Toezegging Overleg met maatschappelijke organisaties over nationaal akkoord wonen (33.129 / 33.330) (T01670)
De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Duivesteijn (PvdA) en Kuiper (ChristenUnie), toe met de betrokken maatschappelijke organisaties te overleggen over de totstandkoming van een nationaal akkoord op het terrein van het wonen.
Nummer | T01670 |
---|---|
Status | afgevoerd |
Datum toezegging | 12 maart 2013 |
Deadline | 30 november 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | A. Th. Duivesteijn (PvdA) prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | huurverhogingen nationaal akkoord wonen |
Kamerstukken | Huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens (33.330) Huurverhoging op grond van inkomen (33.129) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 2 - blz. 6
De heer Duivesteijn (PvdA): De fractie van de PvdA acht het dan ook noodzakelijk dat de afzonderlijke maatregelen worden ingebed in een breder denk- en beleidskader. Dat wil dus wel degelijk zeggen dat er sprake moet zijn van de ontwikkeling van een heuse woonvisie met daarin de inrichting van ons toekomstige sociale woonstelsel. Wij realiseren ons dat de crisis niet alleen om een mooie beleidsvisie vraagt, maar ook om ingrijpende maatregelen; maatregelen die beslag leggen op de portemonnee van burgers, kopers en huurders. Maar juist voor een goede uitvoering van de gekozen maatregelen is draagvlak nodig. Wij herhalen dan ook het eerdere pleidooi van de fractie van de PvdA in de Tweede Kamer om te komen tot het opstellen van een nationaal plan voor het herstel van de woningmarkt.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 2 - blz. 8
De heer Kuiper (ChristenUnie): Mijn fractie heeft steeds aangedrongen op een integrale beleidsvisie om aan al deze aspecten recht te doen. Wat moet er in die visie worden opgenomen? De genoemde elementen. Die integrale visie is er nog niet, ook niet met het woonakkoord, al worden daarmee in ieder geval belangrijke stappen gezet. Het is belangrijk om de partijen die collega Duivesteijn noemde te betrekken bij het verder ontwikkelen van die stappen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 2 - blz. 12
De heer Kuiper (ChristenUnie): Het zou goed zijn als er na dit woonakkoord dat via parlementaire weg tot stand is gekomen, een woonakkoord komt met alle betrokken partijen. Er is bij de presentatie van het woonakkoord aangegeven dat het akkoord van de sector, Wonen 4.0, hierbij een belangrijk leidraad moet zijn. Nu woonakkoord en Wonen 4.0 elkaar zo dicht zijn genaderd, is het goed om gezamenlijk over de verdere ontwikkeling van het woonbeleid na te denken en te spreken. Onze fractie zou het toejuichen – en roept de minister ook daartoe op – als hij een woonnota zou maken waarin het verhaal dat we nu krijgen voorgelegd in talloze brieven, wetstrajecten, aankondigingen van beleid en aankondigingen van overleg met de sector in volle omvang wordt uiteengezet.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7 - blz. 59-60
De heer Kuiper (ChristenUnie): Wij hebben het woonakkoord. Daarin wordt verwezen naar Wonen 4.0. Daar zitten perspectieven in en er wordt iets gezegd over de samenhang tussen koop en huur. Volgens mij ligt dit heel dicht bij de set maatregelen die u nu zelf aan het ontwikkelen bent. Ik zou dat graag in een geschreven verhaal aangeboden willen zien aan de Kamer. Ik denk dat dit ook helpt bij het overleg met het veld. Misschien kan het zelfs het resultaat zijn van gesprekken met het veld. Alles wat nu nog een wat fragmentarisch geheel aan wetten en voornemens vormt, willen wij graag in één samenhangend verhaal ontvangen.
Minister Blok: De samenhang kan ik leveren en dat zal ik doen. Overleg met het veld ligt besloten in het woonakkoord. Als het er niet in besloten was, zou ik het ook mijn taak vinden, dus dat ga ik doen. Ik kan natuurlijk niet garanderen dat er een akkoord komt. Als ik kijk naar de verkiezingsprogramma's, dan hebben verschillende partijen altijd verschillende onderdelen van Wonen 4.0 overgenomen. Ook toen heeft geen enkele partij dat volledig gedaan, omdat alle partijen aanliepen tegen het feit dat er geen budgettaire opbrengst was. Overleg zeg ik zeker toe, en het aangeven van de samenhang in het beleid ook, maar ik kan niet garanderen dat er een breed akkoord komt.
De heer Kuiper (ChristenUnie): U spreekt met de partijen. Als Wonen 4.0 daarbij een belangrijke leidraad is, dan zal dit bij de betrokken partijen op belangrijke onderdelen van het beleid op instemming kunnen rekenen. Dat geldt natuurlijk niet voor alles. De verhuurderheffing blijft natuurlijk een heel ingewikkeld punt. U hebt nu een set aan voornemens en wetten. U spreekt met het veld. Wonen 4.0 ligt er. Komt u met een verhaal waarin u de samenhang zoals u die zelf ook ziet, getoetst in het gesprek met de partijen, aan ons laat zien?
Minister Blok: Ja, op die manier wel.
De heer Duivesteijn (PvdA): Ik zou het scherper willen formuleren. De heer Kuiper heeft heel nadrukkelijk gevraagd om een woonnota. Ik heb zelf gevraagd om een beleidsvisie op het wonen en om een nationaal akkoord met de maatschappelijke organisaties, als inzet. De minister heeft het over maatregelen, maar uiteindelijk gaat het om de visie achter de maatregelen. Ik denk dat daarom gevraagd wordt. Wij kunnen geen garanties geven dat een nationaal akkoord lukt, maar het gaat natuurlijk om de inzet van de minister en om die van het kabinet in dezen. Is de minister bereid om die twee punten toe te zeggen? Dat is volgens mij de concrete vraag.
Minister Blok: De samenhang schets ik graag. Ik zou een onmogelijke opdracht krijgen wanneer ik een akkoord zou moeten leveren. Wonen 4.0 waar u beiden naar verwijst, zou in de huidige vorm niet kunnen. Daar zit onder meer de 4,5% WOZ-waardering in, waarvan wij met zijn allen hebben geconstateerd dat die niet werkt.
De heer Duivesteijn (PvdA): Voor de helderheid: ik verwijs niet naar Wonen 4.0. Ik verwijs naar een akkoord dat u zelf sluit met de maatschappelijke organisaties. Hoe dat eruit ziet, is wat mij betreft op dit moment door ons niet te omschrijven.
Minister Blok: Nogmaals, ik zit met partijen om de tafel en zal dat blijven doen. Dat is ook mijn opdracht uit het woonakkoord. Ik kan niet garanderen dat de uitkomst daarvan een akkoord zal zijn. Als ik in alle eerlijkheid kijk naar de geschiedenis van dit dossier, waar de heer Duivesteijn nog veel meer van weet dan ik, zijn de huurverhogingen begrijpelijkerwijs altijd een onderwerp geweest dat tot veel discussie aanleiding heeft gegeven. Er is vaak geprobeerd een akkoord te sluiten. Mijn ambtsvoorganger heeft het geprobeerd en de heer Vermeulen heeft het zelfs een keer gerealiseerd, maar bij de uitwerking bleken partijen elkaar toch niet te kunnen vinden. Ook met de last van de geschiedenis op mijn schouders kan ik wel beloven dat ik om de tafel ga zitten, maar niet garanderen dat ik een akkoord dat in het verleden nooit tot stand heeft kunnen komen, nu wel tot stand kan brengen. Dat zou mooi zijn, maar ik kan het niet garanderen.
De voorzitter: De heer Kuiper, voor de laatste keer.
De heer Kuiper (ChristenUnie): Er wordt van u ambitie gevraagd, maar dit klinkt niet heel erg ambitieus. De vraag, ook door collega Duivesteijn geformuleerd, gaat natuurlijk over uw inzet om tot een akkoord te komen.
Minister Blok: Natuurlijk, er is niets mooier voor een minister dan een akkoord te bereiken met de sector. Ik vind het echter ook mijn taak om in alle eerlijkheid, voor zover u dat al niet kunt beoordelen, te schetsen waar de gevoeligheden liggen. U wees zelf op de verhuurderheffing, die natuurlijk zeer gevoelig ligt bij corporaties. Met de last van de geschiedenis – het is nog nooit gelukt op dit dossier – en de gevoeligheden die er liggen, moet ik wel eerlijk zeggen dat ik het niet kan garanderen, maar dat ik het fantastisch zou vinden als het zou lukken.
De heer Kuiper (ChristenUnie): Het gaat om die inzet en om een samenhangende visie. Wat mij betreft mag u zelf de volgorde bepalen. Dat is wellicht ook afhankelijk van het overleg dat u met de partijen hebt en waarin wordt getoetst wat er van Wonen 4.0 kan worden meegenomen in uw eigen visie. Dat is allemaal prima, als wij maar toewerken naar een bredere visie – ik noem het een woonnota – waarmee wij wat langere tijd door kunnen.
