Toezegging Uitwerking maatschappelijke kosten-batenanalyse (32.862) (T01793)
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Schaap (VVD) en het lid Martens (CDA), toe de maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te werken en in beeld te brengen voor verschillende risicodomeinen op het gebied van Infrastructuur en Milieu.
| Nummer | T01793 |
|---|---|
| Status | voldaan |
| Datum toezegging | 2 juli 2013 |
| Deadline | 1 juli 2014 |
| Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu |
| Kamerleden | Drs. M.J.Th. Martens (CDA) prof. dr. ing. S. Schaap (VVD) |
| Commissie | commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) |
| Soort activiteit | Plenaire vergadering |
| Categorie | brief/nota |
| Onderwerpen | maatschappelijke kosten-batenanalyse risicodomeinen Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid |
| Kamerstukken | Wet basisnet (32.862) |
Handelingen I 2012-2013, 33 –2, p.11-12
De heer Schaap (VVD): [...] Er spelen aan de gevolgensfeer echter nog enkele wezenlijke factoren, met een toenemend niveau van ernst. Allereerst de directe fysieke schade, zoals roerende en onroerende goederen. Daarnaast het risico van een ontwrichte infrastructuur, met als gevolg economische schade in directe, maar ook in indirecte zin. [...]
Het onderhavige wetsvoorstel houdt hiermee in het geheel geen rekening. De nadere memorie van antwoord telt nog eens expliciet dat de norm het overlijden is en dat de weging wordt bepaald door de psychische impact op de omgeving. Stagnatie en economische schade worden gememoreerd, maar spelen niet mee in het risicomodel en dus ook niet in de vertaling in wetgeving. [...] Waarom weegt de emotionele ontwrichting, veelal ook nog sterk bepaald door de berichtgeving in de media in dit wetsvoorstel, zo zwaar en wordt er aan de economische ontwrichting geen betekenis toegekend?
Het wetsvoorstel en de memories van antwoord melden weinig meer dan enige verbale erkenning. Waarom dan geen realistische integrale benadering van de gevolgenzijde van het risico, dat wil zeggen doden en gewonden enerzijds en het gehele fysieke en economische schadepalet anderzijds?
Handelingen I 2012-2013, 33 –9, p.49
Staatssecretaris Mansveld: [...] Het verzoek om een algemene, betere benadering moet het onderhavige goede wetsvoorstel daarom niet tegenhouden. Het betere moet niet de vijand worden van het goede. Zoals eerder gezegd vind ik de inhoud van het voorstel sympathiek. Het ligt zelfs in lijn met de modernisering van het milieu- en veiligheidsbeleid. Ik zeg de Kamer toe dat ik in samenwerking met de minister van I en M zal nagaan hoe we met de beschikbare instrumenten tot een bredere afweging kunnen komen in het veiligheidsdomein van I en M. Ik denk daarbij aan instrumenten als de maatschappelijke kosten- en batenanalyse en andere relevante beoordelingskaders. Deze kunnen het besluitvormingsproces al in de fase van beleidsvorming en voorbereiding van regelgeving beter ondersteunen en structureren. Daarmee kan ook de onderlinge vergelijkbaarheid van de verschillende risicodomeinen van het ministerie van I en M in beeld gebracht worden. Ik zal daarbij ook WRR en RLI betrekken. Ik denk dat ik volgende zomer een eerste proeve daarvan naar de Kamer kan sturen. Het is natuurlijk ook belangrijk voor het programmarisico en de verantwoordelijkheden van BZK en de andere ministeries. Ik zal de opmerkingen en dit betoog ook daar inbrengen, zodat men daar kan bekijken hoe men dit in de afwegingen kan meenemen.
