Rappelabele toezeggingen Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Rappel juli 2012)



Dit is het rappel tot 02-07-12.

 




Toezegging overleg met de staatssecretaris van SZW (31.736) (T01057)

De minister gaat, nar aanleiding van opmerkingen van het lid Slagter-Roukema, in overleg met de staatssecretaris SZW na, hoe in het kader van schuld hulpverlening de ‘tweedemaands brief’ kan dienen als een ‘early warning’ signaal aan bijvoorbeeld gemeenten.


Kerngegevens

Nummer T01057
Status voldaan
Datum toezegging 23 juni 2009
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen early warning
schulden
schuldregelingen
wanbetalers
zorgverzekeringen
Kamerstukken Structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering (31.736)


Uit de stukken

Handelingen 2008-2009, nr. 36, blz. 1647-1671

(...)

Blz. 1652

Mevrouw Slagter-Roukema (SP): “Kan de minister in dit verband toezeggen dat hij er bij zijn collega van SZW op zal aandringen dat in de wettelijke regeling van gemeentelijke schuldhulpverlening geregeld wordt dat alle publieke voorzieningen en nutsvoorzieningen meewerken aan een minnelijke schuldenregeling?”

(…)

Blz. 1659

Minister Klink: “In de tweedemaandsbrief wordt dus direct een aanbod voor schuldhulpverlening gedaan. Daar vindt dus in feite een scheiding plaats tussen de nietkunners en de nietwillers, want na twee en opnieuw na vier maanden wordt eenieder gewezen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Ik zei al dat het kabinet daarin investeert via de staatssecretaris van Sociale Zaken. Toen ik mij verdiepte in deze materie, heb ik mij voorgenomen om nog eens na te gaan in hoeverre in het protocol dat wordt gesloten tussen NVVK, Zorgverzekeraars Nederland, de gemeenten en dergelijke instanties, de twee- en viermaandenbrief via het inlichtingenbureau een soort signaal kan doen ontstaan waardoor gemeenten vrij actief de mensen benaderen die betalingsachterstand beginnen op te lopen. Dat is wat staatssecretaris Klijnsma wil. Wellicht dat dit, gevoegd bij andere signalen, een krachtig signaal kan geven voor gemeenten om op te treden. Ik zal dit protocol nog eens tegen dat licht houden.”

(…)

Blz. 1666

Minister Klink: “Mevrouw Slagter vroeg in hoeverre ik bij de staatssecretaris van SZW erop kan aandringen dat alle schuldeisers meewerken aan een minnelijke schuldregeling. De

schuldhulpverlening is er natuurlijk op gericht om het totaal van de schulden die iemand heeft mee te nemen in het oplossen van de schuldenproblematiek. Wat mevrouw Slagter vraagt is het uitgangspunt van het geheel. Ik zal aan de staatssecretaris van SZW vragen in hoeverre wij gemeenten kunnen vragen in hoeverre die ″tweedemaandsbrief″ direct een aanknopingspunt kan zijn voor proactief optreden.”

(…)

Blz. 1670

Minister Klink: “Ik zal met de staatssecretaris van SZW bespreken in hoeverre de

schuldhulpverleningstrajecten vanaf de tweede maand met spoed kunnen worden aangevat op basis van de signaalwaarde die daarvan uitgaat.”

(…)

Minister Klink: “In relatie tot een early warning het volgende. Ik gaf zo-even al aan dat ik met de staatssecretaris van SZW zal overleggen over de vraag in hoeverre de tweedemaandsmelding, en het feit dat de gemeenten via het IB in kennis worden gesteld, een signaalwaarde kan zijn na alles uit de kast gehaald te hebben, om mensen te vrijwaren van eventuele bestuursrechtelijke premie.”


Brondocumenten


Historie







Toezegging Plan van aanpak evaluatiecommissie(29.248/29.247) (T01101)

De minister van VWS stuurt de Kamer het plan van aanpak van de evaluatiecommissie toe; de veldpartijen worden bij de opstelling van dit plan betrokken.