Minister Blok: Binnen de randvoorwaarden die ik heb geschetst is het antwoord ja.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7 - blz. 63
De heer Duivesteijn (PvdA): Wij hebben gevraagd of de minister bereid is om een samenhangende woonvisie te schrijven, waarin alle verschillende maatregelen in samenhang kunnen worden bekeken en waarin een doorkijkje staat naar de middellange termijn. Wij hebben nadrukkelijk om die visie gevraagd. Vervolgens hebben wij gevraagd of de minister bereid is te streven naar een nationaal akkoord. Wij vragen geen garantie voor een nationaal akkoord. Hij kan de andere partijen niet dwingen tot overeenstemming. Wij vragen of de minister een dergelijk akkoord met de maatschappelijke organisaties, wellicht inclusief VNG en IPO, zou willen sluiten. Wij vinden het gek dat op dit moment aan de ene kant de politiek staat en aan de andere kant alle maatschappelijke organisaties. Ik wil op dat punt een expliciete toezegging van de minister dat hij zowel de visie vormgeeft als tracht te komen tot een nationaal akkoord.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7 - blz. 69
Minister Blok: Ik heb in reactie op de vraag van de heer Duivesteijn en van de heer Kuiper aangegeven dat ik de samenhang in mijn voorstellen nog een keer schriftelijk aan de Kamer zal doen toekomen, zodat wij daarover desgewenst het debat kunnen voeren. Ik zou graag een plekje in de geschiedenisboeken verdienen als eerste minister verantwoordelijk voor wonen die een akkoord weet te sluiten over huurverhogingen, maar dat kan ik echt niet garanderen. Men kan mij aanspreken op het overleg dat ik daarover zal voeren, op het heel brede terrein van de woningmarkt. Ik hoop dat het tot een akkoord komt.
Brondocumenten
-
voortzetting gezamenlijke behandeling en hoofdelijke stemming Handelingen EK 2012/2013, nr. 20, item 7, blz. 46-71
-
voortzetting gezamenlijke behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 20, item 2, blz. 2-13
-
17 maart 2015
nieuwe status: afgevoerd
Voortgang: -
12 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 17 maart 2015
EK, B
-
-
2 december 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over een drietal openstaande toezeggingen (onder andere met betrekking tot de huursombenadering)
EK 27.926, E
-
-
Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 28 oktober 2014 over de invoering van de huursombenadering (gepubliceerd als TK 27.926, nr. 235)
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 30 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies BZK/AZ en FIN op 23 september 2014
EK, C
-
-
13 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De toezegging wordt meegenomen in de uitwerking van de huursombenadering eind 2014/begin 2015. -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
12 maart 2013
toezegging gedaan
Toezegging Onderzoek naar fiscaal alternatief voor huurverhoging op grond van inkomen (33.129 / 33.330) (T01671)
De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Duivesteijn (PvdA) en De Vries-Leggedoor (CDA), toe om, in samenhang met de huursombenadering, eventuele fiscale alternatieven voor de huurverhoging op grond van inkomen in kaart te brengen en te schetsen.
Nummer | T01671 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 maart 2013 |
Deadline | 20 juni 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | A. Th. Duivesteijn (PvdA) G. de Vries-Leggedoor (CDA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | huurbelastingen huurverhogingen |
Kamerstukken | Huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens (33.330) Huurverhoging op grond van inkomen (33.129) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 2 - blz. 3
Mevrouw De Vries-Leggedoor (CDA): We hebben al enkele malen met de minister van gedachten gewisseld over de uitvoerbaarheid van dit wetsvoorstel. Zou het niet eenvoudiger zijn om een en ander via de Belastingdienst te laten lopen als inkomensafhankelijke heffing? Gelijke woningen zouden dan een gelijke prijs kunnen houden, inkomensachteruitgang zou snel gecorrigeerd kunnen worden en inkomenspolitiek zou via het geëigende kanaal, belastingen, verlopen. De regering heeft keer op keer betoogd dat dit niet te verkiezen is. Overtuigd zijn we echter niet. We kunnen niet bevatten dat het zo veel dubbel werk is. Immers, voor de huurtoeslag heb je de huurgegevens al. Dat hoeft niet dubbel. De inkomensgegevens zijn van iedereen bekend, het adres ook, dus wat nodig is, zijn per corporatie de adressen met de huren. Bezwaar kan via de Belastingdienst. We doen nog een laatste poging. Is er met de Belastingdienst op die manier over gesproken of anders? Waar zou bij ons de blinde vlek zitten?
