E080149
Laatste revisie: 07-07-2010

E080149 - Voorstel voor verordening tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen



Het voornaamste doel van dit voorstel is om het bestaande beleidskader van de EU aan te vullen en te versterken en de internationale bestrijding van illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel te ondersteunen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Europees

Op 7 juli 2010 heeft de Europese Commissie haar standpunt ten aanzien van de amendementen van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2008)644PDF-document, d.d. 17 oktober 2008

rechtsgrondslag

Artikel 175 lid 1, van het Verdrag

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) besloot op 16 december 2008 dat zij onderhavig voorstel onder de aandacht wil brengen van de commissies voor Economische Zaken (EZ) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Op 20 januari 2009 hebben de commissies EZ en LNV onderhavig voorstel voor kennisgeving aangenomen.


Standpunt Nederlandse regering

Nederland heeft in het BNC-fiche een positief oordeel over de subsidiariteit. Een Europese aanpak van de illegale oogst van hout en de handel in illegaal hout biedt meer kans op een succesvolle aanpak dan nationale maatregelen. Nederland verwelkomt het voorstel van de Europese Commissie als een eerste goede stap met als doel de handel in illegaal hout tegen te gaan. Nederland heeft hierop in het verleden ook meerdere malen aangedrongen bij de Commissie. Het voorstel is erop gericht het risico dat illegaal gekapt hout en producten daarvan op de communautaire markt worden gebracht, zo klein mogelijk te maken. Nederland ondersteunt deze aanpak. De uitvoerings- en controle-elementen van dit voorstel vinden, voor zover nu duidelijk is, deels op Europees en deels op lidstaatniveau plaats. Het voorstel laat hiermee voldoende ruimte voor lidstaten. Op grond van het hierboven gemelde, beoordeelt Nederland de proportionaliteit positief. Op een aantal punten behoeft het voorstel wel meer verduidelijking, zodat kan worden vastgesteld of de voorgestelde maatregelen voldoende geschikt zijn om het beoogde doel te bereiken, namelijk om illegaal hout op de markt tot een minimum te beperken. In dat licht is ook van belang op welke wijze de zorgvuldigheidseisen waaraan de marktdeelnemers moeten voldoen, nader worden ingevuld. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan welke informatie toereikend is om vast te stellen of er sprake is van legale houtkap volgens de geldende wetgeving in het land waar het hout is gekapt. Voorts zijn er vragen ten aanzien van de precieze taakafbakening tussen de betrokken instanties en autoriteiten. Ook zou verduidelijkt moeten worden aan welke geldende wetgeving moet worden voldaan, om te kunnen spreken van legale houtkap, conform de daarvoor bestaande internationale regelgeving. Dit dient een aandachtspunt te zijn bij de verdere besprekingen. De proportionaliteit is derhalve negatief voor wat betreft de onduidelijkheden die nog in het voorstel zitten.

Samengevat is Nederland voorstander van een Europese aanpak gezien het feit dat er sterke aanwijzingen zijn dat illegale houtkap op grote schaal plaatsvindt, waardoor aanzienlijke milieuschade optreedt, de biodiversiteit afneemt en het concurrentievermogen van de legale bosbouwactiviteiten wordt ondermijnd. Dit is een zo groot probleem dat het niet op nationaal niveau kan worden opgelost en er dus maatregelen nodig zijn op Europees niveau. Een aanpak op EU niveau zorgt voor het meest effectieve resultaat. Bovendien blijkt - uit eerdere studies - dat een nationale (strafrechtelijke) aanpak op basis van bestaande wet- en regelgeving weinig effectief is (TK 2005-06,21 501, nr. 140). Nederland verwelkomt daarom het voorstel van de Commissie om via dit voorstel voor een verordening de illegale houtproblematiek aan te pakken. Wel is Nederland van mening dat het voorstel op een aantal punten, zoals de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de betrokken partijen, de door de lidstaten te sanctioneren norm en de invulling van het 'stelsel van zorgvuldigheidseisen ' verduidelijking behoeft. Bovendien zijn er nog vragen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 746
    10 december 2008

Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het voornaamste doel van dit voorstel is om het bestaande beleidskader van de EU aan te vullen en te versterken en de internationale bestrijding van illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel te ondersteunen. Dit bestaande kader is neergelegd in het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Forest Law Enforcement, Governance and Trade, FLEGT). Hierin zijn een aantal maatregelen opgenomen om te garanderen dat in de EU ingevoerd hout legaal is gekapt en dat in de EU ingevoerde houtproducten van legaal gekapt hout zijn gemaakt. Een van de belangrijkste elementen hierbij is het vergunningenstelsel dat onderdeel is van de vrijwillige partnerschapsovereenkomsten (Voluntary Partnership Agreements VPA's), waarover met een aantal landen onderhandelingen worden gevoerd. De VPA-aanpak wordt als veelbelovend gezien, maar wel wordt erkend dat er beperkingen aan kleven.

Het nu gepresenteerde voorstel beoogt deze beperkingen te ondervangen door middel van een verordening waarbij de verplichtingen van de marktdeelnemers die hout en houtproducten op de EU-markt brengen, worden vastgelegd. In dit voorstel worden marktdeelnemers verplicht om het risico dat illegaal gekapt hout en producten daarvan op de markt worden gebracht tot een minimum te beperken. Hiermee wordt een duidelijke verantwoordelijkheid bij de marktdeelnemers gelegd. Het voorstel is toegespitst op het moment waarop hout en houtproducten voor de eerste keer op de communautaire markt worden gebracht, ongeacht de oorsprong ervan. Het voorstel is gebaseerd op het beginsel van de toepassing van zorgvuldigheidseisen: dit houdt in dat de betrokken marktdeelnemers een stelsel moeten toepassen (het stelsel van zorgvuldigheidseisen) om het risico dat zij illegaal gekapt hout en producten daarvan op de communautaire markt brengen, tot een minimum beperken. Marktdeelnemers kunnen ofwel hun eigen stelsel ontwikkelen, of vertrouwen op een erkend stelsel van zorgvuldigheidseisen, aangezien het voorstel voorziet in de erkenning van door toezichthoudende organisaties ontwikkelde stelsels van zorgvuldigheidseisen. Overigens worden hout en houtproducten die zijn voorzien van een FLEGT- of CITES-vergunning voor de toepassing van deze verordening als legaal beschouwd.

De Commissie heeft een effectbeoordeling laten uitvoeren van verschillende beleidsopties om de illegale houtkap in de EU en in derdelanden terug te dringen, alsmede de economische (met name kosten voor regelgeving voor de overheidssector, kosten voor de particuliere sector en gevolgen voor de handel in zowel de EU als daarbuiten), de sociale (werkgelegenheid, andere sociale factoren) en de ecologische effecten daarvan. Uit deze effectbeoordeling die in opdracht van de Commissie is uitgevoerd, blijkt dat het huidige voorstel de meest doeltreffende van alle opties is. Dit voorstel kan resulteren in het terugdringen van de illegale houtkap, zonder de introductie van een duur stelsel van systematische controles en zonder de aanzienlijke handhavingsproblemen die bij verscheidene andere opties kunnen worden verwacht. Ook zal deze optie bevorderen dat marktdeelnemers ertoe worden aangezet hun hout te betrekken uit landen met FLEGT-VPA's (vrijwillige partnerschapsovereenkomsten).

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2008)644
    17 oktober 2008
  • [en]PDF-document werkdocument Europese Commissie - SEC(2008)2615
    17 oktober 2008
  • PDF-document werkdocument Europese Commissie - SEC(2008)2616
    17 oktober 2008

Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

De behandeling van het voorstel in eerste lezing vond plaats op 22 april 2009. Op 7 juli 2010 heeft het Europees Parlement haar standpunt in tweede lezing plenair vastgesteld.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen