Plenair Koffeman bij behandeling Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2024



Verslag van de vergadering van 2 april 2024 (2023/2024 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.54 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De taak van de Eerste Kamer ligt volgens minister Donker Curtius niet in het stichten van het goede, maar in het voorkomen van het kwade. Dat is het favoriete citaat van Tiny Kox, van wie we onlangs voortijdig afscheid hebben moeten nemen. Het is van bijzondere toepassing op de behandeling van de begroting die vandaag voorligt. Die begroting laat zich wat mijn fractie betreft samenvatten met de uitdrukking "too little too late".

Infrastructuur en waterkwaliteit staan ernstig onder druk door één gemeenschappelijke oorzaak: de lobbykracht van big agro die een slagvaardig stikstofbeleid ernstig traineert of zelfs onmogelijk maakt, en noodzakelijke verbeteringen voorkomt of zelfs terugdraait. Volgens een publicatie van Follow the Money is een select gezelschap van parlementsleden uitgenodigd om morgen een bezoek te brengen aan de luchtvaartsector, in een lobbypoging om aan de formerende partijen duidelijk te maken wat de luchtvaartsector van ze verlangt. Drie belangrijke onderwerpen: Lelystad Airport moet alsnog open, er mag geen belasting komen voor transferpassagiers op Schiphol en er moet een nieuwe aanvliegroute komen voor Schiphol.

Mijn eerste vragen aan de minister zijn als volgt. Is hij op de hoogte van een dergelijke bijeenkomst? Is hij op de hoogte van het selecte uitnodigingsbeleid voor slechts parlementariërs van een beperkt aantal partijen voor deze bijeenkomst? Kan hij vertellen waarom deze lobbybijeenkomst plaatsvindt zo kort na de uitspraak van de rechter, die oordeelde dat de belangen van omwonenden structureel zijn geofferd aan die van Schiphol, de KLM en andere luchtvaartbedrijven? Kan de minister ook aangeven of hij dat rechterlijk oordeel over de belangen van omwonenden erkent en deelt, evenals het oordeel dat de werkomstandigheden op de luchthaven beneden de maat zijn en dat de steun aan Air France-KLM op onrechtmatige basis heeft plaatsgevonden? Klopt het dat het morgen georganiseerde evenement plaatsvindt in The Hague Conference Centre en dat er de belofte is dat er geen pers aanwezig zal zijn en dat de uitnodiging is gedaan door de voormalige staatssecretaris van Cultuur en Media, die nu CEO is van vliegvakantieverkoper Corendon? Graag een helder antwoord van de minister.

Ik hoor ook graag of hij het gepast vindt dat er lobbyactiviteiten plaatsvinden door voormalig leden van het demissionaire kabinet met het oog op een nieuw te formeren kabinet over onderwerpen die maatschappelijk als zeer controversieel gezien worden en die ook door de rechter als zodanig zijn aangemerkt, temeer daar recent onderzoek aantoont, vandaag in Trouw, dat het belang van de luchtvaart in het algemeen en Schiphol in het bijzonder ernstig overdreven lijkt te worden. Onderzoek van luchtvaartexperts Eric Pels en Paul Peeters leert dat Schiphol vooral zo groot is vanwege haar positie als prijsvechter. Schiphol levert weinig voordeel voor onze economie op, als in ogenschouw wordt genomen dat een zeer groot gedeelte van het aantal reizigers dat Schiphol aandoet de luchthaven alleen maar gebruikt als overstaphub in de richting van andere bestemmingen. Overstappende passagiers bestellen hooguit een kop koffie of een maaltijd en vertrekken dan weer. Ze leveren Nederland niks op, maar brengen wel grote maatschappelijke kosten met zich mee. De stelling van beide onderzoekers is dat Schiphol met 30% minder passagiers meer zou kunnen opleveren voor ons land dan de huidige "Holland Hub" van de overstapeconomie van Schiphol. Kan de minister reflecteren op dat gegeven en op de grote maatschappelijke kosten die de luchtvaart met zich meebrengt, inclusief de hinder voor het milieu en omwonenden? Ik overweeg een motie op dat punt.

Voorzitter. De externaliteiten, de maatschappelijke kosten van onze economische activiteiten, zijn zeer onderbelicht als thema in het beleid dat we vandaag bespreken. We spreken over de afname van het zuurstofgehalte in het Grevelingenmeer, maar constateren ook dat voor het project Getij Grevelingen meer geld nodig is dan op de begroting beschikbaar is. We kunnen niet op die manier blijven postzegelen met budgetten en de kwaliteit van onze leefomgeving. De waterkwaliteit in Nederland is de slechtste van alle EU-lidstaten. Maar 1% van ons water verdient het predicaat "goed", volgens onderzoek van de universiteit van Wageningen. De kans is daarom klein dat we tijdig kunnen voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water.

De conclusie van Wageningen is: we zullen in dit waterland zowel boeren, burgers als industrie minder vrijblijvend tegemoet moeten treden. Graag een reflectie op deze conclusie van de wetenschap, ook in relatie tot het kabinetsbeleid met betrekking tot stikstofproblemen, mestoverschotten, het uitlogen van pesticiden en de uitstoot van grote vervuilers als Schiphol, de luchtvaart, Tata Steel en de intensieve veehouderij, die tal van andere maatschappelijke sectoren op slot zet.

