Korte aantekeningen vergadering commissie Veiligheid en Justitie (V&J) van 18 maart 2014




1. 33611

Modernisering van het Arbitragerecht

De commissie stelt voor het voorbereidend onderzoek te houden op 15 april 2014.

2. 33112

Verruiming fouilleerbevoegdheden

De commissie brengt eindverslag uit en stelt voor het wetsvoorstel plenair te behandelen op 13 mei 2014.

In de nadere memorie van antwoord zegt de minister van Veiligheid en Justitie toe de Kamer een afschrift te sturen van een brief aan de Nationale ombudsman (EK 33112, E, pag. 5). De commissie wenst deze brief voor de plenaire behandeling te ontvangen. De staf stelt hiertoe een conceptbrief op en legt deze vervolgens aan de commissie voor.

3. E130055

Voorstel voor een richtlijn inzake de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij het proces aanwezig te zijn

De commissie neemt kennis van de brief van de minister van Veiligheid en Justitie waarin hij reageert op vragen vanuit de commissie over het richtlijnvoorstel. De commissie besluit naar aanleiding hiervan in nader schriftelijk overleg te treden. De fractie van de SP (Quik-Schuijt) levert inbreng voor een brief die vervolgens aan de commissie wordt voorgelegd in de vergadering van 1 april 2014.

4. E130056

Voorstel voor een richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure

De commissie neemt kennis van de brief van de minister van Veiligheid en Justitie waarin hij reageert op vragen vanuit de commissie over het richtlijnvoorstel. De commissie besluit naar aanleiding hiervan in nader schriftelijk overleg te treden. De fractie van de SP (Quik-Schuijt) levert inbreng voor een brief die vervolgens aan de commissie wordt voorgelegd in de vergadering van 1 april 2014.

5. Rondvraag

Het lid Ruers (SP) stelt voor om binnen afzienbare tijd te evalueren in hoeverre de regering uitvoering heeft gegeven aan de moties die tijdens het debat over de staat van de rechtsstaat op 11 maart 2014 zijn ingediend en vervolgens zijn aangenomen. De commissie stemt hiermee in en besluit de follow-up van de moties voor het zomerreces van 2014 te agenderen.


De griffier van de commissie,
Kim van Dooren