Dit voorstel legt de verantwoordelijkheid voor de veiligheidscontrole van passagiers en vracht bij respectievelijk de exploitant van een luchtvaartterrein en de luchtvaartmaatschappij. Tot dusver lag deze bij de overheid.
Zo wordt gevolg gegeven aan internationale verplichtingen en aanbevelingen op het terrein van beveiliging van de burgerluchtvaart.
De minister van Justitie behoudt adequate mogelijkheden tot toezicht op deze taakuitoefening.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 18 april 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, GroenLinks en D66 stemden tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 april 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. D66, GroenLinks en OSF is daarbij aantekening verleend.
ingediend
16 juni 1999titel
Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op luchtvaartterreinenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende onderdelen van artikel I verschillend kan worden vastgesteld
4
-
16 april 2002
behandeling en stemming (hamerstuk) - aantekening: D66, GL en OSF) Handelingen EK 2001/2002, nr. 25: blz. 1287 -
18 april 2001
stemming (aangenomen, tegen: SP, GL en D66) Handelingen TK 2000/2001, nr. 69: blz. 4615 -
12 april 2001
voortzetting behandeling Handelingen TK 2000/2001, nr. 68: blz. 4568-4578 -
11 april 2001
behandeling Handelingen TK 2000/2001, nr. 67: blz. 4515-4523