E090070
Laatste revisie: 02-02-2012

E090070 - Voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban



Op 3 september 2008 heeft het Hof van Justitie Verordening (EG) nr. 881/2002 nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op Yassin Abdullah Kadi en de Al Barakaat International Foundation. Het Hof van Justitie oordeelde dat bij de EG-uitvoering van VN-Veiligheidsraad Resolutie 1267 de communautaire grondrechten in acht moeten worden genomen. Als gevolg van deze uitspraak is het noodzakelijk Verordening (EG) nr. 881/2002 aan te passen en een procedure in te stellen die de fundamentele rechten eerbiedigt van de personen en entiteiten die op de VN-lijst van VN-Veiligheidsraad Resolutie 1267 worden geplaatst. Tegelijkertijd blijven de Lidstaten verplicht de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1267 onmiddellijk (without delay) uit te voeren.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 20 oktober 2011 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een brief gestuurd aan de Eerste Kamer om de voormalige commissie Justitie nader te informeren over ontwikkelingen rondom Verordening (EG) nr. 1286/2009, conform de toezegging die hij heeft gedaan op 19 januari 2010 (T01128). De brief is op 1 november 2011 voor kennisgeving aangenomen.

Europees

Verordening (EU)nr. 1286/2009 werd op 22 december 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L346 d.d. 23 december 2009.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2009)187PDF-document, d.d. 22 april 2009

rechtsgrondslag

VwEU artikel 215

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

Verordening (EU)nr. 1286/2009PDF-document werd op 22 december 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L346 d.d. 23 december 2009. Deze trad in werking op de derde dag na publicatie.


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) besloot op 16 juni 2009 dat zij onderhavig voorstel onder de aandacht wenst te brengen van de commissie voor Justitie.

De behandeling door de commissie Justitie werd aangehouden tot 8 september 2009. Op deze dag besloot de commissie tot het opstellen van een brief waarin de regering wordt verzocht een toelichting te verschaffen op het standpunt van de regering. Deze brief werd op 27 oktober 2009 vastgesteld en verstuurd.

Op 15 december 2009 stuurden de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken een reactie op de brief van de commissie Justitie d.d. 27 oktober 2009. Na bespreking van de reactie besloot de commissie voor Justitie op 22 december 2009 schriftelijk te informeren naar relevante ontwikkelingen op VN-niveau. Voorts wordt verzocht de Kamer een jaar na de inwerkingtreding van de verordening te informeren over de werking ervan, zowel wat betreft de effectieve bestrijding van terrorisme als wat betreft de rechtsbescherming. Deze brief werd op 19 januari 2010 verzonden en door de minister van Buitenlandse Zaken op 8 maart 2010 beantwoord. De commissie heeft het antwoord op 23 maart 2010 voor kennisgeving aangenomen en neemt goede nota van de toezegging van de regering om de commissie een jaar na inwerkingtreding te informeren over de ontwikkelingen omtrent Verordening nr. 1286/2009 (T01128).

Op 20 oktober 2011 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een brief gestuurd aan de Eerste Kamer om de voormalige commissie Justitie nader te informeren over ontwikkelingen rondom Verordening (EG) nr. 1286/2009, conform de toezegging die hij heeft gedaan op 19 januari 2010. De vaste commissie voor Justitie verzocht een jaar na de inwerkingtreding van deze Verordening om informatie over de werking en effectiviteit ervan, en daarbij de relevante ontwikkelingen op VN-niveau te betrekken.   

De brief van de minister van BZ van 20 oktober 2011 is op 1 november 2011 voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

Op 3 september 2009 vond er een algemeen overleg plaats met de minister van Buitenlandse Zaken over onder andere het BNC-fiche behorend bij dit voorstel.


Standpunt Nederlandse regering

De subsidiariteit en proportionaliteit worden positief beoordeeld door de regering. Alle Lidstaten van de EU zijn verplicht de door de VN-Veiligheidsraad ingestelde financiële sancties onmiddellijk uit te voeren. Voor de eenvormige en effectieve uitvoering van de VN-sanctielijst is optreden van de EG vereist.

Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om het beoogde doel te bereiken aanpassing van Verordening (EG) nr. 881/2002 aan de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 3 september 2008).

Naar Nederlands oordeel dient Verordening (EG) nr. 881/2002 te worden aangepast n.a.v. de Kadi-uitspraak van het Hof van Justitie 3 september 2008. Het Nederlandse uitgangspunt is daarbij dat de aanpassing recht dient te blijven doen aan het feit dat alle Lidstaten van de EU gehouden zijn besluiten van de Veiligheidsraad op grond van VN-Veiligheidsraad-resolutie 1267 onmiddellijk over te nemen. Naar Nederlands oordeel voldoet het Commissie-voorstel hieraan op twee onderdelen niet: (1) de door de Commissie voorgestelde uitvoeringsprocedure (eerst een voorlopig besluit, pas daarna een definitief besluit); (2) de voorgestelde raadgevingsprocedure.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 876
    8 juni 2009

Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 3 september 2008 heeft het Hof van Justitie Verordening (EG) nr. 881/2002 nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op Yassin Abdullah Kadi en de Al Barakaat International Foundation. Het Hof van Justitie oordeelde dat bij de EG-uitvoering van VN-Veiligheidsraad Resolutie 1267 de communautaire grondrechten in acht moeten worden genomen. Als gevolg van deze uitspraak is het noodzakelijk Verordening (EG) nr. 881/2002 aan te passen en een procedure in te stellen die de fundamentele rechten eerbiedigt van de personen en entiteiten die op de VN-lijst van VN-Veiligheidsraad Resolutie 1267 worden geplaatst. Tegelijkertijd blijven de Lidstaten verplicht de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1267 onmiddellijk (without delay) uit te voeren. De voorgestelde nieuwe procedure is als volgt:

  • na kennisgeving door het VN-Sanctiecomité van een nieuw besluit tot plaatsing op de lijst en de motivering daarvan, treft de Commissie meteen een voorlopig besluit tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van de betrokken persoon of entiteit;
  • tegelijkertijd zendt de Commissie de motivering van het besluit onverwijld aan de betrokken persoon of entiteit, teneinde deze in staat te stellen opmerkingen te maken;
  • de Commissie onderzoekt de opmerkingen en wint advies in bij een deskundigencomité van de lidstaten alvorens een definitief besluit vast te stellen.

Het voorstel voorziet in een raadgevingsprocedure (comitologie).

Het voorstel voorziet in een bepaling over gebruik van gerubriceerde informatie (artikel 7 quinquies) en in een bepaling (artikel 7 sexies) over de verwerking van persoonsgegevens van personen op de lijst (m.n. waar het gaat om gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten, strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen uit hoofde van de bevriezingsverordening).

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2009)187
    22 april 2009

Behandeling Raad

Verordening (EU)nr. 1286/2009PDF-document werd op 22 december 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L346 d.d. 23 december 2009. Deze trad in werking op de derde dag na publicatie.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 16 december 2009 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin het benadrukt dat maatregelen om tegoeden te bevriezen van personen die banden hebben met Al-Qaida ook door het Europees Parlement goedgekeurd moeten worden en de betreffende personen de kans moeten geven zichzelf te verdedigen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 28 juli 2009 publiceerde de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) een opinie ten aanzien van onderhavig voorstel. In de conclusies laat de EDPS onder andere weten blij te zijn dat men in het voorstel verwijst naar de noodzaak de voorgestelde verordening toe te passen in overeenstemming met het (grond)recht op bescherming van persoonsgegevens.


Achtergrondartikelen

De Europese knipselkrant Agence Europe bracht op 23 maart 2010 het nieuws dat het Europees Parlement heeft besloten dat zij de kwestie met betrekking tot het medebeslissingsrecht over de controversiële zwarte lijst met vermoedelijke terroristen voor het Europees Hof van Justitie wil brengen.

Op 31 januari 2012 meldde de Agence Europe dat de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie in zijn advies C-130/11 concludeert dat de Raad de juiste rechtsbasis heeft gekozen voor het voorstel. De maatregelen vallen onder het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid en niet, zoals het EP prefereert, onder de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.


Alle bronnen