Rappelabele toezeggingen Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Vooruitblik Rappel maart 2014)



Dit is het rappel vanaf 02-01-14 tot 02-07-14.

 




Toezegging Kinderopvangtoeslag doelgroepouders (33.212) (T01549)

De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Sent , toe de effecten van de koppeling van het recht op kinderopvangtoeslag voor doelgroepouders aan de duur van het traject naar werk, te monitoren.


Kerngegevens

Nummer T01549
Status voldaan
Datum toezegging 10 juli 2012
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen doelgroepouders
kinderopvangtoeslag
reïntegratie
Kamerstukken Grondslagen nieuwe bezuinigingen kinderopvangtoeslag (33.212)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 37-5- blz.42

Mevrouw Sent (PvdA): Het kabinet is voornemens om de kinderopvangtoeslag te koppelen aan de lengte en de omvang van een traject naar werk. Mijn fractie maakt zich zorgen over het risico dat doelgroepouders vanwege onzekerheid over welke uren ze op kunnen nemen, af zullen zien van het opnemen van kinderopvangtoeslag en daardoor minder gebruik zullen maken van de mogelijkheid een traject naar werk te volgen. Graag vraag ik de minister of hij bereid is om het aantal uren dat doelgroepouders gebruikmaken van kinderopvang te monitoren, de Kamer daarover te informeren en het te betrekken bij het opstellen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in 2014. 

Handelingen I 2011-2012, nr. 37-16- blz. 150-151

Mevrouw Sent (PvdA): Er was een vraag over het monitoren van het aantal uren dat doelgroepouders specifiek gebruikmaken van kinderopvang. Het antwoord op die vraag heb ik niet gehoord. De VNG uitte zorgen over de uitvoerbaarheid. Daar heeft de minister het over gehad, maar niet over de zorgen van de VNG over potentiële schuldenproblemen en de effecten die dit zou hebben op de doelgroepouders.

Mevrouw Sent (PvdA): Waar de VNG aandacht voor vraagt, is de urenfluctuatie bij de doelgroepouders en de problemen die dit oplevert met het afnemen van kinderopvang, het registreren van het aantal uren en de vergoeding die ze daarvoor krijgen. Deelt de minister deze zorg? Het gaat er niet om hoeveel geld er beschikbaar is voor doelgroepouders. Het gaat er meer om dat er vanwege de onzekerheid grotere risico's aan kleven voor doelgroepouders dan voor anderen.

Minister Kamp: Natuurlijk ben ik van plan om samen met de Belastingdienst, die ook over de gegevens beschikt, te bezien hoe dit in de praktijk uitpakt voor doelgroepouders. Het is de bedoeling dat doelgroepouders behoorlijk kunnen studeren, dat ze kunnen inburgeren en dat ze het re-integratietraject kunnen volgen. Wat er in dat verband redelijkerwijs moet worden gedaan met de kinderopvangtoeslag, willen wij graag doen. Het meerdere moet eraf, maar als wij dit terugbrengen tot wat volgens ons redelijk is, zullen we ook bezien of dit de effecten heeft die wij veronderstellen dat het zal hebben. Die ontwikkeling zullen wij volgen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Transparantie jaarverslag pensioenfondsen (33.182) (T01779)

De staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester, toe te bewerkstelligen dat pensioenfondsen in hun jaarverslag verduidelijken welk deel van hun vermogen in Nederland belegd is.


Kerngegevens

Nummer T01779
Status voldaan
Datum toezegging 9 juli 2013
Deadline 1 juli 2017
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen beleggingen
jaarverslagen
pensioenfondsen
vermogen
Kamerstukken Wet versterking bestuur pensioenfondsen (33.182)


Opmerking

Aan deze toezegging zou zijn voldaan met Artikel I, onderdeel E en Artikel II, onderdeel F van wetsvoorstel 33863 (Verzamelwet Pensioenen 2014). Dit onderdeel is echter vervallen met amendement-Lodders (33863, nr. 21)

Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 35-16-blz. 69

Staatssecretaris Klijnsma:

De heer Ester had nog een vraag. Hij zei dat als pensioenfondsen beleggen – wij weten dat die discussie nu ook speelt – het plezierig zou zijn als dat in het jaarverslag terug te zien is. Ik zal kijken in hoeverre ik dit tot stand kan brengen met de Pensioenfederatie. Ik vind het een heel heldere vraag. Het leidt tot transparantie voor degenen die bij het fonds zijn aangesloten.

