E090110
Laatste revisie: 02-08-2010

E090110 - Mededeling Naar toegankelijker, rechtvaardiger en beter beheerde asielstelsels



De Europese Raad wil een gemeenschappelijk Europees asielstelsel en roept de Raad op ervoor te zorgen dat de nog in behandeling zijnde basiswetgeving vóór eind 2003 wordt aangenomen. De ER hecht ook belang aan het tot stand brengen van een doeltreffender asielsysteem, met behulp waarvan, in het kader van bredere migratiebewegingen, snel kan worden vastgesteld welke personen bescherming nodig hebben. Passende EU-programma's moeten worden ontwikkeld. De Commissie wordt verzocht alle parameters te onderzoeken om te zorgen voor een beter gereguleerde en beheerde inreis in de EU van personen die internationale bescherming behoeven, en methoden en middelen te onderzoeken om de beschermingscapaciteit van de regio's van oorsprong op te voeren, zulks met het oog op een vóór juni 2004 aan de Raad voor te leggen compleet verslag waarin maatregelen worden voorgesteld en ook ingegaan wordt op de juridische implicaties.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2003)315PDF-document, d.d. 3 juni 2003

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Tweede Kamer

Op 1 december 2004 heeft de commissie voor Justitie overleg gevoerd met minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie over opvang in de regio (19637, 891).

Op 25 juni 2003 werd een overleg gewijd aan de brief van de minister van Buitenlandse Zaken, de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 28 mei 2003 houdende het regeringsstandpunt inzake bescherming van asielzoekers en vluchtelingen in de regio (19 637, nr. 739).

Tijdens het AO op 3 juni 2003 gingen de leden Van Haersma Buma, Wolfsen, De Wit, Van der Laan in op agendapunt B9, opvang in de regio. Zie hiervoor de selectie uit het verslag van dit AO.


Standpunt Nederlandse regering


Samenvatting voorstel Europese Commissie

In deze op 3 juni 2003 gepubliceerde mededeling ontvouwd de Europese Commissie plannen om een tweede fase van een Europees asielstelsel uit te werken. De commissie spreekt van een intens debat in het voorjaar van 2003 zowel binnen als buiten de EU. Er verscheen een Brits voorstel, "plan Blair" genoemd bij de parlementaire behandeling in Nederland, en een voorstel van de UNHCR.

De Europese Commissie zoekt een nieuwe benadering, voortbouwend op de nu gaande zijnde harmonisering in het kader van de conclusies van de Europese Raad van Tampere (oktober 1999), waarbij ook de "gemengde migratiestromen" worden aangepakt. Uitgangspunt is ook het Verdrag van Genève (1951), het Protocol van New York (1967), de "agenda voor bescherming" en "verdrag+" waarin twee jaar discussie in UNHCR-verband gereflecteerd is.

De Commissie benadrukt dat asiel valt te onderscheiden van immigratie, maar niet geïsoleerd behandeld mag worden. Bovendien wijst de Commissie op de mededeling over migratievraagstukken in de betrekkingen van de EU met derde landen. De last van langdurige opvang van vluchteling in ontwikkelingslanden zou met financiële hulp van de EU verlicht kunnen worden.

Het "plan Blair" meldt vier factoren die het asielstelsel ondermijnen:

  • 1. 
    De (financiële) vluchtelingensteun wordt slecht verdeeld.
  • 2. 
    Met het huidige asielstelsel moeten zij die voor vervolging vluchten, de EU op illegale wijze met de hulp van mensensmokkelaars binnenkomen, terwijl de meerderheid van de vluchtelingen waarschijnlijk ook de meest kwetsbaren in slecht uitgeruste vluchtelingenkampen in derde landen verblijven.
  • 3. 
    De meerderheid van de asielzoekers in de EU voldoet niet aan de criteria voor de erkenning als vluchteling of voor subsidiaire bescherming
  • 4. 
    Diegenen die geen aanspraak kunnen maken op internationale bescherming, worden niet naar hun land van herkomst teruggestuurd.

Het Britse voorstel behelst het instellen van regionale beschermingsgebieden in herkomstregio's, waar een toegankelijke bescherming wordt geboden, met grotere steun van de wereldgemeenschap. Asielzoekers uit bepaalde landen kunnen naar "hun" regio worden teruggestuurd wanneer daar een "doeltreffende bescherming" kan worden geboden en zij in hun regio hervestigd kunnen worden (eventueel in Europa). Het zou ook mogelijk moeten zijn om afgewezen asielzoekers die in Europa zijn geraakt maar geen aanspraak kunnen maken op de vluchtelingenstatus en niet onmiddellijk naar hun land van herkomst kunnen worden teruggestuurd, met tijdelijke steun naar de zogenoemde "regionale beschermingsgebieden" te laten terugkeren, tot zij vrijwillig kunnen terugkeren.

Daarnaast zouden op middellange termijn personen die de EU op illegale wijze binnenkomen en ongegronde asielaanvragen indienen, afgeschrokken moeten worden. Bijvoorbeeld door het instellen van beschermingsgebieden in derde landen (transitlanden), waarnaar personen die in de EU-lidstaten aankomen en er asiel aanvragen, zouden kunnen worden overgebracht voor de behandeling van hun aanvraag. Bij erkenning van de vluchtelingenstatus is hervestiging in de (deelnemende) lidstaten mogelijk. Bij afwijzing ligt terugzending naar het herkomstland in de rede.

