Impressie van het debat over controversialiteit



Hoffelijkheid wijkt voor landsbelang

De Eerste Kamer heeft dinsdag 9 maart in haar plenaire vergadering gedebatteerd en beslist over het al dan niet controversieel verklaren van aanhangige wetsvoorstellen in verband met demissionaire status van een kabinet. Dit was aan de orde vanwege de demissionaire status van het kabinet Balkenende IV nadat de PvdA-ministers hun ontslag hadden ingediend en dit ontslag ook is verleend. Alleen ministers van CDA en ChristenUnie zijn aangebleven in het demissionaire kabinet dat  op verzoek van de Koningin al datgene doet dat in het belang van het land wordt geacht.

Van de twintig wetsvoorstellenPDF-document waarvoor wisselende minderheden een controversieel verklaring bepleitten, haalde er uiteindelijk niet één de status van controversieel. Alleen over de Crisis- en Herstelwet (32.127) en de Winkeltijdenwet (31.728) werd op verzoek van senator Koffeman van de Partij voor de Dieren bij zitten en opstaan gestemd.   

Fractieleider Rosenthal van de VVD bracht als eerste spreker over het agendapunt van de controversialiteit een principieel bezwaar naar voren. Zijn fractie vindt het dubieus dat het wetgevingsproces in de Eerste Kamer afhankelijk wordt gesteld van de uitslag van de verkiezingen van de Tweede Kamer. 'Wij zijn verontrust over deze gang van zaken, en dit standpunt heb ik ook in december 2006 verwoord toen controversialiteit aan de orde was. Daarin is geen verandering opgetreden', aldus Rosenthal. 'Als op een bepaald moment controversialiteit aan de orde is, dient de besluitvorming over specifieke wetsvoorstellen zich te voltrekken volgens de gewone meerderheidsregel. Zoals in al dit soort zaken wil de VVD respect opbrengen voor datgene wat de minderheid in deze Kamer wenst. Maar de minderheid hoeft over dit soort zaken nooit te wanhopen, omdat wij in deze Kamer geregeld te maken hebben met wisselende meerderheden', zo betoogde fractieleider Rosenthal. Zijn visie gaf aanleiding tot interrupties van andere fractieleiders.

Het debat in de senaat wierp een wisselend licht op het begrip ‘controversieel’, afhankelijk van de politieke invalshoek van de afzonderlijke fracties. Senator Schuurman, fractievoorzitter van de ChristenUnie, belichtte de parlementaire geschiedenis. Ooit gold de regel dat een wetsvoorstel controversieel werd verklaard als 13 senatoren van mening waren dat de Eerste Kamer een onderwerp moest laten rusten tot er weer een volwaardig kabinet zou zijn aangetreden. Na de val van het vorige kabinet Balkende in december 2006 werd deze getalsmatige grens losgelaten, maar nog altijd gold als regel dat de meerderheid ‘uit hoffelijkheid’ de wens van een ‘substantiële minderheid’ zou respecteren.

Substantieel of aanmerkelijk?

CDA-fractievoorzitter Werner gaf dinsdag 9 maart in een kort debat aan dat zijn fractie ook van deze ongeschreven regel wil afwijken. Het CDA wil, in de woorden van Werner, een ‘aanmerkelijke minderheid’ die een wetsvoorstel niet meer wenst te behandelen onder een demissionair kabinet in het algemeen wel tegemoet komen. Maar in het geval van de Crisis- en herstelwet, waarbij 20 senatoren hadden aangegeven deze ‘controversieel’ te willen verklaren en dus niet te willen behandelen moet, aldus Werner, ‘de hoffelijkheid wijken voor het landsbelang.’

Daartoe uitgedaagd door SP-fractievoorzitter Kox stelde Werner dat de CDA-fractie in het voortraject van de Crisis- en herstelwet ‘al zeer hoffelijk’ is geweest door tweemaal in te stemmen met uitstel van de behandeling in plenair debat. “Als dat niet was gebeurd had de wet al in het Staatsblad gestaan vóór de val van het kabinet. Maar nu de wet voor 16 maart is geagendeerd wil de CDA-fractie niet nog een keer uitstel of zelfs afstel”, aldus Werner.

Fractievoorzitter Schouw van D66 laakte dit gebrek aan hoffelijkheid jegens een substantiële minderheid. Zijn GroenLinks-collega Thissen stelde dat de CDA-fractie hiermee vooral tegemoet wil komen aan premier Balkenende, voor wie de Crisis- en herstelwet een ‘prestigeproject’ zou zijn. De PvdA-fractie verklaarde bij monde van fractievoorzitter Noten dat zijn fractie geen enkel voorstel controversieel wil verklaren, ook niet de Crisis- en herstelwet. “Maar dit betekent niet dat de PvdA daarmee zich automatisch tot voorstander verklaart van deze wet. Wij zeggen alleen dat de Crisis- en Herstelwet wat ons betreft volgende week aan de orde kan komen in deze Kamer. Aan de hand van de opstelling van de regering bepalen we vervolgens of de PvdA-fractie voor of tegen zal.”

Rekbaar

Hoe rekbaar de begrippen ‘controversieel’ en ‘substantiële minderheid’ zijn, bleek eveneens bij de discussie over een aanpassing van de Winkeltijdenwet, waarvan fracties met bij elkaar 33 Kamerzetels hebben aangegeven dat zij dit voorlopig niet willen behandelen. Het wetsvoorstel legt beperkingen op bij het openstellen van winkels op zondag. Senator Thissen van GroenLinks suggereerde dat de ChristenUnie op dit punt haar zin krijgt in ruil voor haar steun aan de voorgezette behandeling van de Crisis- en herstelwet.

Voorzitter Van der Linden van de Eerste Kamer greep bij dergelijke uitlatingen in: hij benadrukte dat het debat vooral diende te gaan over de procedure en korte verklaringen ten aanzien van de controversialiteit van specifieke wetsvoorstellen. Een inhoudelijk debat over de onderwerpen zelf zou achterwege moeten blijven. Niettemin tekende zich af dat behalve het CDA en ChristenUnie ook de VVD de crisis- en herstelwet die volgende week in de Kamer aan de orde komt, positief zal benaderen.


Deel dit item: