Overzicht Commissievoorstellen kapitaalmarktunie: COM(2018)353, COM(2018)354, COM(2018)355 en COM(2018)547



Voorstellen en BNC-fiches

COM(2018)353: Voorstel voor een Verordening betreffende de totstandbrenging van een raamwerk om duurzame beleggingen te bevorderen

Inhoud voorstel:  Met dit voorstel voor een verordening wil de Europese Commissie de basis leggen voor een EU-raamwerk dat ecologische, sociale en governance (ESG)-overwegingen centraal stelt in het financiële bestel, om de transformatie van de Europese economie naar een groener, veerkrachtiger en circulairder systeem te ondersteunen. Daarom bevat dit voorstel een aantal criteria en het proces (taxonomie) om uit te maken of een economische activiteit ecologisch duurzaam is. Dit moet ertoe leiden dat financiëlemarktdeelnemers, verzekeringsdistributeurs of beleggingsadviseurs ESG-overwegingen integreren in hun interne processen.

BNC-fiche:  Het voorstel voor een taxonomie kan volgens de Nederlandse regering een positieve bijdrage leveren aan het bevorderen van duurzame investeringen. De regering is daarnaast positief over de door de Europese Commissie gedefinieerde, brede definitie van milieu- en klimaatdoelstellingen die bijdragen aan duurzaamheid. De regering geeft aan voor een aantal zaken aandacht te zullen vragen tijdens de Raadsbehandeling: de wijze waarop de classificatie zal worden vormgegeven, het feit dat niet alle milieudoelstellingen worden genoemd en de toekomstbestendigheid van de taxonomie. De regering is positief over de subsiddiariteit en proportionaliteit van het voorstel.

COM(2018)354: Voorstel voor een Verordening betreffende informatieverschaffing in verband met duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico's en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/2341

Inhoud voorstel:  Met dit voorstel wil de Europese Commissie zorgen dat institutionele investeerders, vermogensbeheerders en financieel adviseurs die adviseren over beleggingsproducten zogenoemde ESG-criteria integreren in hun investeringsafweging respectievelijk in hun advies over beleggingsproducten, met als uiteindelijk doel de duurzaamheid van investeringen te vergroten. Deze verordening ziet met name op de informatievoorziening: financiële marktpartijen zouden verplicht zijn om, in aanvulling op de reeds bestaande informatievereisten, in hun precontractuele informatie op te nemen over bijvoorbeeld de procedure die is toegepast om duurzaamheidsrisico's te integreren in hun beslissingen en advies.

BNC-fiche:   De Nederlandse regering is positief over de proportionaliteit van het voorstel. De subsidiariteit van het voorstel wordt door Nederland als deels positief, deels negatief beoordeeld. Het harmoniseren van EU-regelgeving met betrekking tot informatieverstrekking over het meewegen van ESG-criteria in investeringsbeslissingen en financieel advies kan bijdragen aan het beter functioneren van de interne markt voor financiële marktpartijen binnen de Unie. Harmonisatie kan alleen worden bereikt door het treffen van maatregelen op Europees niveau.

Het kabinet is echter negatief over de subsidiariteit van artikel 10, waarin een wijziging van de IORP-richtlijn wordt voorgesteld: "Het voorstel verschaft de Commissie de bevoegdheid om met gedelegeerde wetgeving te komen met betrekking tot de wijze waarop door IORP's in het kader van de prudent person  -regel rekening moet worden gehouden met ESG-factoren, alsmede met betrekking tot de wijze waarop ESG-factoren door IORP's moeten worden meegenomen bij beleggingsbesluiten en het risicomanagement. Nederland meent dat dit te weinig ruimte biedt voor de Nederlandse invulling van de prudentperson  -regel. Daarnaast zal lagere Europese regelgeving mogelijk ingrijpen in de wijze waarop het beleggingsbeleid van Nederlandse pensioenfondsen tot stand komt en waarbij de belangen van alle betrokkenen wordt meegewogen. Het kabinet vindt vergaande Europese verplichtingen door de Uniewetgever die deze integrale beleggingsbeslissing verstoren niet wenselijk, mede gelet op het sterk nationale karakter van het pensioenstelsel."

COM(2018)355: Voorstel voor een Verordening  tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake koolstofarme benchmarks en benchmarks met een positieve koolstofbalans

Inhoud voorstel:  Om beleggers te helpen de koolstofvoetafdruk van hun beleggingen te vergelijken stelt de Europese Commissie nieuwe categorieën benchmarks voor wat lage koolstofuitstoot ("low carbon" of koolstofarm) en een positieve koolstofbalans ("positive carbon impact") betreft. Met gemeenschappelijke normen voor low-carbonbenchmarks kan worden opgetreden tegen het gevaar voor "greenwashing", waarbij alle low-carbonindices qua relevantie voor het milieu op gelijke wijze worden aangeprezen ook al hebben zij uiteenlopende kenmerken. Daarnaast is het voor marktspelers moeilijk indices te vergelijken om de passende benchmarkts voor hun beleggingsstrategie te kiezen.

BNC-fiche:  De voorstellen die de ontwikkeling van duurzame benchmarks moeten bevorderen passen volgens de regering in het bestaande Nederlandse beleid op het gebied van duurzame financiering. De Nederlandse regering spreekt in het BNC-fiche dan ook steun uit voor de doelstellingen van het voorstel. De subsidiariteit van het voorstel beoordeelt de regering als positief en de proportionaliteit als overwegend positief. Kanttekeningen plaatst de regering bij het voorstel om de uitwerking van technische beoordelingscriteria te delegeren aan de Europese Commissie, omdat het voor lidstaten van belang is dat er flexibiliteit in het beleid kan zijn.De impact van activiteiten kan immers per lidstaat verschillen

Mededeling COM(2018)547 inzake Bescherming van investeringen in de EU: 

Inhoud mededeling: Met deze mededeling wil de Commissie een leidraad bieden met betrekking tot de bestaande regels van de EU voor de behandeling van grensoverschrijdende investeringen.

Aanleiding voor deze mededeling vormen de diverse bilaterale investeringsovereenkomsten (bilateral investment treaties of BIT's) die de afgelopen tijd zijn gesloten. Deze BIT's omvatten doorgaans het recht op nationale behandeling en behandeling als de meest begunstigde natie, eerlijke en gelijke behandeling, bescherming tegen onteigening en de vrije verplaatsing van middelen. Sommige landen waarmee de lidstaten van de EU vroeger BIT's hadden gesloten, zijn inmiddels lid geworden van de EU. De materiële regels van de BIT's die tussen lidstaten werden toegepast ("intra-EU-BIT's") vormden ten gevolge van de toetreding een parallel verdragssysteem dat de regels van de eengemaakte markt overlapt en zo de volle werking van het EU-recht belet. De Europese Commissie is derhalve van mening dat intra-EUBIT's niet verenigbaar zijn met het recht van de Unie. In haar met redenen omklede besluiten van 23 september 2016 heeft de Commissie Oostenrijk, Nederland, Roemenië, Slowakije en Zweden formeel verzocht hun intra-EU-BIT's te beëindigen.

In deze mededeling wordt ingegaan op de meest relevante materiële en procedurele normen van EU-recht voor de behandeling van grensoverschrijdende investeringen in de EU, alsmede op het zogenoemde Achmea-arrest.