Het plan Blair heeft vele juridische, financiële en praktische vragen opgeroepen, welke in dit stadium nog niet te beantwoorden zijn.

De Commissie geeft ook het standpunt van de UNHCR en van NGO's weer. Een verdrag+ moet aanvullend op het huidige verdrag zijn. NGO's vrezen dat de lasten niet zozeer verdeeld zullen worden, maar verschoven zullen worden naar de herkomstregio's.

De commissie schetst vervolgens tien uitgangspunten voor nieuw beleid:

volledige naleving internationale verplichtingen;

onderlingende oorzaken van migratie aanpakken;

toegang tot legale immigratiekanalen bieden;

illegale migratie verder bestrijden;

geen lastenverschuiving, derhalve partnerschappen met derde landen;

verbetering kwaliteit besluitvorming, consolidatie beschermingsfaciliteiten in de herkomstregio, behandeling asielverzoeken zo dicht mogelijk bij de behoefte;

aanvullende aanpak;

geen vertraging lopende harmonisatie;

mondiaal inpasbare plannen maken;

eerbieding geldende financiële perspectieven.

In hoofdstuk 6 worden de beleidsdoelstellingen aangegeven.

In herkomstregio's legale toegangskanalen tot de EU bieden (globale aktieplan, hervestigingsschema voor de EU, beschermde toegangsprocedures) snelle selectie, misbruik door economische migranten minder aantrekkelijk, terugkeer sneller te realiseren.

Lastendeling financieel en fysiek (bijdragen aan andere regio's is kosteneffectiever, eigen Europese gemeenschappelijke asielruimte uitwerken en als voorbeeld stellen, "doeltreffende bescherming" in de herkomstregio moet wel waargemaakt kunnen worden, waarbij hulp ook ten goed moet komen aan de gastgemeenschap)

De commissie wijst nog op het blijvende probleem van de vluchtlingen zonder papieren, die niet teruggezonden kunnen worden.

Concluderend meent de Commissie dat voorzichtigheid geboden is bij het aanpassen van het asielstelsel. Een aantal basisbeginselen moeten in acht worden genomen, onder meer het beginsel van de complementariteit met het gemeenschappelijk Europees asielstelsel. De beleidsontwikkelingen moeten voortbouwen op de bereikte harmonisatie een een weerslag vinden in een "agenda Tampere II". De Commissie stelt voor om als onderdeel van die agenda, wat het asielbeleid betreft, het strategische gebruik en de invoering van beschermde toegangsprocedures en hervestigingsregelingen in overweging te nemen. Bovendien kan de verdere ontwikkeling van wetgevingsmaatregelen worden overwogen om de asielprocedures te verfijnen, zodat zij bijdragen tot een beter beheer van de asielstelsels en asiel voorbehouden voor diegenen die er terecht aanspraak op maken. Elke nieuwe benadering van het internationale asielstelsel moet in de eerste plaats leiden tot een werkelijke verdeling en niet een verschuiving van de asiellast. De Commissie stelt daarom voor om verder na te denken over manieren om substantiële ondersteuning te bieden aan de herkomstregio's om hun beschermingscapaciteit te vergroten en hen in staat te stellen de grote last die momenteel op hen rust, beter op te vangen. De Commissie beveelt aan om de ervaring van vroegere projecten en huidige initiatieven, zoals het terugkeerplan voor Afghanistan, te gebruiken bij het uitwerken van nieuwe strategieën.

De Commissie wil een akkoord op de volgende beleidsdoelstellingen: (1) de gereguleerde binnenkomst in de EU, (2) het delen van lasten en verantwoordelijkheden binnen de EU en met de herkomstregio's, en (3) efficiënte en afdwingbare besluitvorming inzake asiel en terugkeer. Daartoe is nodig:

(1) een wetgevend instrument inzake een EU-hervestigingsregeling, dat ook de financiële basis voor een dergelijke regeling vastlegt;

(2) een wetgevend instrument inzake beschermde toegangsprocedures;

(3) een rechtsgrondslag die aansluit bij de onder de begrotingsplaats "Samenwerking met derde landen op migratiegebied" (B7-667) gefinancierde voorbereidende acties, die specifiek en complementair met andere bestaande programma's nieuwe benaderingen van asielstelsels in derde landen zou ondersteunen.

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2003)315
    3 juni 2003

Behandeling Raad

Uit het verslagWord-document van de Raad van 5/6 juni 2003 blijkt dat dit onderwerp niet is besproken en werd doorverwezen naar de Europese Raad van Thessaloniki. In de conclusies van de Europese Raad zijn de nummers 24 t/m 27 gewijd aan asiel.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

  • PDF-document standpunt EP Europees Parlement - P5_TA(2004)0260
    1 april 2004
  • PDF-document definitief verslag EP-commissie Europees Parlement - A5-0144/2004
    17 maart 2004

Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden


Alle bronnen