Handelingen I 2012-2013, 33 –11, p. 64-65
De heer Schaap (VVD): [...] Dit was niet het kritische punt van de VVD-fractie. Het ging ons om de diepere laag; welke risicobenadering of welk veiligheidsbeleid ligt hier nu eigenlijk onder? Hoe sluit dat aan op andere compartimenten, met name in het fysieke domein? Hoe ga je daarmee om? Is er een integrale benadering, zowel verticaal als horizontaal? Bij de verticale benadering gaat het om de vraag wat de risicocomponenten zijn. Daarbij gaat het om veel meer dan mensenlevens. De horizontale benadering betreft de vergelijking van de verschillende compartimenten. Daar is de staatssecretaris heel ver in gegaan. Ik heb de suggestie aangedragen: probeer op niet al te lange termijn te komen tot integrale veiligheidswetgeving waar een risicobenadering in zit die beide vormen van integraliteit kan dienen. Als ik het goed begrepen heb, heeft de staatssecretaris hierover contact gehad met de minister van I en M. De staatssecretaris heeft toegezegd dat zij het hele fysieke domein onder de loep zal nemen en dat zij daartoe de beschikbare instrumenten zal inzetten. De multicriteria-analyse is genoemd, maar er zijn meer instrumenten. [...] Ik zou het buitengewoon toejuichen als de staatssecretaris binnen een jaar met een hoofdlijnennotitie komt. Het kan enorm helpen door hieraan te beginnen.
Handelingen I 2012-2013, 33 –11, p. 66-67
Staatssecretaris Mansveld: [...] Ik zal de vragen op volgorde afhandelen. Mevrouw Martens vroeg wat er nu precies is toegezegd. Ik zal de maatschappelijke kosten-batenanalyse uitwerken, zodat ik dat kan gebruiken als instrument voor een bredere afweging bij regelgeving en bij beleidsvorming. Ik heb gezegd dat ik dat voor de verschillende risicodomeinen op het gebied van Infrastructuur en Milieu in beeld zal brengen. Daarbij zal ik de WRR en de Rli betrekken. Voor de volgende zomer zal ik de eerste proeve daarvan inbrengen bij uw Kamer.
De voorzitter: Mevrouw Martens, hebt u nog een korte reactie?
Mevrouw Martens (CDA): Excuses voorzitter, maar ik dacht dat de heer Schaap het had over het integraal worden van de veiligheidsnorm. Dit is een kosten-batenbenadering en een beleidsbenadering. Wordt daarmee ook de veiligheid gedekt?
Staatssecretaris Mansveld: Wij gaan bekijken hoe we met de beschikbare instrumenten tot een bredere afweging komen in het veiligheidsdomein van I en M. Daarbij kunnen we denken aan een instrument als een maatschappelijke kosten-batenanalyse, maar ook aan andere relevante beoordelingskaders. Het doel hiervan is om in het besluitvormingsproces al in de fase van beleidsvorming en voorbereiding van regelgeving beter te ondersteunen en te structureren. En dan kom ik op de onderlinge risicodomeinen. Op de vraag om binnen een jaar die hoofdlijnennotitie kenbaar te maken, heb ik reeds ja gezegd in de richting van de VVD.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 11, blz. 62-69
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 9, blz. 45-52
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 2, blz. 2-15
-
24 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
24 februari 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
3 februari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 februari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 23 september 2014
EK, D
-
-
18 augustus 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2013
toezegging gedaan
Toezegging Monitoring risico's en meer metingen bij hoge risico's (32.862) (T01794)
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van de opmerking en vraag van het lid Van Beek (PVV) en het lid Vos (GroenLinks), toe de risico's goed te monitoren en bij dreigende overschrijding van de risicoplafonds maatregelen te treffen en vaker metingen te verrichten op wegvakken met hoge risico's.
| Nummer | T01794 |
|---|---|
| Status | voldaan |
| Datum toezegging | 2 juli 2013 |
| Deadline | 1 januari 2014 |
| Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu |
| Kamerleden | M.J. van Beek MBA (PVV) Ir. M.B. Vos (GroenLinks) |
| Commissie | commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) |
| Soort activiteit | Plenaire vergadering |
| Categorie | brief/nota |
| Onderwerpen | gevaarlijke stoffen meting monitoring vervoer |
| Kamerstukken | Wet basisnet (32.862) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 33-2, p. 7-8
Mevrouw Vos (GroenLinks): [...] Wij hebben vragen over de handhaafbaarheid van het Basisnet Weg. De staatssecretaris schrijft dat de risicoplafonds worden gemonitord door tellingen en trendanalyses. Op deze wijze zou berekend kunnen worden of het vervoer op de aangewezen weg binnen het risicoplafond blijft. Wil zij nog eens toelichten hoe zij dit in de praktijk ziet? En als het totale vervoer toch te veel is en het risicoplafond overschreden wordt, hoe grijpt zij dan in ? Welke maatregelen neemt zij om individuele wegvervoerders te beperken in het vervoer van gevaarlijke stoffen? [...]
Ten slotte heb ik een vraag over de monitoring van dit hele systeem. Er zal minimaal eenmaal per vijf jaar onderzocht moeten worden of de vastgestelde risicoplafonds niet worden overschreden. De VNG vroeg in 2011 al om met name voor het spoor deze monitoring te intensiveren. Dat is niet gebeurd. Ik krijg graag een toelichting van de staatssecretaris waarom zij eenmaal per vijf jaar voldoende vindt. Biedt dit voldoende zekerheid dat het vervoer en de gehanteerde risiconormen voldoen aan de afgesproken veiligheidseisen?
De heer Van Beek (PVV): Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg betekent dit dat eens in de vijf jaar een complete cyclus doorlopen wordt ten aanzien van eventuele overschrijding van ingestelde risicoplafonds. Mijn fractie is van mening dat de frequentie van het monitoren van het Basisnet Wegverkeer wellicht onvoldoende waarborgt dat er snel en adequaat gereageerd kan worden bij dreigende overschrijdingen van ingestelde risicoplafonds.
De fractie van de PVV verzoekt de staatssecretaris met andere argumenten dan tot nu toe tijdens het schriftelijk overleg zijn aangevoerd, te onderbouwen waarom ze denkt dat het voldoet om het Basisnet Wegverkeer slechts eens in de vijf jaar volledig te monitoren. Tevens heb ik de vraag aan de staatssecretaris hoe zij na een ernstig incident op het Basisnet Wegverkeer aan de burgers denkt te kunnen uitleggen dat het voldoende was om eens in de vijf jaar het volledige basisnet te monitoren.
Handelingen I 2012-2013, nr. 33-9, p.50-51
Staatssecretaris Mansveld: [...] Ik zal de risico's goed monitoren. Als de risicoplafonds dreigen te worden overschreden, zal ik maatregelen treffen om dit te voorkomen. In dat geval kunnen ook routedwang of keuze voor modaliteiten aan de orde komen.
[...]
Ik denk dat alle fracties vragen hebben gesteld over monitoring en handhaving. Uit het wetsvoorstel volgt dat er in ieder geval elke vijf jaar voldoende informatie moet zijn om te kunnen vaststellen of de risicoplafonds worden overschreden of dreigen te worden overschreden. Om dit te bereiken wordt de omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen jaarlijks gemonitord. Bij het Basisnet Spoor beschik ik zelfs elk kwartaal over deze informatie. Op basis van die informatie wordt alleen bekeken hoe het er op dat moment voorstaat, maar er wordt ook een doorkijk naar de toekomst gemaakt. Op die manier kunnen tijdig de nodige maatregelen worden getroffen.
De heer Van Beek stelde de aanvullende vraag of op het Basisnet Weg vaker moet worden gemonitord dan eens in de vijf jaar. Op wegvakken met hoge risico's zal ik vaker metingen gaan uitvoeren. De omvang van het basisnet is zodanig groot, dat het op fysieke maar ook financiële problemen zou stuiten als er jaarlijks wordt gemonitord. Het vervoer over water wordt, zoals ik zonet zei, gemonitord via de verkeersposten en de registratie bij sluizen.
Handelingen I 2012-2013, nr. 33-11, p. 67-68
Staatssecretaris Mansveld: [...] Mevrouw Martens heeft erop gewezen dat de risicoplafonds voor al het vervoer gelden en niet voor de individuele vervoerders. Zij vroeg welke vervoerders worden aangesproken als het risicoplafond wordt overschreden. Bij een dreigende overschrijding van de plafonds moet ik ervoor zorgen dat er maatregelen worden getroffen. Ik ga dan in gesprek met partijen over de mogelijke maatregelen. Als stok achter de deur heb ik de mogelijkheid om bijvoorbeeld het vervoer van een bepaalde stof over een bepaalde route te verbieden. Elke vervoerder moet zich dan ook aan dat verbod houden.
[...]