Handelingen I 2012-2013, nr. 35-16-blz. 72

De heer Ester (ChristenUnie):

Tot slot dank ik de staatssecretaris voor de toezegging om pensioenfondsen te verzoeken om in hun jaarverslag op te nemen welk deel van het vermogen in Nederland belegd is en welke trends daarbij te onderkennen zijn.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Inwerkingtreding van de wet (33.085) (T01789)

De minister van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag  van het lid Scholten, toe dat de wet per 1 juli 2014 in werking zal treden. 


Kerngegevens

Nummer T01789
Status voldaan
Datum toezegging 8 juli 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Mr. M.C. Scholten (D66)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen herziening
inwerkingtreding
remigratie
Remigratiewet
Kamerstukken Heroverweging Remigratiewet (33.085)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 34 -2-  blz. 4

Mevrouw Scholten (D66):

De minister heeft in zijn nadere memorie van antwoord dan ook laten weten dat uitstel met een jaar zijn voorkeur niet heeft, maar dat als tegemoetkoming uitstel tot 1 juli 2014 bespreekbaar is. Mijn fractie wil ook de minister graag tegemoetkomen en is bereid deze handreiking van hem te aanvaarden. Deze handreiking wordt uiteraard ook aanvaard door alle door mij genoemde fracties. Ik vraag de minister dan ook om hier de onvoorwaardelijke toezegging te doen dat de gewijzigde Remigratiewet per 1 juli 2014 in werking zal treden.

Handelingen I 2012-2013, nr. 34 -2-  blz. 6

Minister Asscher:

Dat brengt mij op het betoog van mevrouw Scholten, die namens een indrukwekkende hoeveelheid partijen hier het woord voerde. In haar bijdrage gaf zij aan steun aan het beginsel van de herziening van de wet te willen geven, alsook tot overeenstemming met het kabinet te willen komen over de inwerkingtreding. Zij vroeg om nog eens heel duidelijk toe te zeggen wat de inwerkingtredingsdatum zou moeten worden. Ik zeg haar: 1 juli 2014 is definitief de datum dat de wet in werking treedt. Het is dus niet 1 januari volgend jaar, zoals in mijn schriftelijke inbreng stond.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Toetsing tewerkstellingsvergunning (33.475) (T01813)

Naar aanleiding van opmerkingen van de leden Terpstra en Swagerman bevestigt de minister van SZW dat het UWV bij de beoordeling van een tewerkstellingsvergunning indien nodig ook culturele of etnische functie-eisen mee zal laten wegen. 


Kerngegevens

Nummer T01813
Status voldaan
Datum toezegging 5 november 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Mr. B.J. Swagerman (VVD)
drs. G.H. Terpstra (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen arbeidsaanbod
tewerkstellingsvergunningen
vreemdelingen
Kamerstukken Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (33.475)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-10- blz. 59

Minister Asscher:

De gewijzigde Wet arbeid vreemdelingen is op zichzelf een wet die maatwerk beoogt te bieden. Voor iedere tewerkstellingsvergunning wordt individueel getoetst of er arbeidsaanbod aanwezig is voor de vacature, met de bijbehorende reële functie-eisen. Dat is cruciaal. Functie-eisen voor een chef in het Okura, die tientallen jaren getraind moet zijn in het op de juiste manier snijden van de rauwe vis, zijn niet hetzelfde als de functie-eisen voor het frietkot om de hoek bij de heer Terpstra. Er wordt gekeken naar de reële functie-eisen van de individuele werkgever. Die verschillen per vacature. Als blijkt dat voor een vacature geen arbeidsaanbod aanwezig is dan kan de werkgever ook na herziening van de wet een tewerkstellingsvergunning krijgen, mits aan de andere voorwaarden is voldaan. Dat geldt dus ook voor de Aziatische horeca. Van het voorbeeld van Hotel Okura dat door sprekers is genoemd, kun je aanvoelen dat het de toets gaat doorstaan en het die vergunning zal krijgen. Wel wordt er steeds gekeken of er aanbod aanwezig is dat aan de slag zou kunnen in de betreffende vacatures.

