E090208
Laatste revisie: 21-07-2011

E090208 - Groenboek betreffende alternatieve wijzen van geschillenbeslechting op het gebied van het burgerlijk recht en het handelsrecht



Tijdens de informele JBZ-Raad van 12/13 september 2003 zal het Italiaanse voorzitterschap vragen aan de orde stellen welke ook in het groenboek werden aangeroerd: mogelijke toepassingen van ADR-systemen, waarbij aandacht wordt gevraagd voor het bevorderen van deze systemen, waaronder de mogelijkheid van verplichte mediation, voorafgaand aan de gerechtelijke procedure; verwijzen van zaken die al onder de rechter zijn; de mogelijk schorsende werking van zaken tijdens de duur van de mediation; een mogelijke proceskostenveroordeling; en ook het vraagstuk rond de vertrouwelijkheid en de kwaliteitseisen van de mediator.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2002)196PDF-document, d.d. 19 april 2002

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Tweede Kamer

Tijdens het Algemeen Overleg op 10 september 2003 verduidelijkte minister Donner dat hij m.b.t. ADR in principe zo min mogelijk wil regelen, omdat je anders een nieuwe rechtsgang creërt. Mediation bij strafrecht (slachtoffers) is niet in Europees verband aan de orde. ADR is niet noodzakelijk een goedkopere oplossing, maar wel sneller, effectiever en adequater. De regering overweegt of financiële compensatie geboden kan worden aan minvermogenden die bij de keuze voor ADR immers afzien van rechtsbijstand.


Standpunt Nederlandse regering


Samenvatting voorstel Europese Commissie

  • PDF-document Groenboek Europese Commissie - COM(2002)196
    19 april 2002

Behandeling Raad

Informele JBZ-Raad 12/13 september 2003

In de aanvullende geannoteerde agenda meldt de minister dat het Italiaanse voorzitterschap een discussie wil voeren rond het streven naar verbetering en vereenvoudiging van de toegang tot het recht d.m.v. reductie van de lengte van procedures en het toepassen van ADR-systemen (Alternative Dispute Resolution) binnen de EU.

Het voorzitterschap wil een aantal belangrijke onderwerpen die in het Groenboek worden besproken aan de orde stellen, onder meer: mogelijke toepassingen van ADR-systemen, waarbij aandacht wordt gevraagd voor het bevorderen van deze systemen, waaronder de mogelijkheid van verplichte mediation, voorafgaand aan de gerechtelijke procedure; verwijzen van zaken die al onder de rechter zijn; de mogelijk schorsende werking van zaken tijdens de duur van de mediation; een mogelijke proceskostenveroordeling; en ook het vraagstuk rond de vertrouwelijkheid en de kwaliteitseisen van de mediator.

Het voorzitterschap wil ook helderheid krijgen over de mate van verplichtendheid van een op te stellen richtlijn en het toepassingsbereik.

In de annotatie heeft de minister al aangegeven dat er consultaties hebben plaatsgevonden met de lidstaten n.a.v. het groenboek. De Europese Commissie wil onder meer bezien in hoeverre het wenselijk is gemeenschappelijke beginselen voor de toepassing van ADR binnen de EU op te stellen, of dergelijke initiatieven op communautair of op nationaal niveau zouden moeten plaatsvinden, of deze zouden moeten leiden tot (aanpassing van) communautaire dan wel nationale regelgeving, of dat men zich op onderdelen zou kunnen of zelfs zou moeten 'beperken' tot het stimuleren van zelfregulering.

De Nederlandse regering staat een terughoudende benadering voor, daar waar het streven naar gemeenschappelijke regelgeving ten aanzien van de inhoud van ADR-systemen betreft. Er lijken zich in de Nederlandse (rechts)praktijk geen concrete problemen voor te doen die een zwaar regelcomplex op gemeenschapsniveau rechtvaardigen. Bovendien geldt ten aanzien van de inhoud van ADR-procedures nu juist als één van de belangrijkste voordelen dat deze aan zo min mogelijk processuele formaliteiten zijn gebonden.

Wel acht Nederland het van belang dat ook op Europees niveau de toepassing van ADR-systemen wordt bevorderd. Om het gebruik van de verschillende vormen van ADR bij grensoverschrijdende conflicten te bevorderen is het noodzakelijk dat minimale garanties bestaan met betrekking tot de kwaliteit van die systemen.

Op 13 juni 2003 is de Tweede Kamer overigens geïnformeerd - middels een Tussenbericht - over de totstandkoming van een kabinetsstandpunt m.b.t. ADR op nationaal niveau, met name mediation. Er wordt overwogen een landelijke basisvoorziening in te voeren voor doorverwijzing naar mediation bij de gerechten en in het stelsel van de gefinancierde rechtshulp. Dat houdt overigens niet in dat mediation onderdeel wordt van het formele rechtssysteem. Wel dat er een zodanige verhouding tussen mediation en het rechtssysteem ontstaat dat daarvan een impuls uitgaat om conflicten in de eerste plaats zelf op te lossen, al dan niet met behulp van een mediator, in plaats van een beroep te doen op de rechter. Justitie overweegt als aanvullende impuls ook elementen van prikkels en drang in te voeren zonder er een generieke verplichting van te maken. Gezien de (inter)nationale ervaring dat er nog niet veelvuldig gebruik wordt gemaakt van het instrument mediation wil Nederland nadrukkelijk bekijken welk flankerend beleid nodig is om mediation aantrekkelijker te maken.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

  • PDF-document standpunt EP Europees Parlement - P5_TA(2003)0084
    12 maart 2003

Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

  • Word-document advies Economisch en Sociaal Comité - CESE 1349/2002
    11 december 2002

Alle bronnen