Kerngegevens

Nummer T01101
Status voldaan
Datum toezegging 3 november 2009
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Schriftelijk overleg
Categorie evaluatie
Onderwerpen Diagnose Behandeling Combinaties
evaluaties
Kamerstukken Diagnose Behandeling Combinaties (DBC's) (29.248)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2009-2010, C,  blz. 11

Minister Klink:

Ik heb inderdaad toegezegd een evaluatiecommissie op te zetten die tussentijds en na 3 jaar de ontwikkeling zal monitoren. Deze commissie zal breed worden ingezet […] Ik ben bereid u spoedig, nadat deze commissie formeel is samengesteld, mijn plan van aanpak hierover toe te sturen. Ook bij het opstellen van het plan van aanpak zal ik de veldpartijen betrekken.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Administratieve lasten (29.248 /29.247) (T01102)

De minister van VWS zegt de Kamer toe de administratieve lasten bij de evaluatie te betrekken.


Kerngegevens

Nummer T01102
Status voldaan
Datum toezegging 3 november 2009
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Schriftelijk overleg
Categorie evaluatie
Onderwerpen administratieve lasten
Diagnose Behandeling Combinaties
evaluaties
Kamerstukken Diagnose Behandeling Combinaties (DBC's) (29.248)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2009-2010, C,  blz. 14

Minister Klink:

Voor wat betreft de administratieve lasten die voortvloeien uit de prestatie-indicatoren stel ik het volgende vast. De benodigde data worden door alle zorgaanbieders reeds  geregistreerd: het gaat hier om data die de zorgaanbieder inzichtelijk moet hebben om een goede kwaliteit van zorg te kunnen leveren. De extra handeling zit in het aanleveren van die informatie met het oog op de verantwoording van de geleverde kwaliteit. Voor de keten informatie systemen (KIS) die zijn ontwikkeld voor het ondersteunen van de ketenzorg is het rapporteren één van de standaard functies. De impuls die daarmee aan de kwaliteit wordt gegeven, rechtvaardigt deze minimale extra stap. Ik zeg u echter toe dat ik de eerder genoemde evaluatiecommissie zal vragen om dit punt van de administratieve lasten uitdrukkelijk mee te nemen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Advies basisverzekering (29.248/29.247) (T01104)

De minister van VWS informeert de Kamer in de loop van 2010 over de conclusies die hij zal verbinden aan het advies van het CVZ over het al dan niet opnemen van zorgonderdelen in de basisverzekering.


Kerngegevens

Nummer T01104
Status voldaan
Datum toezegging 3 november 2009
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Schriftelijk overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen basisverzekering
Diagnose Behandeling Combinaties
Kamerstukken Diagnose Behandeling Combinaties (DBC's) (29.248)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2009-2010, C,  blz. 8

Minister Klink:

In Nederland is het niet automatisch zo dat zorg die in een richtlijn of zorgstandaard wordt beschreven tot het verzekerd pakket behoort. Het wel of niet opnemen van zorg in het basispakket vergt noodzakelijke afwegingen ten aanzien van de doelmatigheid, effectiviteit en budgettaire inpasbaarheid daarvan. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) heeft

hierbij een belangrijke adviserende taak. Voor diabeteszorg valt bijvoorbeeld het onderdeel fysiotherapie van de gecombineerde leefstijlinterventie en podotherapie geleverd door een podotherapeut niet onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Ook voor COPD en CVR valt hetzelfde fysiotherapie-onderdeel buiten het pakket. Het CVZ zal in het voorjaar adviseren over het al dan niet opnemen van deze onderdelen in de basis verzekering. Ik zal u in de loop van het volgend jaar informeren over de conclusies die ik daaraan wil verbinden.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Vrije artsenkeuze (29.248/29.247) (T01109)

De minister van VWS stemt het punt van vrije artsenkeuze af met de NMa en de evaluatiecommissie, en zal de Kamer van de ontwikkelingen op de hoogte houden.