Voorzitter. In dat kader ook graag aandacht voor de personeelsbezetting voor toezicht en handhaving van bijvoorbeeld de Inspectie Leefomgeving en Transport. In de schriftelijke voorbereiding van dit debat geeft het kabinet aan dat de uitbreiding van taken en de beperkte bezetting aanleiding geven tot scherpe keuzes en prioritering van toezicht en handhaving. Geeft het kabinet daarmee in andere woorden toe dat er op dit gebied een gebrek is aan toezicht en handhaving? Ik citeer: "In sommige gevallen kiest ILT ervoor om risicogestuurd taken niet of in mindere mate uit te voeren, om ruimte te maken voor inzet op ander vlak. Dit betekent dat bepaalde inspecties niet, minder of later uitgevoerd worden." Kan de minister reflecteren op de vraag welke risico's dat met zich meebrengt in termen van toezicht en handhaving, en hoe dat te rijmen valt met het "law and order"-beleid dat de afgelopen jaren gepredikt is? Graag een reactie.

Ik vraag dit ook in het kader van de toenemende aandacht voor zeer zorgwekkende stoffen en de onduidelijkheid over bijvoorbeeld pfas in de leefomgeving. Mensen in de omgeving van pfas-uitstoters wordt bijvoorbeeld geadviseerd om geen groenten uit eigen moestuin meer te eten of eieren van hun eigen hobbykippen te consumeren. Hoeveel prioriteit geeft het kabinet aan bijvoorbeeld de uitstoot van pfas op en rond Schiphol en de vervuiling van binnenwateren rond bijvoorbeeld Chemours? Graag een reactie.

Het kabinet geeft aan dat er in het kader van het Besluit kwaliteit leefomgeving voor het bevoegd gezag mogelijkheden zijn om vergunningvoorschriften te wijzigen als emissiegrenswaarden niet meer toereikend zijn. Kunnen de bewindslieden, of kan de minister, aangeven hoe vaak en waar dat dan ook echt gebeurt in situaties waarin die emissiegrenswaarden ruim overschreden worden? Graag een reactie.

Het kabinet spreekt over de Actieagenda industrie en omwonenden en het Impulsprogramma chemische stoffen om overlast in te dammen, maar de resultaten daarvan lijken nog weinig zichtbaar. Welke concrete resultaten zijn er op dit punt recent geboekt of zijn op korte termijn te verwachten, op een wijze die ook voor omwonenden duidelijk verlichting geeft voor hun vaak jarenlange klachten en de strijd die zij daarover voeren? Graag een reactie.

Het kabinet geeft aan dat er veel verschillende methodes zijn voor het bepalen van maatschappelijke kosten of overheidskosten die voortvloeien uit de vergunde uitstoot van schadelijke stoffen, zoals hogere kosten van drinkwater, extra milieumaatregelen en stagnatie van werkzaamheden door bijvoorbeeld te hoge stikstofuitstoot elders. Er bestaat op dit moment echter geen totaaloverzicht van alle in Nederland vergunde uitstoot van schadelijke stoffen. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft in 2018, zes jaar geleden, becijferd dat de milieuschade die Nederland oploopt door de uitstoot van schadelijke stoffen voor bodem, water en lucht, jaarlijks 31 miljard euro zou bedragen. Dat was toen. Daarbij kan het gaan om onder andere de productie van drinkwater. Dit welvaartsverlies werd toen door het PBL becijferd op 4,5% van het bruto binnenlands product. Om even de gedachten te bepalen: dat is meer dan twee keer zo veel als de hele bijdrage van de primaire sector aan het bruto binnenlands product. Waarom meten we wel jaarlijks het bruto binnenlands product, maar hebben we zo'n gebrekkig en inmiddels gedateerd beeld van de maatschappelijke kosten die de verwerving daarvan met zich meebrengt? Is het kabinet bereid het eerder uitgevoerde onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving te actualiseren, of zelfs een permanent karakter te geven? Graag een reactie. Ik overweeg een motie op dit punt.

Dezelfde vraag doet zich voor op het gebied van de overheidskosten of maatschappelijke kosten van CO2-reductie, stikstof en de daarmee samenhangende beleidskeuzes. Waarom ligt de nadruk zozeer op de kosten van dat beleid en niet op de baten daarvan? Is er inzicht in die baten? En als dat niet het geval is, ziet het kabinet dan een noodzaak om ook die baten in brede zin in beeld te brengen, in termen van stikstofreductie, verbetering van de luchtkwaliteit, minder geluidsoverlast, gezondheidswinst, verbetering van de natuur en innovatieve kansen voor het bedrijfsleven? Graag een reactie daarop.

Voorzitter. Ten slotte nog een vraag die collega Thijssen ook al aanstipte: over het pfas-vrij maken van pesticiden. Is het waar dat gewassen die behandeld zijn met pfas-bevattende gewasbeschermingsmiddelen residuen blijven bevatten van pfas op het moment dat consumenten die producten tot zich nemen? Is het kabinet om die reden bereid om te komen met een spoedig totaalverbod op het gebruik van pfas in gewasbeschermingsmiddelen?

Voorzitter, tot zover mijn bijdrage. Ik zie uit naar de reactie van de minister.

Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.