Dit wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2019 en wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968. Met dit wetsvoorstel wordt artikel 1 van de Europese richtlijn (richtlijn 2017/2455 van 5 december 2017) wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen (richtlijn elektronische handel), die het verrichten van grensoverschrijdende digitale diensten aan consumenten vereenvoudigen voor ondernemers, met ingang van 1 januari 2019 geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Informatie over de totstandkoming van de richtlijn is te vinden in het Edossier E160050.
De bepalingen van de artikelen 2 en 3 van de richtlijn moeten worden geïmplementeerd met ingang van 1 januari 2021. In een latere fase zullen daarvoor bepalingen in een afzonderlijk wetsvoorstel worden opgenomen.
Het voorstel (TK, 2) is op 15 november 2018 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA en ChristenUnie.
Tegen: FvD en PVV.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2018 na stemming bij zitten en opstaan stemmen aangenomen.
Voor: SGP, ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, OSF, SP en D66.
Tegen: PVV.
De plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer, gezamenlijk met de andere wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2019, met het voorstel Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking (35.030) en met het voorstel Wet fiscale maatregel rijksmonumenten (34.556), vond plaats op 11 december 2018.
Op maandag 19 november 2018 werd voor de Commissie Financiën (FIN) een technische briefing door medewerkers van het ministerie van Financiën verzorgd.
ingediend
18 september 2018titel
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari 2019.
8