Kerngegevens

Nummer T01109
Status voldaan
Datum toezegging 3 november 2009
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Schriftelijk overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen Diagnose Behandeling Combinaties
huisartsen
patiënten
Kamerstukken Diagnose Behandeling Combinaties (DBC's) (29.248)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2009-2010, C,  blz. 17, 18

Minister Klink:

In feite is de vrije artsenkeuze niet anders dan bij de andere zorgvormen die worden aangeboden in Nederland. Zorgverzekeraars sluiten contracten met zorgaanbieders over de te leveren zorg in een bepaald gebied. Patiënten zijn te allen tijde vrij bij derden zorg te vragen indien zij dat wenselijk vinden, afhankelijk waar de zorgverzekeraar de contracten heeft afgesloten. Bovendien kunnen zorgaanbieders ook nog terugvallen op de bestaande bekostiging voor chronisch zieken, waarvoor over het algemeen geen contracten hoeven te worden afgesloten. Echter, het punt van keuzevrijheid zal ik afstemmen met de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en uiteraard ook laten bezien door de begeleidingscommissie. Ik houd zowel u als de Tweede Kamer nauwgezet op de hoogte van de ontwikkelingen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Herinrichting VWS-verzekerdenmonitor (32.150) (T01264)

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Swenker, toe na te gaan hoe de VWS-verzekerdenmonitor kan worden heringericht, zodat duidelijk wordt om welke groepen onverzekerden het gaat.


Kerngegevens

Nummer T01264
Status voldaan
Datum toezegging 15 februari 2011
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden mr. R.H. van de Beeten (CDA)
G. van den Berg (SGP)
drs. J. Hamel (PvdA)
drs. T.M. Slagter-Roukema (SP)
mr. P. Swenker (VVD)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen monitoring
onverzekerden
verzekeringsplichten
zorgverzekeringen
Kamerstukken Opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (32.150)


Uit de stukken

Handelingen I 2009/10, nr. 18 - blz. 25-31, 45-53

blz. 27

Mevrouw Swenker (VVD;

Inhoudelijk rijst de vraag over wie wij het hebben. Wie zijn die onverzekerden? Vervolgens rijst de vraag: maken wij niet van een mug een olifant? Volgens de VVD-fractie zijn de cijfers van de VWS-verzekerdenmonitor niet echt duidelijk. [...]Kortom, de VVD-fractie zou graag van de minister willen weten wie die 100.000 onverzekerden nu echt zijn en heeft dan ook het dringende verzoek aan de minister om de verzekerdenmonitor zo te herinrichten dat de cijfers klip-en-klaar zijn, zonder overlap of gaten tussen de betreffende groepen.

blz. 48

Mevrouw Swenker (VVD):

Dan kom ik terug bij het begin. Hebben wij een precies overzicht van de groeperingen die het betreft en van de bijbehorende situaties? Dan kun je namelijk per groep bekijken wat de beste oplossing is. Dan houd je misschien wel een aantal dingen over die per wet gewijzigd moeten worden, maar dan weten we tenminste precies waarover we het hebben.

blz. 49

Minister Schippers:

Mevrouw Swenker vroeg of de VWS-verzekerdenmonitor kan worden heringericht, zodat die betere informatie geeft. Ik ben bereid te bezien of wij een verbeteringsslag kunnen maken. We weten nu alleen maar naam en adres. Dat is alles, maar dat is niet veel. We kunnen onderzoek doen en kijken of wij meer kunnen achterhalen. Die toezegging doe ik.

blz. 51

Mevrouw Swenker (VVD):

