eens heel enthousiast over een beleidsdebat te beginnen. Ik moet u dus eerlijk zeggen dat ik aan het begin van de termijn van de minister volledig gefocust was op dat cadeau en op het idee van een beleidsdebat. Ik zat me ook al een beetje voor te bereiden. Het zou dus zo kunnen zijn dat ik daardoor het antwoord op een van mijn vragen heb gemist. Daarom heb ik die maar gereserveerd voor de tweede termijn. Inmiddels heb ik dat cadeau opgehaald, dus ik ben nu volledig scherp op het antwoord van de minister.
Het gaat over artikel 6, lid 4, dat een motiveringsplicht geeft aan gemeenten als het gaat om schaarste en leefbaarheid, zoals het in het wetsvoorstel staat. Ik heb daar even het verband gelegd met het lid dat daarop volgt, althans verderop. Dat is het eerste lid waarin de Gedeputeerde Staten van de provincies een adviesfunctie krijgen. Ik zou graag van de minister horen hoe het nou zit met die adviesfunctie. Ik vermoed dat ik dat in eerste termijn toch echt niet gehoord heb. Is dat ook een kritische toets op die motiveringsplicht of adviseren Gedeputeerde Staten alleen, zoals het in de wet staat, over de gevolgen voor de regionale woningmarkt, de woningbouwopgave en de toepassing van artikel 14? Mijn fractie is wel erg nieuwsgierig wat daarin nu eigenlijk de rol is van Gedeputeerde Staten, temeer als het gaat over de rechtsbescherming voor mensen die misschien wel de positieve maar ook soms de negatieve gevolgen van zo'n verordening gaan ervaren. Daar heb ik het in eerste termijn ook over gehad. Ik kijk met belangstelling naar het antwoord uit. Voor het overige is mijn fractie nog steeds positief over dit wetsvoorstel.
Dank u zeer.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Talsma. Dan is het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.