Rappelabele toezeggingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Vooruitblik tot 2 januari 2013 (verstuurd met rappel juli 2012))



Dit is het rappel vanaf 02-07-12 tot 02-01-13.

 




Toezegging Overkoepelend beoordelingskader BSN (30.312) (T00285)

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal omstreeks 21 april 2010 rapporteren welk overkoepelend beoordelingskader gerealiseerd kan worden op basis van de (sectorale) wetgeving die in de periode 2008-2010 ingediend zal worden ten behoeve van het gebruik van het Burgerservicenummer. Daarbij zal aandacht besteed worden aan de stand van zaken met betrekking tot de toezichtstaken van het College bescherming persoonsgegevens in relatie tot de capaciteit.


Kerngegevens

Nummer T00285
Oorspronkelijke nummer tz_BZHC/AZHK_2008_12
Status voldaan
Datum toezegging 21 april 2008
Deadline 1 oktober 2012
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ)
Soort activiteit Brief
Categorie evaluatie
Onderwerpen burgerservicenummer
persoonlijke levenssfeer
persoonsgegevens
Kamerstukken Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (30.312)


Uit de stukken

Passage uit brief EK, 30312, K

(…)

In uw reactie geeft de commissie ook aan dat naar haar oordeel een uitgewerkt beoordelingskader van de coördinator BSN ontbreekt, waaraan de invoering van het burgerservicenummer in de verschillende sectoren kan worden getoetst.

De commissie verzoekt mij over circa 2 jaar te rapporteren welk overkoepelend beoordelingskader alsnog gerealiseerd kan worden op basis van de (sectorale) wetgeving die (in de periode van twee jaar) ingediend zal worden ten behoeve van het gebruik van het Burgerservicenummer.

Tevens verzoekt de commissie mij in die rapportage aandacht te besteden aan de (tegen die tijd) stand van zaken met betrekking tot de toezichtstaken van het College bescherming persoonsgegevens in relatie tot de capaciteit.

Ik zeg u toe over circa 2 jaar te rapporteren over de bovenstaande zaken.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Mevrouw A. Bijleveld-Schouten


Brondocumenten


Historie







Toezegging Koninklijk Besluit vervallen rijkswet financieel toezicht zal voorgehangen worden bij de Eerste Kamer (32.026 (R1888)) (T01220)

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer.


Kerngegevens

Nummer T01220
Status openstaand
Datum toezegging 6 juli 2010
Deadline 1 januari 2025
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden dr. G.H.M.M. ten Horn (SP)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Caribisch Nederland
financieel toezicht
voorhangbepalingen
Kamerstukken Uitvoering Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (34.269)
Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (32.026 (R1888))


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 36 - blz. 1585

Ten Horn (SP):

Wij vragen de regering verder of zij ter uitvoering van de motie-Van Bochove/Leerdam voornemens is om de voordracht voor het KB zoals bedoeld in artikel 35 van deze wet, tevens bij deze Kamer voor te hangen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 36 - blz. 1599

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Mevrouw Ten Horn vroeg: zal de regering een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voorhangen bij de Eerste Kamer? De motie-Van Bochove/Leerdam waarnaar mevrouw Ten Horn verwijst, voorziet in het voorhangen van het bedoelde besluit bij de Staten-Generaal en bij de Staten van Curaçao en Sint-Maarten. Ik lees dit zo dat het besluit ook zal worden voorgehangen bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal.


Brondocumenten


Historie







Toezegging De Eerste Kamer zal tweemaal per jaar geïnformeerd worden over de voortgang van de uitvoering van de plannen van aanpak inzake de AMvRB 'Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint-Maarten' (32.213 (R1903) (T01222)

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Laurier (GroenLinks), toe de voortgangsrapportages over de uitvoering van de plannen van aanpak inzake de AMvRB 'Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint-Maarten' tweemaal per jaar aan de Eerste Kamer te doen toekomen.


Kerngegevens

Nummer T01222
Status openstaand
Datum toezegging 6 juli 2010
Deadline 1 juni 2023
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden drs. J.P. Laurier (GroenLinks)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen Curaçao
landstaken
motie-Leerdam
plannen van aanpak
Sint Maarten
uitvoering
waarborging
Kamerstukken Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (32.213 (R1903))


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 36 - blz. 1579

Laurier (GroenLinks):

In de eerste plaats voorziet de algemene maatregel van rijksbestuur die een uitvloeisel is van de motie-Leerdam, erin dat er op basis van plannen van aanpak op genoemde punten wordt gewerkt aan de verdere organisatorische opbouw van de nieuwe autonome landen. De volledige status van autonoom land wordt pas bereikt als de plannen van aanpak zijn gerealiseerd. De AMvRB geldt in principe voor twee jaar maar kan telkens met twee jaar worden verlengd. Voor zowel intrekking als verlenging van de algemene maatregel is een besluit nodig, en dat besluit wordt voorgehangen bij het parlement. Op dat punt is het natuurlijk van belang dat wij hier en aan de overkant kunnen beoordelen of het punt bereikt is of juist niet, zodat het besluit kan worden ingetrokken dan wel verlengd. Mijn fractie is niet helemaal duidelijk hoe in de tussentijd de Kamers zullen worden geïnformeerd om dat oordeel te kunnen vellen.

Handelingen I 2009-2010, nr. 36 - blz. 1599

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

De heer Laurier vroeg hoe beide Kamers worden geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de plannen van aanpak. In de Tweede Kamer heb ik toegezegd de Kamer twee keer per jaar te informeren over die voortgang, gebaseerd op rapportages van de

voortgangscommissie. Als gevolg van de motie-Leerdam moet het ontwerp-KB over het al dan niet verlengen van de werkingsduur van de regeling aan beide Kamers worden voorgelegd. Het ligt dus in de rede dat ik de voortgangsrapportages ook aan de Eerste Kamer doe toekomen. Dat is bij dezen toegezegd.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Rechtstreeks werkende verdragsbepalingen (31.570) (T01443)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening.


Kerngegevens

Nummer T01443
Status openstaand
Datum toezegging 7 februari 2012
Deadline 1 januari 2027
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen artikel 93 Grondwet
artikel 94 Grondwet
rechtstreeks werkende verdragsbepalingen
Kamerstukken Herziening Grondwet (31.570)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 18-3 - blz. 27

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Het derde punt is slechts van redactionele aard, maar betreft ook echt een verbetering. De woorden "eenieder (…) verbinden" en "eenieder verbindende" in de artikelen 93 en 94 van de Grondwet zouden volgens mijn fractie inderdaad beter vervangen kunnen worden door "rechtstreeks (…) werken" respectievelijk "rechtstreeks werkende". De facto worden de formuleringen weliswaar al zo geïnterpreteerd, maar taalkundig is de nieuwe door de staatscommissie voorgestelde wijziging beslist een verbetering. "Onzuiverheid van taal verraadt onzuiverheid van denken", zei mijn leermeester. Ik wil niet zover gaan, maar als dit in één moeite door verbeterd kan worden, zijn wij daarvoor.

(...)

Handelingen I 2011-2012, nr. 18-5 - blz. 40

Minister Spies: Mevrouw Lokin doet een, zoals zij het zelf formuleerde, bijna redactioneel voorstel ten aanzien van de artikelen 93 en 94. Dat zal op enig moment zonder meer betrokken kunnen worden in een grondwetsherziening. Ik hecht er wel aan dat het een meer integrale grondwetsherziening kan zijn dan het kabinet nu voornemens is voor te bereiden.


Brondocumenten


Historie