Verslag van de vergadering van 19 maart 2024 (2023/2024 nr. 24)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.24 uur
Mevrouw Veldhoen i (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Dank allereerst aan de minister voor de beantwoording van alle vragen. Zij had tweeënhalf uur achter elkaar het woord; ik heb er respect voor. Allereerst heb ik een opmerking over het onderscheid tussen opzet en bewuste schuld. De minister stelde voor om dit onderscheid en hoe dit in de praktijk uitwerkt mee te nemen in de evaluatie. Mijn fractie vat dat op als een toezegging en ziet dat graag gebeuren, dus dank daarvoor.
Dat neemt niet weg dat voor ons het onderscheid tussen voorwaardelijke opzet en bewuste schuld flinterdun blijft, terwijl in de strafmaat het verschil vijf jaar is. Hoe de rechter de mentale houding van een verdachte moet beoordelen, blijft gewoon lastig. We horen graag van de minister hoe dat in eerdere jurisprudentie is ingevuld — de minister had dat nog toegezegd voor de tweede termijn — en of de rechter hiermee ook in deze context uit de voeten kan.
Ik heb de minister een aantal keren horen zeggen dat met deze wet het bewijs makkelijker wordt. Onze fracties menen dat dat geen juiste voorstelling van zaken is. Het bewijs van schuldverkrachting zal net zo lastig blijven, want ook daar staat het woord van de één tegenover het woord van de ander. Wat wel zo is, is dat als opzetverkrachting niet bewezen kan worden, je in het vangnet terechtkomt van schuldverkrachting. Dan hoeft bij gebrek aan bewijs van dwang niet tot een vrijspraak gekomen te worden. Maar dat is een andere strafrechtelijke kwalificatie en dat zegt eigenlijk niks over het bewijs. Het bewijs blijft ook bij schuldverkrachting gewoon heel lastig te leveren.
Dan de term "weldenkend mens". Ik ben blij dat bevestigd is dat bij de vervolgingsbeslissing of bij de straftoemeting rekening gehouden kan worden met de leeftijd en de eventuele verstandelijke beperking van de verdachte. Bij de beoordeling van hoe de signalering rondom het al dan niet ontbreken van de wil is gelezen, kan de rechter de term "weldenkend mens" met meer vrijheid invullen. Ook daar kan rekening worden gehouden met de jonge leeftijd en de eventuele verstandelijke beperking. Dat geeft de rechter wat ons betreft de nodige beoordelingsruimte.
De minister gaf ruiterlijk toe dat de formulering bij kinderpornografie ongelukkig is uitgevallen. Daar zijn we het over eens. Dat wordt zodanig gerepareerd, dat dit voor de strafwaardigheid van kinderpornografie geen verschil maakt. Dat is denk ik een heel belangrijke verheldering voor de rechtspraktijk in de komende maanden.
Wij zijn ook blij om te horen dat seksuele intimidatie wordt toegevoegd aan de Halt-feiten en wordt meegenomen in de pilots die in de verschillende gemeenten gaan lopen. In die pilots wordt ook gekeken hoe boa's worden ingezet bij dit type delict. Ik vroeg mij af of de minister kan toezeggen dat de uitkomsten van die pilots ook met deze Kamer worden gedeeld. Wij zijn heel benieuwd naar die uitkomsten.
Onze fracties zijn nog niet gerustgesteld over het wegwerken van achterstanden en het opschalen van de capaciteit. Daar zijn we gewoon heel eerlijk in. De minister zegt ook zelf dat je niet zomaar een blik agenten kunt opentrekken. Ik ga even een klein stukje terug in de tijd: het is daarom ook zo onverstandig geweest om in het verleden zo fors te bezuinigen op politie, OM en rechtspraak. Door het af- en opfinancieren hebben we gewoon een heel groot capaciteitsprobleem gecreëerd, waar we nu nog de wrange vruchten van plukken. Ik hoop dan ook — vanaf deze plek ga ik toch die oproep doen — dat als er in de toekomst bezuinigd moet worden, we zo verstandig zijn om dat niet te doen bij de instituties van de rechtsstaat. Je loopt dan namelijk altijd achter de feiten aan: tegen de tijd dat je hebt bezuinigd, heb je weer tekorten en moet je weer gaan opschalen. Zo moet je heel veel investeringen doen om alles weer op peil te krijgen. Dan loop je de hele tijd achter de feiten aan. Mijn oproep is dus: ga niet bezuinigen op instituties van de rechtsstaat, want die moeten een constante financiering hebben om te voorkomen dat we in dit soort situaties terechtkomen.
Ik ga een heel klein beetje over mijn tijd heen, maar ik ben bijna klaar.
Tot slot. Preventie en voorlichting. De minister heeft uiteengezet wat er staat te gebeuren en dat er morgen al een aanvang wordt gemaakt. Dat is heel goed om te horen. Het is ook goed om te horen dat er aandacht wordt besteed aan verwachtingsmanagement. Maar onze fracties zijn er niet gerust op. Ik sluit me wat dat betreft aan bij Edith Schippers. Mijn vraag aan de minister is of de manier waarop en de mate waarin deze voorlichting zal worden uitgerold onderdeel kan zijn van de evaluatie die zal plaatsvinden over deze wet. Kan de minister dit toezeggen? Want, zoals ik al in de eerste termijn namens onze fracties heb gezegd, is het van belang dat we deze cultuuromslag met elkaar bewerkstelligen. Dat zal een resultaat zijn van een samenspel tussen wetgeving en voorlichting. Daarom zien onze fracties dit samenspel graag in onderlinge samenhang geëvalueerd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Veldhoen. Dan is het woord aan mevrouw Bezaan namens de PVV.