Ik dank de minister voor haar antwoorden. Met name zeg ik haar dank voor de toezegging om te komen tot een onderzoek naar de verschillende groepen die onverzekerd blijken te zijn. Wij zullen dan ook met meer dan buitengewone belangstelling de verzekeringsmonitor 2011 afwachten, want wij zijn nieuwsgierig wat daarin komt te staan.

blz. 53

Minister Schippers:

Mevrouw Swenker zei dat zij uitziet naar de VWS-verzekerdenmonitor 2011. Hoeveel de monitor verbetert, is afhankelijk van het tijdstip waarop de wet ingaat. De wet heeft zo'n anderhalf jaar nodig om in te draaien. Langzaam maar zeker zullen groepjes worden ingevoegd. Dat heeft sowieso anderhalf jaar nodig. Dan kunnen wij het inderdaad beter bekijken. Wij weten het nu niet omdat wij de bestanden niet kunnen vergelijken. Dat regelen wij in dit wetsvoorstel. Zodra wij de bestanden kunnen vergelijken, kunnen wij een veel beter beeld van de groepen onverzekerden krijgen dan nu. Ik denk dat het heel belangrijk is om dat beeld te hebben. Ik zei dat dit een wetswijziging is, maar daarmee is het niet klaar. Als je een beeld hebt van een groep, kun je nagaan of je met maatwerk kunt interveniëren bij die groep.



Historie







Toezegging Analyse huidige wetten in relatie tot de elektronische uitwisseling (31.466) (T01277)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Thissen, toe dat er een scan wordt gemaakt van de bestaande wetten zoals de WGBO om te kijken of deze verbeterd kunnen worden in relatie tot de elektronische uitwisseling van gegevens. Het resultaat van deze scan zal voor de zomer worden gepresenteerd aan de Kamer.


Kerngegevens

Nummer T01277
Status voldaan
Datum toezegging 10 mei 2011
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden C. P. Thissen (GroenLinks)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie legisprudentie
Onderwerpen analyse
elektronische patiëntendossiers
scan
Kamerstukken Elektronisch patiëntendossier (31.466)


Uit de stukken

EK 31.466 AB, verslag mondeling overleg, blz. 2-3

De heer Thissen (GroenLinks):

"Deze Kamer heeft in grote meerderheid, met uitzondering van de fracties van D66 en het CDA, de motie gesteund waarin de minister gevraagd is om te stoppen met het landelijk schakelpunt. Wij willen het debat daarover niet overdoen, maar zijn wel benieuwd naar de manier waarop de minister de verantwoordelijkheid in dat moratorium, die afbouwperiode, gaat waarmaken. Hoe gaat de minister dat, op basis van die regionale epd-veiligheid en het gebruik van het burgerservicenummer ten behoeve van uitwisseling in de zorg -- zo heet het wetsvoorstel feitelijk; dat is ten onrechte "elektronisch patiëntendossier" gaan heten waardoor er allerlei doembeelden zijn opgekomen -- in de tussentijd doen? Welke rol speelt Nictiz daarin? Dat is in de kern de toelichting die nu nog nodig is."

Minister Schippers:

" Wij vinden het belangrijk om zorgvuldigheid te betrachten tegenover de organisaties die jarenlang werk hebben gedaan voor ons: Nictiz, het landelijk schakelpunt. Wij hebben niet de dag na het Kamerdebat overal de stekker uitgetrokken. Wij hebben gezegd: wij hanteren een overgangstermijn van drie maanden waarin organisaties zelf kunnen kijken hoe zij hun toekomst zien. Dat daar geen overheidsbemoeienis bij komt, is evident. Ik heb dat ook hier al aangegeven. Nictiz kijkt nu naar de mogelijkheden tot elektronische uitwisseling hierna. Ik bekijk dat met alle koepels. Daarbij wordt ook gekeken naar de financiering. Een deel van Nictiz zal altijd door ons gefinancierd worden. Dat is het deel dat zich bezighoudt met de standaarden, de ontwikkeling daarvan, en de protocollen. Die hebben wij gewoon nodig, ook voor de regionale systemen. Wij moeten er gewoon voor zorgen dat wij in één taal met elkaar spreken. Daarvoor zijn echter niet de 100 mensen nodig die er nu zitten.