Mevrouw Vos heeft ook naar de monitoring gevraagd. Uit het wetsvoorstel volgt dat er elke vijf jaar voldoende informatie moet zijn om te kunnen vaststellen of de risicoplafonds worden of dreigen te worden overschreden. Om dit te bereiken, wordt de omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen jaarlijks gemonitord. Met het basisnet spoor beschik ik zelfs elk kwartaal over die informatie. Op basis van die informatie wordt niet alleen gekeken hoe het er op dat moment voor staat, maar er wordt ook een doorkijkje in de toekomst gegeven. Op die manier kunnen tijdig maatregelen worden genomen. De heer Van Beek heeft gevraagd of het Basisnet Weg ook vaker moet worden gemonitord. Ik heb gezegd dat ik daar vaker metingen zal uitvoeren.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 11, blz. 62-69
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 9, blz. 45-52
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 2, blz. 2-15
-
23 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 23 september 2014
EK, D
-
-
2 juli 2013
toezegging gedaan
Toezegging Inzage (feitelijke) berekeningen en achtergronddocumentatie (32.862) (T01795)
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van de opmerking en vraag van het Martens (CDA) toe dat partijen berekeningen mogen inzien.
| Nummer | T01795 |
|---|---|
| Status | voldaan |
| Datum toezegging | 2 juli 2013 |
| Deadline | 1 januari 2014 |
| Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu |
| Kamerleden | Drs. M.J.Th. Martens (CDA) |
| Commissie | commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) |
| Soort activiteit | Plenaire vergadering |
| Categorie | brief/nota |
| Onderwerpen | achtergronddocumentatie berekening inzage |
| Kamerstukken | Wet basisnet (32.862) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 33-2, p.2
Mevrouw Martens (CDA): [...] Dan het rekenmodel. Er is veel kritiek op het model waarmee de risicoplafonds worden berekend. Dat is gebaseerd op aannames, verwachtingen en prognoses, niet op feiten. De staatssecretaris antwoordt op onze vragen daarover dat het model is aangepast en gevalideerd door het RIVM. Maar met die informatie is de kritiek allerminst verdwenen, ook niet in het veld. [...]
Daar komt bij dat als de onderzoeksresultaten niet sporen met de verwachtingen van de betrokken partijen, de onderzoeken zo nodig opnieuw kunnen worden uitgevoerd, zo lezen wij in de memorie van antwoord. Kan de staatssecretaris bevestigen dat partijen alleen inzicht krijgen in het eindresultaat en niet in de berekening zelf en in de achtergrond-documenten, zoals in het veld te horen is? De wet beoogt discussies te voorkomen, maar de vraag is of het wetsvoorstel met deze rekenmodules niet eerder zelf aanleiding tot discussies vormt dat het voorkomt. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Handelingen I 2012-2013, nr. 33-11, p. 67
Staatssecretaris Mansveld: Mevrouw Martens heeft gevraagd of partijen berekeningen mogen inzien en of kan worden toegelicht hoe een en ander tot stand komt. Mijn antwoord daarop is ja. Ik heb dat ook in eerste termijn betoogd. Het hulpinstrument dat daarvoor is ingesteld, is daar ook voor bedoeld. Gemeenten maar ook andere betrokkenen kunnen toelichting en begeleiding krijgen. Eerder zijn daarvoor bijeenkomsten georganiseerd. Daar is veel gebruik van gemaakt.
Mevrouw Martens (CDA): Ja. Het gaat over de achtergrondinformatie. Ik had gevraagd of gemeenten niet alleen over het onderzoeksresultaat kunnen worden geïnformeerd. De staatssecretaris zegt nu dat ze hulp kunnen krijgen bij het bespreken van informatie. Maar het gaat juist om de feitelijke berekeningen en de achtergronddocumentatie. Begrijp ik het goed dat de staatssecretaris dit toezegt?