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 2 - blz. 5
De heer Duivesteijn (PvdA): Wij begrijpen niet waarom de regering niet heeft gekozen voor de toepassing van de huursombenadering, waarbij het de verhuurder is die –mede op basis van kwaliteit en een gewenste prijsdifferentiatie – komt tot de vaststelling van de huurprijzen, en dus de huurverhoging. Daar waar er sprake is van een onrechtvaardig voordeel door een lage huur in relatie tot het belastbaar inkomen, heeft de overheid de mogelijkheid om door middel van een fiscale maatregel – dit kwam net al aan de orde in de bijdrage van mevrouw De Vries – te komen tot een correctie. Dit is de meest zuivere methode waarbij eenieder, zowel verhuurder als overheid, in zijn eigen verantwoordelijkheid blijft. Het heeft dan ook de voorkeur om het voorgestelde huurbeleid op een principieel juiste manier in te richten. De Eerste Kamerfractie van de PvdA is daarom van mening dat het wenselijk is dat de regering zo spoedig mogelijk de mogelijkheden van een dergelijk systeem nader onderzoekt. Het gaat daarbij primair om het zoeken naar de eenvoud in dezen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7 - blz. 51
Minister Blok: De heer Duivesteijn vroeg of het in het kader van de huursombenadering mogelijk zou zijn ook nog met een fiscaal instrument te gaan werken. Ik wil kijken naar de mogelijkheden die er nog zijn in de fiscaliteit, maar er zijn een groot aantal praktische bezwaren. Ik zal een aantal daarvan schetsen. Zij zijn ook schriftelijk verstrekt, maar ik vind ze zo wezenlijk dat ik ze in dit debat nog een keer wil noemen. Mevrouw De Vries vroeg ook nog specifiek waarom niet is gekozen voor een huurbelasting.
(...)
De heer Duivesteijn (PvdA): Ik probeer het te begrijpen, maar tot nog toe lukt het me nog niet helemaal. De minister spreekt van 2 miljoen extra belastingplichtigen. 1 miljoen mensen krijgen huurtoeslag en moeten al hun gegevens al overleggen. Er komen hogere inkomenscategorieën bij. De meeste mensen daarvan zijn belastingplichtig, althans hun informatie is bij de Belastingdienst bekend.
De minister zegt dat hij het nog eens wil bekijken. Een aantal fracties heeft de wens te kennen gegeven dat er alternatieve varianten voor die inkomenshuren worden uitgewerkt. Bij die uitwerking moet het gaan om modellen die uitblinken door eenvoud. Is de minister bereid om dergelijke modellen uit te werken?
Minister Blok: Voor heel veel mensen met een middeninkomen is de loonbelasting de eindheffing. Voor deze heel grote groep betekent het dus echt voor het eerst aangifte doen. Nogmaals, ik wil er serieus over nadenken, maar het is onmogelijk om tegelijkertijd een eenvoudig systeem te maken en de juiste gegevens van 2 miljoen extra mensen en van honderden verhuurders te hebben. Ik wil erover nadenken, maar dan moeten wij wel specifiek op deze vraag ingaan. Ik heb de informatie schriftelijk verstrekt en loop gewoon tegen een enorm dilemma aan. Ik vind het een heel reëel dilemma.
De heer Duivesteijn (PvdA): Wat is die toegevoegde informatiestroom nu precies? Ik denk even aan de zorgtoeslag, de huurtoeslag en allerlei bestaande vormen van korting. Mensen moeten daarvoor vaak naar de Belastingdienst. Ik vraag mij af of een dergelijk systeem niet heel soepel kan worden opgetuigd. Het gaat om een discussie die al een decennium wordt gevoerd. Op mij komt het over alsof de Belastingdienst er niet heel veel zin in heeft. Men heeft geen zin in die complexiteit. Ik vraag de minister of hij bereid is om een alternatief systeem van fiscalisering uit te werken als vervanging op termijn voor het voorstel dat nu wordt gedaan.
Minister Blok: Ik ben bereid om de mogelijkheden verder in kaart te brengen, maar over de opdracht om ervoor te zorgen dat het eenvoudig wordt, kan ik in alle eerlijkheid geen belofte doen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7 - blz. 62
De heer Duivesteijn (PvdA): Er is wel een causaliteit in redelijkheid dat je kijkt naar de kwaliteit van de woning – daar is een huurverhoging voor te legitimeren – en naar het feit dat er een kloof zit tussen het inkomen en de te betalen huur. Dat heten dan inkomenshuren en dat is een onderwerp dat wij vele malen behandeld hebben. Dat zou naar ons idee beter geregeld kunnen worden in de richting van fiscalisering. Wij hebben ook nadrukkelijk aan de minister gevraagd of hij bereid is, een systeem van fiscalisering in grote eenvoud uit te werken zodat het te zijner tijd betrokken kan worden bij de invoering van de huursombenadering.
