Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-V) en het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van conservatoire afname van celmateriaal en enkele andere wijzigingen met betrekking tot DNA-onderzoek. Conservatoire afname van celmateriaal houdt in dat celmateriaal bij verdachten tijdens het opsporingsonderzoek wordt afgenomen, beveiligd wordt opgeslagen (geconserveerd) en pas na een eventuele veroordeling mag worden gebruikt voor het bepalen en verwerken van een DNA-profiel.
Met dit wetsvoorstel wordt het moment van afname van het celmateriaal in de tijd naar voren gehaald. Op dit moment wordt celmateriaal pas na een veroordeling afgenomen. Onderhavig wetsvoorstel regelt de afname van het celmateriaal in het stadium van het opsporingsonderzoek, als de verdachte in handen is van de politie. Het celmateriaal zal in een beveiligde omgeving worden bewaard. Pas na een veroordeling in de zin van de Wet DNA-V zal het celmateriaal worden gebruikt voor het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. Als er geen veroordeling volgt in de zin van de Wet DNA-V wordt het afgenomen celmateriaal direct vernietigd. Dit wetsvoorstel voorziet daarnaast in enkele wijzigingen van de regeling over het DNA-onderzoek in het Wetboek van Strafvordering, met als doel de uitvoering van die regeling te verbeteren. De voorgestelde wijzigingen in dit wetsvoorstel beperken zich tot Europees Nederland en zijn dus niet toepasbaar op de BES-eilanden.
Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.
ingediend
26 mei 2025titel
Wijziging van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van conservatoire afname van celmateriaal en enkele andere wijzigingen met betrekking tot DNA-onderzoekschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.