De heer Swagerman (VVD):

Ik hoor de minister zeggen dat reële functie-eisen een rol kunnen spelen in de toets die UWV doet. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat onder reële functie-eisen bij de Chinese horeca, de Thaise keuken en Hotel Okura, eigenlijk zou moeten worden verstaan cultureel getinte functie-eisen die betrekking hebben op kernproducten van die organisaties. Laat de minister dat dan ook als maatstaf hanteren door UWV?

Minister Asscher:

Ik heb gezegd dat het maatwerk is en dat er moet worden gekeken naar de reële functie-eisen. Dat soort elementen kunnen daar dus wel degelijk een rol bij spelen. Dat ben ik met de heer Swagerman eens. In antwoord op vragen van de heer Terpstra ga ik zo in op de veronderstelde wens van de klant om in een Chinees restaurant Chinees personeel aan te treffen. Daar ga ik een kanttekening bij plaatsen. Er moet niet al te licht worden verondersteld dat bij de smaakoriëntatie van een restaurant meteen alle culturele of etnische functie-eisen als reëel moeten verondersteld in het licht van de toetsing door UWV.

De heer Swagerman (VVD):

Ik ben er heel blij mee dat de minister nu voor het eerst – dat heeft hij in de stukken niet gedaan en tot op heden in het debat ook niet – het woord "maatwerk" heeft laten vallen waar het gaat om de concrete functie-eisen. Ik hoorde hem ook zeggen dat specifieke aspecten als culturele etniciteit en authenticiteit een rol spelen. Daar ben ik heel blij mee.

Minister Asscher:

Ja, maar niet te licht. Dat kan het geval zijn in het aangehaalde voorbeeld van het Okura. Dan kan worden geoordeeld dat bij die keuken een functie-eis reëel is van een opleiding die iemand anders uit het arbeidsaanbod niet heeft genoten. Dan mag die eis dus worden gesteld. Als er geen prioriteitgenietend aanbod is, kan de tewerkstellingsvergunning worden verleend. [...] Ik zie, net als het kabinet, geen bezwaar tegen een Chinees restaurant met uitsluitend Nederlandse koks in de keuken.

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-10- blz. 63

De heer Swagerman (VVD):

De minister heeft zeer goed geluisterd en voldoende meebewogen. Daar verdient hij lof voor. Ik had eerlijk gezegd een motie achter de hand om hem ertoe te bewegen om ons op dat punt tegemoet te komen, maar de toezeggingen om ruimte te bieden in de concrete functie-eisen, waaronder ook de cultureel getinte eisen, zijn voldoende tot hun recht gekomen.

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-10- blz. 66

Het is fijn dat de heer Swagerman van de VVD en ik elkaar goed hebben verstaan in dat interruptiedebat. Maatwerk kan ervoor zorgen dat functie-eisen een rol kunnen spelen bij de beoordeling. Vanzelfsprekend moet dat wel proportioneel zijn, want anders zegt ieder restaurant dat er per se een Chinese kok moet komen. Wij hebben elkaar heel goed begrepen en ik stel het op prijs dat hij daarom afziet van nadere uitspraken. Op die manier kunnen we de wet verder brengen.

Handelingen I 2013-2014, nr. 7-6-blz. 21

De heer Terpstra (CDA):

Tevens heeft de minister toegezegd dat het UWV maatwerk zal blijven leveren indien ondernemingen voor een deel afhankelijk zijn van werknemers buiten de EU. Op grond van deze argumentatie zullen wij voor het wetsvoorstel stemmen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging SER-advies arbeidsmigratie (33.475) (T01814)

De minister van SZW zal, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik, de kabinetsreactie op het SER-advies over arbeidsmigratie ook aan de Eerste Kamer aanbieden.


Kerngegevens

Nummer T01814
Status voldaan
Datum toezegging 5 november 2013
Deadline 1 april 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen arbeidsaanbod
arbeidsmigratie
arbeidsparticipatie
Kamerstukken Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (33.475)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-10- blz. 63

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Er zijn demografische ontwikkelingen waarvoor wij onze ogen niet kunnen sluiten. De tekorten op de arbeidsmarkt zullen steeds zichtbaarder worden, ook al hebben wij nu nog met een recessie te maken. Ik wil de minister niet uitlokken om daarover nu een uitgebreid exposé te geven. Hij heeft de WRR om een visie gevraagd. Ik verzoek hem om de betreffende kabinetsreactie ook naar onze Kamer te sturen. Dan kunnen wij daarover spreken.