(...)
De heer Duivesteijn (PvdA): Ik zou graag een toezegging van de minister op dat punt van de fiscalisering willen hebben, met name omdat wij van mening zijn dat in zo'n systeem de privacy van de huurder en de burger veel beter geborgd is dan in de huidige situatie.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7 - blz. 69
Minister Blok: De heer Duivesteijn vroeg mij nogmaals om opties in de fiscaliteit uit te werken. Ik zal dat in samenhang met de huursombenadering schetsen, met alle pro's en contra's die daarbij zijn. De Kamer krijgt daar een uitgewerkt beeld van.
Brondocumenten
-
voortzetting gezamenlijke behandeling en hoofdelijke stemming Handelingen EK 2012/2013, nr. 20, item 7, blz. 46-71
-
voortzetting gezamenlijke behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 20, item 2, blz. 2-13
-
22 maart 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
17 maart 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over de mogelijke fiscale opties voor de inkomensafhankelijke huurverhoging
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 22 maart 2016
EK 34.373 / 33.129 / 33.330 / 33.405 / 33.407, F
-
-
1 maart 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 februari 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 februari 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over de mogelijke fiscale opties voor de inkomensafhankelijke huurverhoging en de voors en tegens daarvan
EK 34.373 / 33.129 / 33.330 / 33.405 / 33.407, A
-
-
8 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK, C
-
-
4 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK, C
-
-
7 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over de uitwerking van de huursombenadering en het akkoord Aedes-Woonbond
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK 33.129 / 33.330, L
-
-
9 juni 2015
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 juni 2015
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
17 maart 2015
nieuwe deadline: 20 juni 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 maart 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 17 maart 2015
EK, B
-
-
2 december 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over een drietal openstaande toezeggingen (onder andere met betrekking tot de huursombenadering)
EK 27.926, E
-
-
Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 28 oktober 2014 over de invoering van de huursombenadering (gepubliceerd als TK 27.926, nr. 235)
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 30 november 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies BZK/AZ en FIN op 23 september 2014
EK, C
-
-
13 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De toezegging wordt meegenomen bij de uitwerking van de huursombenadering eind 2014/begin 2015. -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
7 mei 2013
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) -
7 mei 2013
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) -
12 maart 2013
toezegging gedaan
Toezegging Exacte uitwerking pakket maatregelen woningmarkt (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407) (T01729)
De minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van de leden Bröcker (VVD), Sent (PvdA), Essers (CDA), Van Strien (PVV), Ruers (SP), Van Boxtel (D66), De Boer (GroenLinks), Ester (CU), en De Lange (OSF) toe bij de Kamer terug te komen met de exacte uitwerking van maatregelen op het terrein van de woningmarkt, zeker van de tweede fase van de verhuurderheffing, van de manier waarop het woningwaarderingsstelsel wordt vormgegeven en van de manier waarop de huurverhoging wordt vormgegeven.
Nummer | T01729 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 december 2012 |
Deadline | 1 januari 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66) Mr. W.L.J. Bröcker (VVD) Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA) Dr. P. Ester (ChristenUnie) Prof.dr. C.A. de Lange (Fractie-De Lange) mr.dr. R.F. Ruers (SP) Prof.dr. E.M. Sent (PvdA) ir. drs. G.A. van Strien (PVV) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | huurbeleid verhuurderheffing |
Kamerstukken | Wet verhuurderheffing (33.407) Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405) Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403) Belastingplan 2013 (33.402) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 18 – blz. 117
Minister Blok:
[...]
Ik meen van de Kamer in de eerste termijn goed te hebben begrepen dat ze in grote mate zegt: wij hebben begrip voor de financiële situatie waarvoor Nederland staat. In die zin onderschrijven de meeste sprekers dat een vorm van heffing plaatsvindt. Het overgrote deel van de Kamer zegt ook: de aanpak van scheefhuren, gecombineerd met de aanpak van de koopmarkt, levert in potentie een gebalanceerde aanpak op. Ze vraagt daarbij echter om terug te komen met de exacte uitwerking, zeker van de tweede fase van de verhuurderheffing, van de manier waarop het woningwaarderingsstelsel wordt vormgegeven en van de manier waarop de huurverhoging wordt vormgegeven. Dat heb ik goed verstaan en zeg ik hartgrondig toe.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 12, item 18, blz. 96-126
-
13 mei 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
8 maart 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 februari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
18 december 2012
toezegging gedaan
Toezegging Toezending opties en rekenvoorbeelden verdere aflossingsstimulerende maatregelen (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407) (T01736)
De minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Essers (CDA), toe een aantal opties en rekenvoorbeelden voor verdere aflossingsstimulerende maatregelen aan de Kamer toe te zenden.
