Antwoord kabinet over gefluoreerde broeikasgassen



Op 16 juni jl. stelden de vaste Kamercommissies Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) en voor Infrastructuur, Omgeving en Waterstaat (IWO) vragen aan minister Jetten voor Klimaat en Energie en aan de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog over het voorstel voor een verordening over gefluoreerde broeikasgassen. Op 30 juni stuurde de minister voor Klimaat en Energie een antwoord op de brief.

Verordening gefluoreerde broeikasgassen

Met deze verordening wil de Europese Commissie gefluoreerde broeikasgassen (ook wel F-gassen) strenger controleren. F-gassen behelzen momenteel een aandeel van 2,5% op de totale broeikasgasemissie in Europa. De Europese Commissie stelt ambitieuzere doelen om de emissie van F-gas verder terug te dringen. Dit wil zij doen door middel van betere handhaving en uitvoering, een uitgebreidere monitoring en een verbetering van rapportage om bestaande lacunes op te vullen om de kwaliteit van processen en gegevens voor de naleving te verbeteren. Daarnaast wil zij ook Europese regelgeving volledig in overeenstemming brengen met het Montreal Protocol ter bescherming van de ozonlaag, en in het bijzonder het Kigali Amendement inzake Fluorkoolwaterstoffen. Dit zijn de belangrijkste groep F-gassen waarvan de emissies van invloed zijn op het klimaat. De Europese Commissie wil een uitfasering van deze waterstoffen, met behulp van een quotumregeling.

Vragen Eerste Kamer

De leden van de fracties van GroenLinks, PvdA en PvdD stelden op 16 juni vragen over het voorstel. De leden vroegen onder andere om een reactie van de minister op het rapport van het Europees Milieuagentschap. Ook vroegen de leden naar mogelijke ruimtes voor wijzigingen in het voorstel om voortschrijdende innovatie en nieuwe alternatieven toe te voegen, naar de herkomstlanden van fluorkoolwaterstoffen en de conclusies van de Autoriteit Markt en Consument (ACM) over risico's van deze landen en naar mogelijke stappen die de minister kan nemen in het toezicht op illegale handel.

Antwoord minister Jetten

Minister Jetten voor Klimaat en Energie gaf in zijn antwoord van 30 juni onder meer een reactie op het rapport van het Europees Milieuagentschap over gefluoreerde broeikasgassen. Hij gaf hierin aan de mening van het EMA te delen dat een ambitieuze herziening van de verordening de EU in een leiderschapspositie houdt voor de internationale onderhandelingen over toekomstige aanscherping van het Kigali Amendement.

Ook stelde de minister dat hij het minder wenselijk vindt om tussentijds het voorgestelde en ambitieuze tempo in de afbouw van de gassen te versnellen en nieuwe alternatieven aan het voorstel toe te voegen. Het huidige voorstel zorgt volgens hem juist voor meer duidelijkheid voor het bedrijfsleven. De minister gaf ook aan dat de Europese productielocaties voor fluorkoolwaterstoffen zich bevinden in Duitsland en Frankrijk, maar dat het merendeel ervan wordt geïmporteerd van buiten de Europese Unie, met name vanuit China, Japan en de Verenigde Staten. De minister gaf hierover verder aan dat de ACM toezicht houdt op fusies en overnames in het kader van de Mededingingswet, en geen rol heeft in het beoordelen van de afhankelijkheid van bepaalde herkomstlanden.

Om de illegale handel in gefluoreerde broeikasgassen terug te dringen antwoordde de minister dat de Inspectie Leefomgeving en Transport het programma 'Minder broeikasgassen' inzet, waarbij wordt samengewerkt op nationaal en internationaal niveau.

Op 5 juli bespraken de commissies het antwoord van de minister en besloten het antwoord voor kennisgeving aan te nemen.

Meer informatie:


Deel dit item: