Dat was een behoorlijke steen in de rustige vijver van de Eerste Kamer: De voorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw Jeltje van Nieuwenhoven, vindt de Eerste Kamer volstrekt overbodig. Waarom?  De Eerste Kamer doet het werk van de Tweede Kamer nog eens dunnetjes over en voegt niets nieuws toe.

Als dat waar zou zijn, dan is het met de Kamer niet best gesteld. Als ik deze column schrijf houdt de NCRV een telefonische enquête onder de luisteraars. Bijna 2/3 deel van de deelnemers wil de Eerste Kamer handhaven. Ze steken hun kritiek op de Tweede-Kamerleden niet onder stoelen of banken. Eigenlijk komt hun reactie er op neer dat ze weinig vertrouwen hebben in de democratische opstelling van de Tweede-Kamerleden. Ze zijn te volgzaam. In de reactie van de kiezers hoor je het vroegere CDA-lid Kaland van de Eerste Kamer, die Tweede-Kamerleden vergeleek met 'stemvee'. Hij was behoorlijk ontevreden over de kwaliteit van de wetgeving en over de politieke opstelling van de Tweede-Kamerleden.

In onze Grondwet heeft de Eerste Kamer een speciale plaats gekregen. Wetsvoorstellen, die in de Tweede Kamer zijn aangenomen, moeten nog eens worden heroverwogen. Vooral moet gelet worden op mogelijke strijdigheid met de Grondwet, met andere wetten en internationale verdragen. Ook moet naar de uitvoerbaarheid worden gekeken. Wanneer de Eerste Kamer deze eisen echt zou laten prevaleren, zouden meer wetsvoorstellen door haar worden verworpen dan nu het geval is. Inderdaad, politieke overwegingen spelen daarbij de belangrijkste rol. Alhoewel regeringsfracties niet aan het regeerakkoord zijn gebonden, blijkt dat akkoord bij de eindafweging een belangrijke of zelfs de belangrijkste rol te spelen. Dan domineert dus de politiek in de Eerste Kamer.

In de loop der jaren heb ik - ik zit nu achttien jaar in de Eerste Kamer - gewaarschuwd tegen deze politisering van de Eerste Kamer. Daarmee doel ik dan op het verschijnsel dat een rustige heroverweging van door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstellen door de politiek wordt gefrustreerd.

Natuurlijk ontken ik niet dat de Eerste Kamer een politiek lichaam is, maar ze mag geen doublure van de Tweede Kamer worden. Politieke overwegingen mogen niet het primaat hebben, maar moeten ondergeschikt zijn aan het toetsen van kwaliteitseisen voor de wetgeving. Natuurlijk is dat ook meer dan eens het geval. Niet voor niets zijn veel Nederlanders voor het behoud van de Eerste Kamer. Ze herinneren zich bijvoorbeeld de afwijzing van Twentestad door de Eerste Kamer. Toch zit er wel waarheid in de kritiek op de Eerste Kamer. Ook de verschillende leden van de Eerste Kamer stemmen zelf, gezien de interviews in NRC Handelsblad van zaterdag 2 juni, met die kritiek in.

Laat ik één voorbeeld noemen dat mij recent duidelijk maakte dat de Eerste Kamer heeft gefaald. In oktober 2000 werd het bordeelverbod afgeschaft. Tot aan die tijd werden bordelen gedoogd. Aan het aangenomen wetsvoorstel liggen edele motieven ten grondslag. Prostitutie zou meer bovengronds moeten plaatsvinden. Vrouwenhandel, illegaliteit en criminaliteit zouden veel beter te controleren zijn. Maatschappelijke bezwaren, dat we door het aangenomen wetsvoorstel straks met twee vormen van prostitutie - bovengronds en ondergronds - te maken zouden krijgen, werden niet serieus genomen. Het abnormale van de prostitutie laat zich niet bij wet normaliseren. Nu we een half jaar met de aangenomen wet leven, blijken de grote maatschappelijke bezwaren al voelbaar te worden. Veel prostituees verdwijnen in het illegale circuit. Dat is een grijs circuit waarop nauwelijks zicht mogelijk is. Daardoor kunnen in tegenstelling tot vroeger de politie en de justitie minder controleren. Illegale en ondergrondse prostitutie nemen toe. En een effectievere controle was juist de bedoeling. De problemen worden alleen maar groter. Veel prostituees willen helemaal niet 'wit' werken. Bovendien lukt het hier niet om het bordeel als een gewoon bedrijf te laten 'werken'. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering zit er voor prostituees echt niet in, of alleen met een torenhoge premie. De meeste banken en verzekeraars willen geen hoeren als klant. En dat is hun goed recht, want we hebben contractvrijheid. Dit averechtse effect van de wet was voorzien, maar niet gehonoreerd. De Eerste Kamer had hier meer alert moeten zijn, maar ze was het niet!

Mijn conclusie is dat de Eerste Kamer in ons democratisch rechtssysteem niet overbodig is, maar, geleerd door slechte ervaringen en door zelfkritiek, haar taak nog wel beter kan vervullen dan zij nu doet. De Eerste Kamer moet eerder sterker worden gemaakt, dan dat ze afgeschaft wordt. Ik denk dat de kiezer dat ook zal willen, omdat de Tweede Kamer nogal wat steken laat vallen.

Deze column is op persoonlijke titel geschreven