Nummer | T01736 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 december 2012 |
Deadline | 1 januari 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | fiscale behandeling eigen woning |
Kamerstukken | Wet verhuurderheffing (33.407) Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405) Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403) Belastingplan 2013 (33.402) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 18 – blz. 111-112
Minister Blok:
[...]
De heer Essers vroeg ook of we nog verdere aflossingsstimulerende maatregelen konden overwegen. Ik wees er al op dat ik naar aanleiding van het verzoek de mogelijkheid daartoe met drie maanden heb verruimd. Het punt is dat een aflossingsstimulerende maatregel financieel voordeel moet opleveren ten opzichte van niet aflossen. Anders is die niet aantrekkelijk voor een rationeel handelend persoon. Een financieel voordeel voor de persoon betekent een nadeel voor de schatkist. Het is technisch mogelijk om regelingen te bedenken. Ik ben graag bereid om een aantal opties aan de Kamer toe te zenden. Dat lukt overigens niet op heel korte termijn. Conceptueel kom je echter op regelingen die de schatkist geld kosten, want anders zijn ze niet aantrekkelijk. Dan kom je ook op de vraag waarover we het net hadden, over de bestaande en de nieuwe gevallen: hoe rechtvaardig is het om bestaande gevallen, die nog een voor hen gunstige aflossingsvrije hypotheek hebben, ook nog eens extra te begunstigen met een fiscaal aantrekkelijke aflossingsregeling? Nogmaals, ik wil dat de Kamer graag nog eens uitgebreider voorleggen, met een aantal opties, maar deze aspecten kan ik zo, filosoferenderwijs, al wel bedenken.
De heer Essers (CDA):
Toch zijn er maatregelen te bedenken die, als je het netto bekijkt, een eigenwoningbezitter per saldo geld kosten. Je lost af en het rentevoordeel dat je daarvan hebt, is altijd minder. Aan de andere kant wordt zijn eigenvermogenspositie wel een stuk verbeterd. Je moet niet een maatregel bedenken die een-op-een is qua fiscaal voordeel of die zelfs nog meer fiscale voordelen oplevert. Nee, de belastingplichtige moet overtuigd worden, net zo goed als dat nu geldt voor nieuwe woningbezitters, dat het in hun belang is dat zij hun eigen woningpositie verbeteren. Het uitbreiden van de Hillenregeling zou een heel goed alternatief zijn dat helemaal niet zo veel geld hoeft te kosten, maar er is een regeling die de Staat heel weinig hoeft te kosten. Mensen die nu een aflossingsvrije hypotheek hebben en gewoon willen houden, kunnen over een jaar of wat tot de conclusie komen: dat is niet verstandig, ik kan die beter omzetten in een spaarhypotheek. Dan is toch altijd beter voor de Nederlandse economie, voor die mensen zelf en ook voor de schatkist om daarin mee te gaan? Nu hebben zij een onbeperkte hypotheekrenteaftrek. Waarom zijn wij daar niet wat soepeler in?
Minister Blok:
Wij delen het belang van aflossen. Ik zal zo nog ingaan op de vragen over het feit dat er meer spontaan wordt afgelost. Dat is inderdaad een gunstige ontwikkeling.
In de doorrekeningen van het Lenteakkoord en het regeerakkoord is er wel degelijk een opbrengst door het niet meer aanbieden van kapitaalverzekeringen. Mensen die boven de vrijstelling in box 3 uitkomen, betalen een vermogensrendementsheffing. Juist zij zullen kiezen voor een kapitaalverzekering en daarmee hun belastingdruk reduceren. De spiegelbeeldige situatie is dat je een opbrengst voor de schatkist mist. Nogmaals, ik ben graag bereid een aantal opties op papier te zetten. De heer Essers noemde een uitbreiding van de Hillenregeling, maar gaf ook aan dat dat geld vraagt. Laten wij afspreken dat ik een aantal rekenvoorbeelden maak en dat aan de Kamer doe toekomen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 12, item 18, blz. 96-126
-
13 mei 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
8 maart 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 februari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
18 december 2012
toezegging gedaan
Toezegging Analyse varianten doorvoeren huurverhoging (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407) (T01737)
De minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Essers (CDA), toe een analyse van varianten waarop de huurverhoging uit het voorliggende wetsvoorstel doorgevoerd kunnen worden aan de Kamer te zenden.
Nummer | T01737 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 december 2012 |
Deadline | 20 juni 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | verhuurderheffing |
Kamerstukken | Wet verhuurderheffing (33.407) Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405) Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403) Belastingplan 2013 (33.402) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz. 115
Minister Blok:
[...] De heer Essers heeft nog een aantal varianten geschetst voor de manier waarop je de huurverhoging zou kunnen doorvoeren. Hij noemde onder meer een aanpak via een huursombenadering, die wij overigens ook in het regeerakkoord delen, maar in zijn tekst noemde hij dat specifiek voor een periode van één jaar. Ik wil wel met een voorstel komen dat ook die langjarige zekerheid biedt, want een oplossing voor één jaar is natuurlijk voor de meerjarige investeringsbeslissingen van een woningcorporatie misschien minder dan een half ei. Dus ik hoop de heer Essers er op het moment dat ik met die voorstellen kom, waarin een huursombenadering zal zitten, toch van te kunnen overtuigen dat wij dan ook een langjarige aanpak moeten schetsen.
Een tweede optie die de heer Essers noemde, is om in één keer, of in ieder geval heel snel, naar 100% van de maximaal redelijke huur te gaan. Ik neem aan dat hij doelt op het feit dat gemiddeld tussen de 70% en 75% van de maximale huur wordt berekend. Als je het in één keer zou doen – maar ik denk ook niet dat de heer Essers het zo bedoelt – maak je natuurlijk een enorme sprong. De 6,5% op de inflatie die nu als hoogste bandbreedte wordt genoemd, is ingrijpend, maar in één keer 20% of 25% zou zeer ingrijpend zijn. Dus ik denk dat je hoe dan ook in die groei toch een fasering zult moeten aanbrengen. Ook in het model dat in het regeerakkoord wordt geschetst en dat nog aan u wordt voorgelegd, bied je een groei die natuurlijk uiteindelijk leidt tot die maximaal wettelijk toegestane huur, en die zelfs kan worden doorbroken voor die mensen die echt een goed inkomen hebben. Het is goed om daarvoor wat meer tijd te nemen. Ik weet namelijk ook niet of je echt zou moeten verplichten om altijd 100% te berekenen, omdat dat in schaarstegebieden waarschijnlijk wel een marktconforme huur is, maar het in krimpgebieden zeer waarschijnlijk onredelijk is. Je zult dus ook geen huurders vinden wanneer je altijd 100% van de wettelijk toegestane huur berekent.
Dus ook op zo'n aspect zou je moeten doorrekenen. Ook dat zal een onderdeel zijn van de analyse die ik maak. Daarop kom ik graag bij u terug om te kunnen beoordelen de resultaten goed uitpakken. Dit is een interessante optie, die ik zal meenemen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 12, item 18, blz. 96-126
-
22 maart 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
17 maart 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over de mogelijke fiscale opties voor de inkomensafhankelijke huurverhoging
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 22 maart 2016
EK 34.373 / 33.129 / 33.330 / 33.405 / 33.407, F
-
-
1 maart 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
16 februari 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
11 februari 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over de mogelijke fiscale opties voor de inkomensafhankelijke huurverhoging en de voors en tegens daarvan
EK 34.373 / 33.129 / 33.330 / 33.405 / 33.407, A
-
-
8 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
4 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK, C
-
-
7 juli 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
3 juli 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over de uitwerking van de huursombenadering en het akkoord Aedes-Woonbond
voor kennisgeving aangenomen op 8 september 2015
EK 33.129 / 33.330, L
-
-
17 maart 2015
nieuwe deadline: 20 juni 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
12 maart 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 17 maart 2015
EK, B
-
-
2 december 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
25 november 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
20 november 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst over een drietal openstaande toezeggingen (onder andere met betrekking tot de huursombenadering)
EK 27.926, E
-
-
Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 28 oktober 2014 over de invoering van de huursombenadering (gepubliceerd als TK 27.926, nr. 235)
-
-
23 september 2014
nieuwe deadline: 30 november 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
12 september 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst over de stand van zaken met betrekking tot (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies BZK/AZ en FIN op 23 september 2014
EK, C
-
-
13 mei 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: De Eerste Kamer is op 13 en 28 februari 2013 per brief geïnformeerd (EK 2013-2014, 32 847 A en B).
Voor wat betreft de huursombenadering wordt de Eerste Kamer naar verwachting eind 2014 / begin 2015 geïnformeerd.
-
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
28 februari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
13 februari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
18 december 2012
toezegging gedaan
Toezegging Criteria rond de vormgeving van de verhuurderheffing (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407) (T01739)
De minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Ester (CU), toe rekening te houden met door de heer Ester genoemde criteria voor de uitwerking van de verhuurderheffing.
