Rappelabele toezeggingen Defensie (Vooruitblik juli 2015 tot januari 2016)



Dit is het rappel vanaf 02-07-15 tot 02-01-16.

 




Toezegging Verdeling kosten Very High Readiness Joint Task Force (33.694) (T02115)

De Minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Kappen (VVD), toe om de Eerste Kamer te informeren indien er naar aanleiding van het testbed voor de ontwikkeling van de NAVO Very High Readiness Joint Task Force conclusies worden getrokken ten aanzien van de verdeling van de kosten voor deze flitsmacht.


Kerngegevens

Nummer T02115
Status voldaan
Datum toezegging 24 maart 2015
Deadline 1 januari 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden generaal-majoor der Mariniers (b.d.) F.E. van Kappen (VVD)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Kostenverdeling
NAVO
NAVO-flitsmacht
Very High Readiness Joint Task Force
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 25, item 8, blz. 15

Minister Hennis-Plasschaert:

In Wales is verder het Readiness Action Plan besproken en aangenomen. Dit plan omvat maatregelen die de bondgenoten in staat moeten stellen om heel snel, flexibel en slagvaardig te reageren op dreigingen aan de randen van Europa. De heer Van Kappen ging daar in zijn bijdrage uitgebreid op in. Hij sprak over de NATO Response Force en de Very High Readiness Joint Task Force, ofwel, populair gezegd: de flitsmacht. Deze wordt er in feite uitgehaald om binnen zeven dagen gereed te zijn voor inzet, en sommige eenheden ervan zelfs binnen 48 uur. Met die flitsmacht kan dus heel snel gereageerd worden, maar ook daarvoor geldt dat het niet bepaald gratis is. Die grotere paraatheid leidt tot hogere kosten. Ook daarvoor moet de krijgsmacht in Nederland verder versterkt worden.

Wij zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van dit NAVO-concept. Wij doen dat samen met Duitsland en Noorwegen. Dat wordt zeer gewaardeerd binnen de NAVO, want iemand zal dat testbed moeten vormen. Aan de hand daarvan zullen er conclusies kunnen worden getrokken over de exacte inrichting ervan en de verdeling van de kosten. Een veelgehoorde term binnen de NAVO is: costs lie where they fall, maar in dit geval geldt ook wel echt twenty-eight for twenty-eight. Het kan niet zo zijn dat de hele financiële burden op de schouders van slechts een aantal lidstaten terecht komt. Ook daarover moeten we nog met elkaar in gesprek, maar ik zeg toe dat ik de Eerste Kamer daar net als de Tweede Kamer graag van op de hoogte houd, als we naar aanleiding van het testbed tot conclusies zijn gekomen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Ontwikkelingen stealthtechnologie en sensoren (33.694) (T02116)

De Minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren.


Kerngegevens

Nummer T02116
Status voldaan
Datum toezegging 24 maart 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden prof. mr. H. Franken (CDA)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen F-35
Joint Strike Fighter
sensoren
Stealthtechnologie
voortgangsrapportage
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 25, item 8, blz. 20

De heer Franken (CDA):

Echt ten slotte — in mijn eerste termijn heb ik een heleboel tijd overgelaten, voorzitter — kom ik terug op de cybersecurity en de drones die ik even heb genoemd. De minister heeft een duidelijke uitleg gegeven over de UAV's. Ik heb gewezen op de Chief of Naval Operations, admiraal Greenert, die het programma voor F-35's heeft bijgesteld omdat hij zegt dat die stealthtechnologie achter raakt op sensortechnologie. Zou de minister ons een brief kunnen sturen om nu eens uit te leggen hoe dat precies zit en hoe de ontwikkeling van de sensortechnologie gaat? Die stealthtechnologie is altijd beperkt. Hoe koel je een motor ook maakt, het toestel is altijd te ontdekken.

Handelingen I 2014-2015, nr. 25, item 8, blz. 28

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. De stealthtechnologie maakt vliegtuigen inderdaad niet volledig onzichtbaar. Dat is ook nooit aan de orde geweest tijdens het F-35-debat. Wel maakt deze technologie het lastiger om vliegtuigen op te pikken. Dat is een beetje de kern van de stealthtechnologie. Ik denk dat het goed is dat de ontwikkeling van sensoren een enorme vlucht aan het nemen is. Dat zal alleen nog verder toenemen. De uitspraken waarnaar de heer Franken verwijst, als ik die nog helder op het netvlies heb, hebben een relatie met de geschetste mogelijke gevolgen voor de zogenoemde zesdegeneratiejachtvliegtuigen. Maar de F-35 is een vijfdegeneratievliegtuig. Het is wel heel erg "als dan", "wellicht" en "tien slagen om de arm". Ik heb op dit moment geen enkele indicatie dat de US Navy het aantal F-35's naar beneden zou willen bijstellen. Dat men voorzichtig is met het bewieroken van de stealthtechnologie is wel zo realistisch omdat er altijd een wedloop zal zijn bij de technologie. Kijk naar de huidige jachtvliegen, zoals de F-16. De huidige F-16 is bijna niet meer te vergelijken met de F-16 op het moment van introduceren, want hij heeft heel veel updates en upgrades gehad. Dat gaat met de F-35 ook gebeuren. Als de heer Franken het goed vindt, stuur ik hierover geen brief, maar wordt de Kamer hierover geïnformeerd in de hoeveelheid voortgangsrapportages die ik sowieso al over de vervanging van de F-16 stuur. Daarbij zal vanzelfsprekend steeds weer worden ingegaan op de stealthtechnologie en de wedloop die gaande is in relatie tot sensoren en andere technologische ontwikkelingen. Nogmaals, ik heb geen indicatie dat de US Navy minder F-35's, JSF's, gaat bestellen. Dat is een belangrijke conclusie.

De voorzitter:

Mijnheer Franken, ook kort graag.

De heer Franken (CDA):

Heel kort, voorzitter.

Akkoord, mits u wilt toezeggen dat bij die voortgangsoverzichten over de nieuwe technologie, en met name over deze technologie, die nogal opzienbarend schijnt te zijn, wordt bericht zodat we daar een uitleg over krijgen.

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik heb aan de overzijde toegezegd om binnenkort volgens de schema's een voortgangsrapportage te sturen. Ik ben van harte bereid om diezelfde rapportage aan deze Kamer te sturen. Daarin zal ook worden ingegaan op de technologie die de heer Franken nu schetst. Het is een dik pak, maar ik vraag de Kamer wel om alles te lezen!


Brondocumenten


Historie