Wij hanteren een overgangstermijn van drie maanden, dus op 11 juli is bekend hoe het verdergaat. Daartoe hebben wij wel besloten. Ik vind zelf dat als de overheid geen verantwoordelijkheid heeft, deze ook geen financiële bemoeienis heeft met het LSP. Dat geldt ook voor het klantenloket. Het klantenloket is wel heel belangrijk, want dat geeft de gebruikers van welk epd dan ook toegang tot informatie daarover en de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Dat hangt evenwel meer samen met de wetten die wij moeten aanpakken. Welke eisen stellen wij nu eigenlijk aan elektronische uitwisseling? Dat gaan wij bekijken in de bestaande wetten. Ik ga dus geen nieuw wetsvoorstel over de elektronische uitwisseling van gegevens maken. Ik kom voor de zomer echter wel naar de Eerste en Tweede Kamer met een resultaat van de scan van wat er nu eigenlijk met al die wetten moet gebeuren. Wat moet er gebeuren met de Wet bescherming persoonsgegevens en de WGBO? Zit daar voldoende in? Zijn deze onvoldoende? In het wetsvoorstel dat is verworpen, zaten verbeteringen. Ik wil natuurlijk zien hoe die verbeteringen in de bestaande wetten kunnen worden opgenomen. Daarvoor neem ik even de tijd. Voor de zomer kom ik daarmee bij uw Kamer terug. Is dit voldoende?

De heer Thissen (GroenLinks):

" Ja. Zegt u hiermee feitelijk dat u werkt aan een veilige digitale uitwisselingsstructuur zonder verantwoordelijkheid voor het landelijk schakelpunt te nemen?"

Minister Schippers: "Ik wil in elk geval mijn verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de wettelijke omgeving. Daarom scan ik de huidige wetten en heb ik het voornemen om de huidige wet op te plussen in plaats van met een nieuw wetsvoorstel te komen. Verder wil ik zorgvuldig zijn ten aanzien van organisaties als Nictiz."

EK 31.466 AB, verslag mondeling overleg, blz. 6

Minister Schippers: "De eerste exercitie is er echt een van juristen. Wij gaan echt juridisch kijken. Ik weet niet of het College daar nog bij betrokken is. Volgens mijn ambtenaren is dat het geval. Er wordt in elk geval juridisch naar gekeken: voldoen deze wetten, zijn ze houdbaar, zijn ze voldoende up-to-date in relatie tot de elektronische uitwisseling? Daarna komt het wetgevingstraject. Ik kom eerst met de analyse naar u toe. Op basis van die analyse bekijk ik welke wetswijzigingen wij moeten hebben. Die gaan naar de Raad van State. Dat traject neemt altijd enige tijd in beslag."


Brondocumenten


Historie







Toezegging Overschrijdingen gezondheidszorg (29.689 / 30.597, G) (T01372)

De minister van VWS onderstreept het belang om de informatie over overschrijdingen in de gezondheidszorg eerder beschikbaar te krijgen en zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid De Grave, toe prioriteit te geven aan het op orde brengen van de informatievoorziening over de zorgproductie en de Kamer op de hoogte te houden van de gemaakte vorderingen.


