Dit wetsvoorstel verbetert in de Wet op het notarisambt de regeling voor de legalisatie van handtekeningen van notarissen om praktische bezwaren in verband met grote aantallen legalisaties te ondervangen. De notaris deponeert zijn handtekening en paraaf bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en direct na de eedsaflegging ook bij de griffie van de rechtbank waar de eed is afgelegd. De president van die rechtbank is bevoegd de handtekening te legaliseren en kan andere presidenten binnen het ressort machtigen die handtekening te legaliseren. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van deze dienstverlening verbeterd.
Met dit voorstel worden ook de eisen voor benoeming tot notaris en waarnemer versoepeld. Daarnaast worden ook een aantal wetstechnische en redactionele verbeteringen aangebracht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.569, A) is 10 oktober 2013 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 20 mei 2014. Het voorstel is op 27 mei 2014 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.
ingediend
8 maart 2013titel
Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van handtekeningen van notarissenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
2.Artikel III, onderdeel B, het eerste onderscheidenlijk het tweede onderdeel, werkt terug tot en met 1 januari 2013.
4