Staatssecretaris Mansveld: De vraag van mevrouw Martens was of partijen berekeningen mogen inzien. Mijn antwoord daarop is ja, want daar is het hulpinstrument ook voor bedoeld. Dan kunnen ze zien wat de input is geweest en welk effect dat heeft gehad.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 11, blz. 62-69
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 2, blz. 2-15
-
23 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
2 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 23 september 2014
EK, D
-
-
6 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2013
toezegging gedaan
Toezegging Brief aan gemeenten over communicatie met burgers (32.862) (T01796)
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van de opmerking en vraag van het lid Van Boxtel (D66) en het lid Koning (PvdA) toe alle gemeenten een brief te sturen met de mededeling dat de inwerkingtreding van de wet een communicatie-element in zich draagt.
| Nummer | T01796 |
|---|---|
| Status | voldaan |
| Datum toezegging | 2 juli 2013 |
| Deadline | 1 juli 2014 |
| Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu |
| Kamerleden | Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66) Drs.ir. A.L. Koning (PvdA) |
| Commissie | commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) |
| Soort activiteit | Plenaire vergadering |
| Categorie | brief/nota |
| Onderwerpen | burgers communicatie informeren |
| Kamerstukken | Wet basisnet (32.862) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 33 -11, p. 68
De heer Van Boxtel (D66): Ik wil de staatssecretaris graag volgen, maar ik maak me wel zorgen, de praktijk kennend. Ik zie bij mij in de buurt af en toe ook grote infrastructurele besluiten voorbijkomen. Je moet maar het geluk hebben af en toe te kijken in het lokale sufferdje. Daar staan ingewikkelde mededelingen in, maar die ziet niet iedereen. Ik ben hier extra bezorgd over, omdat in deze wet, die ik ga steunen, de samenhang tussen ruimtelijke, vervoertechnische en veiligheidsaspecten in een integraal besluit worden voorgelegd. [...] Ik vraag de staatssecretaris niet om iedereen vanuit het ministerie een brief te sturen, maar ik wil weten hoe zij met de gemeenten gaat afspreken dat burgers kunnen weten wat hen direct gaat raken.
Handelingen I 2012-2013, nr. 33- 2, p. 9-10
Mevrouw Koning (PvdA): Na deze drie inhoudelijke vragen wil ik nog een ander punt adresseren, te weten de communicatie over het basisnet met bestuurders en bewoners. Een probleem dat het wetsvoorstel niet vangt en eigenlijk ook niet kan vangen, is het veiligheidsgevoel van omwonenden en werkenden. Bewoners en bedrijven in de nabijheid van een route waarover gevaarlijke stoffen vervoerd mogen worden, zullen vermoedelijk niet overtuigd worden door de concrete constatering dat de risicoplafonds helpen om "op duurzame en robuuste wijze de spanning tussen vervoer en ruimte en veiligheid beheersbaar te maken en voor langere tijd in balans te brengen".
[...]
Namens onze fractie vraag ik de staatssecretaris of zij een rol voor de rijksoverheid ziet in het communiceren over en het meer geaccepteerd krijgen van het basisnet, zowel ten opzichte van bewoners als van bestuurders. Welke rol ziet zij hierbij voor de provinciale en gemeentelijke overheid? Overigens stellen we de vraag niet vanuit de opvatting dat communicatie pas goed is geweest als er geen enkele bewoner of geen enkel bedrijf meer is met een onprettig gevoel over de besluitvorming. Wij denken wel dat de technische insteek, de methode van berekening de suggestie kan wekken dat er geen oog is voor die zorgen en gevoelens, die wel in de memorie van antwoord zijn aangegeven. De communicatie over dit wetsvoorstel zou ons inziens een erkenning van deze gevoelens als insteek kunnen hebben.
Handelingen I 2012-2013, nr. 33 -11, p. 69
Staatssecretaris Mansveld: Ik deel de zorg hoe wij gaan communiceren en hoe wij dat digitaal doen. Ik ben zelf een enorme fan van apps. Hoe kun je het met apps doen? Hoe kun je dit bij mensen onder de aandacht brengen? Ik zeg met alle plezier toe dat ik in het kader van het communicatietraject alle gemeenten een brief zal sturen met de mededeling dat ze zich moeten realiseren dat de inwerkingtreding van de wet een communicatie-element in zich draagt, omdat de burger nu eenmaal naast het spoor woont. [...]
Ik doe die toezegging met groot gemak, omdat ik weet dat dit sowieso gebeurt.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 11, blz. 62-69
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 2, blz. 2-15
-
24 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 maart 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
23 september 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
2 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 23 september 2014
EK, D
-
-
6 mei 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2013
toezegging gedaan