Kerngegevens

Nummer T01372
Status voldaan
Datum toezegging 5 juli 2011
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Mr. F.H.G. de Grave (VVD)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie legisprudentie
Onderwerpen gezondheidszorg
informatie
overschrijdingen
Kamerstukken Toekomst AWBZ (30.597)
Herziening Zorgstelsel (29.689)
Geestelijke gezondheidszorg (25.424)


Uit de stukken

Mondeling Overleg, 2010-2011, nr. 29.689/30.597 - blz. 4-6

Minister Schippers: Het probleem van de gezondheidszorg is dat aanpassingen niet, zoals op andere beleidsterreinen, op Prinsjesdag gebeuren en worden meegenomen in begrotingbehandeling, maar in de voorjaarsnota worden geregeld; en niet in die van het lopende jaar maar van een jaar terug. Het probleem van de gezondheidszorg is dat we alles pas zo laat zien, omdat de informatievoorziening ook pas zo laat echt goed op orde is. Bij de ziekenhuizen hebben de dbc's sowieso een sluitingstijd van een jaar. Wij zijn overigens hard bezig om hiervoor oplossingen te vinden. Het eerste wat ik deed toen ik begon, was hierover spreken met de minister van Financiën. We hebben daarvoor meteen een werkgroep ingesteld. Ook Zorgverzekeraars Nederland heeft met een aantal partijen een werkgroep in het leven geroepen. Hoe kunnen we de informatie sneller krijgen zodat wij sneller in de gaten hebben wat er gebeurt? Dan kun je sneller ingrijpen en zijn kleinere ingrepen noodzakelijk om bij te sturen en binnen het kader te blijven. Als je de cijfers pas achteraf ziet, is het al gebeurd en kun je er niets meer aan doen.

De heer De Grave (VVD): [...] In de volksgezondheid werkt het anders, omdat de premies op tijd moeten worden vastgesteld en de hele uitvoeringswereld vraagt om tijdige informatie. Alles moet worden uitgewerkt en daarom is met het veld afgesproken dat het tijdig gebeurt. Als we meer tijd willen, is het enige wat we kunnen doen, maximaal inzetten op het eerder beschikbaar krijgen van de informatie over overschrijdingen in het jaar t-1 dan nu. Nu komt die echt te laat en lopen we steeds tegen hetzelfde probleem aan. De Kamer dan wel de uitvoerende partijen zijn boos. Er is altijd een probleem. Volgens mij is het mogelijk om die informatie eerder te krijgen dan pas in mei. Kan de minister toezeggen ons als Kamer zo snel mogelijk te informeren over wat er concreet kan worden afgesproken? Het moet mogelijk zijn om die informatie, misschien op een aggregatieniveau van 95%, eerder te hebben. Dat is de enige manier om dit probleem op te lossen.

De voorzitter: Kan de minister dit toezeggen? Dan noteren we dat.

Minister Schippers: Dit traject hebben we voluit ingezet. Het heeft te maken met de contractering door verzekeraars. We hebben ook met de verzekeraars afgesproken -- toevallig is dit gisteren ondertekend -- * dat ze niet meer aan het eind van het jaar gaan contacteren. Als ze pas in november contracteren, wordt het allemaal heel onbeheersbaar.

Als je al in april voor het komende jaar contracteert, kun je in juli of augustus zeggen: we lopen uit de pas. Dan is het ook afgelopen met de overschrijdingen die er elke keer zijn, want je kunt afspraken maken. Het is dan allemaal veel makkelijker bij te sturen, zonder grote ingrepen. Ik zeg van harte toe dat het op orde brengen van die informatievoorziening een prioriteit is en dat wij de Kamer op de hoogte houden van de vorderingen die we daarin maken. We hebben nu principeafspraken gemaakt met verschillende partijen om het te versnellen. Die moeten natuurlijk nog wel harder worden. Uiteindelijk moeten we zeggen: dit zijn de termijnen, hieraan kunnen we elkaar houden. Dan kunnen we wellicht in juli, augustus in de boeken van de verzekeraars bekijken hoe het erbij staat. Op basis daarvan kunnen we dan eventueel aanpassingsmaatregelen treffen. De angel zit in de uitvoering van de verzekeraars, die dat halfjaar nodig hebben voor premieberekening en risicoverevening.


Brondocumenten


Historie