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-10- blz. 66

Minister Asscher:

Mevrouw Strik zei dat wij bij dat bredere debat, nu wij dat per ongeluk toch voeren, ook moeten kijken naar demografische ontwikkelingen. Zij vroeg om de kabinetsreactie op het SER-advies over arbeidsmigratie te delen. Vanzelfsprekend doe ik dat graag. Prima.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Verlenging tewerkstellingsvergunning (33.475) (T01815)

Naar aanleiding van opmerkingen van de heer Swagerman bevestigt de minister van SZW  dat het UWV de tewerkstellingsvergunning kan verlengen bij opleidingen die in alle redelijkheid de duur van één jaar overschrijden. 


Kerngegevens

Nummer T01815
Status voldaan
Datum toezegging 5 november 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Mr. B.J. Swagerman (VVD)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen arbeidsparticipatie
bijscholing
tewerkstellingsvergunningen
Kamerstukken Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (33.475)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-3-blz. 7

De heer Swagerman (VVD):

Ten slotte nog een opmerking over het punt van opleiding. Er doen zich situaties voor – ik wijs u op de gesprekken die hierover door de Chinese horeca zijn gevoerd met het UWV en waarover wij brieven hebben gezien – waarin een sector of een groep werkgevers zeer wel bereid is te rekruteren uit het Nederlands aanbod van werkzoekenden en dat zich daar ook objectief gezien goede kandidaten aandienen, die echter nog wel nadere opleiding behoeven. De vraag die zich hier aandient, betreft de mate waarin van de werkgever verlangd kan worden daarin te investeren enerzijds en de mate waarin het UWV flexibel zal zijn anderzijds, door gedurende de opleidingstijd nog wel tewerkstellingsvergunningen af te geven. Zeker nu die een geldigheid krijgt van een jaar, zou dat niet al te weerbarstig hoeven te zijn. Dat is niet het vragen om een overgangsfase, zoals de minister naar het oordeel van mijn fractie ten onrechte casu quo abusievelijk stelt in de nadere memorie van antwoord. Dan gaat het erom dat je accepteert dat aanbod dat nog verder geschikt moet worden gemaakt, vanuit het potentieel, nog niet als prioriteitgenietend aanbod zou moeten worden aangemerkt. Geen overgangsfase, met andere woorden, maar fasering op basis van het door mij gebruikte bewijslastmodel van de juiste toepassing van de wettelijke criteria.

Handelingen I 2013-2014, nr. 6-10- blz. 60

De heer Swagerman (VVD):

De situatie zou zich kunnen voordoen dat een werkgever iemand opleidt gedurende een redelijkerwijs in acht te nemen termijn van meer dan een jaar. In dat jaar zou dan, gezien de systematiek van de wet, een nieuwe tewerkstellingsvergunning moeten worden afgegeven. Is er dan ook enige flexibiliteit ten aanzien van die tweede vergunning zolang die opleiding nog loopt?

Minister Asscher:

Het is alsof de heer Swagerman en ik dit hadden ingestudeerd, want dat is precies waar ik nu aan toe was. Binnenkort kan voor die tewerkstellingsvergunningen van anderhalf jaar een verlengingsaanvraag worden gedaan. Op dat moment zal UWV toetsen of de werkgever zich voldoende heeft ingespannen om koks op te leiden. Het blijft maatwerk. Als UWV ervan overtuigd is dat daar reële inspanningen worden gedaan, al zijn die nog niet afdoende beëindigd of is het nuttig en nodig om daar nog even mee door te gaan, kan die tewerkstellingsvergunning verlengd worden. Als UWV daarentegen vaststelt dat het een smoesje was, zal dat niet gebeuren. Op die manier willen wij daarmee omgaan. Je zou dus zelfs kunnen zeggen dat UWV eigenlijk in 2012 al is begonnen met de beoogde fasering zoals de heer Swagerman die hier net te berde bracht.

De heer Swagerman (VVD):

Verder heeft de minister toegezegd dat het UWV zich soepel zal opstellen bij opleidingen die in alle redelijkheid de duur van één jaar overschrijden. 


Brondocumenten


Historie