Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering

Dit wetsvoorstel regelt de implementatie van richtlijn (EU) 2022/2464 inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD). Met deze richtlijn worden bepaalde ondernemingen verplicht om in hun bestuursverslag te rapporteren over de duurzaamheid van hun activiteiten. Ook worden de voorschriften over het algemeen beschikbaar stellen van de duurzaamheidsrapportering door beursvennootschappen wettelijk vastgelegd. Voor deze implementatie worden onder andere het Burgerlijk Wetboek (Boek 2), de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) en de Wet op het accountantsberoep (Wab) gewijzigd.

De richtlijn duurzaamheidsrapportering heeft tot doel de kwaliteit, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsverslaggeving door ondernemingen te verbeteren. De richtlijn maakt deel uit van het actieplan voor de financiering van duurzame groei van de Europese Commissie en past binnen de Europese Green Deal en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.

De rapportageverplichting geldt voor grote ondernemingen, waaronder beursgenoteerde vennootschappen (behalve microvennootschappen), grote niet-beursgenoteerde ondernemingen, banken en verzekeringsmaatschappijen, en — onder bepaalde voorwaarden — dochters of bijkantoren van niet-EU-moedermaatschappijen met substantiële activiteiten in de Europese Economische Ruimte (EER).

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.

ingediend

13 januari 2025

titel

Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

• 1. 

  Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van artikel XIII dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
• 2. 

  Artikel XIII werkt terug tot en met 1 januari 2024 en vervalt met ingang van 1 januari 2027.