Nummer | T01739 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 december 2012 |
Deadline | 1 januari 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | Dr. P. Ester (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | huurbeleid verhuurderheffing |
Kamerstukken | Wet verhuurderheffing (33.407) Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405) Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403) Belastingplan 2013 (33.402) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz. 116-117
Minister Blok:
[...]
De heer Ester noemde zelf een aantal criteria die hij hanteert bij de vormgeving van zo'n heffing. Ik vond dat een constructieve insteek. Hij noemde de maatschappelijke doelstellingen van de sociale huisvesting, een redelijke solvabiliteit, een handhaafbaar sociaal huurbeleid, ook in verschillende regio's, en de mogelijkheid om ook op de middellange termijn onderhoud en nieuwbouw te plegen. Dat zijn de aspecten waarmee hij rekening zal houden. Ik zeg volmondig toe dat ik precies hiermee in de verdere uitwerking rekening zal houden.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 12, item 18, blz. 96-126
-
13 mei 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
18 december 2012
toezegging gedaan
Toezegging Toezending rapportage NMA-studie marges op woninghypotheken en regeringsappreciatie hierop (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407) (T01745)
De minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van de leden Van Strien (PVV) en Reuten (SP), toe de studie van de NMA naar de marges op de hypotheekmarkt aan de Kamer te doen toekomen, alsmede een kabinetsappreciatie van de uitkomsten van dit onderzoek.
Nummer | T01745 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 december 2012 |
Deadline | 1 januari 2014 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | dr. G.A.T.M. Reuten (SP) ir. drs. G.A. van Strien (PVV) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | woninghypotheken |
Kamerstukken | Wet verhuurderheffing (33.407) Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405) Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403) Belastingplan 2013 (33.402) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz. 113
Minister Blok:
[...]
De heer Reuten en de heer Van Strien vroegen naar de hoogte van de hypotheekrente in Nederland, en of ik daarnaar onderzoek wil doen. De marge op woninghypotheken in Nederland ligt hoger dan in landen om ons heen. Dat heeft overigens zeer waarschijnlijk te maken met het aspect waarover ik het eerder had, namelijk dat in landen om ons heen wordt afgelost op hypotheken, en daarnaast dat het buiten Nederland vrijwel nooit voorkomt dat je 100% of meer van de waarde van een huis kunt lenen. Er zit dus een risicopremie in de Nederlandse hypotheken. Dat neemt allemaal niet weg dat ik wel vind dat we de vinger aan de pols moeten houden, want er zijn relatief gezien maar weinig hypotheekverstrekkers in Nederland. Dan is het reden om goed op te letten of daarover niet impliciet of expliciet afspraken worden gemaakt. De NMa heeft daar al een onderzoek naar gedaan, en heeft dat toen niet geconstateerd. Maar ik weet dat ze weer bezig is met zo'n onderzoek, dat in de loop van komend jaar zal worden gepubliceerd. De vinger wordt dus aan de pols gehouden.
De heer Van Strien (PVV):
Ik ben erg blij met wat de minister zegt over dat onderzoek. Het gaat over heel veel geld: al snel enkele miljarden euro's, ook aan aftrek. Kan de minister de toezegging doen dat hij daarover eind volgend jaar rapporteert aan deze Kamer?
Minister Blok:
Het onderzoek wordt gedaan door de NMa, en de NMa-onderzoeken zijn openbaar. Eigenlijk hebt u mij niet nodig om daarvan kennis te nemen. Ik hoop dat ik u met de constatering dat de lage rente in andere landen deels wordt veroorzaakt door het aflossen wat daar gebeurt, ervan kan overtuigen dat u deze wet zou moeten steunen. Uiteindelijk hebben consumenten daar voordeel van.
De heer Reuten (SP):
Kunnen we de conclusies van de minister uit het NMa-onderzoek horen?
Minister Blok:
De conclusies die ik eraan verbind? Geen probleem, krijgt u van me.
Brondocumenten
-
brief inzake aanbieding ACM studie "Concurrentie op de hypotheekmarkt" EK, J Bevat bijlage
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 12, item 18, blz. 96-126
-
23 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
10 september 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-
Barrières voor toetreding tot de Nederlandse bancaire retailsector (Autoriteit Consument en Markt (ACM) / 12 juni 2014)
-
-
brief van de minister van Financiën over de kabinetsreactie op het rapport "Barrières voor toetreding tot de Nederlandse bancaire retailsector" van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van 12 juni 2014
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies BZK/AZ en FIN op 23 september 2014
EK, L
-
-
13 mei 2014
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies BZK/AZ en Financiën op 13 mei 2014
EK, B
-
-
14 mei 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
7 mei 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 december 2012
toezegging gedaan