Hoe word je Eerste-Kamerlid en bevalt het?



Dit waren vragen die gesteld werden tijdens een bezoek van GroenLinksers aan de Eerste Kamer. Verbaasd was ik over het grote aantal (80) bezoekers van een partij die nu niet bepaald warm loopt voor de Eerste Kamer. Eerstgenoemde vraag verraste mij echter niet. Die was mij eerder gesteld. Het botst onprettig met je democratisch gevoel als je begint te vertellen dat je niet direct door de kiezer gekozen bent. Niemand heeft het hokje voor mijn naam rood kunnen maken. Het waren de GroenLinkse Provinciale Statenleden die mij kozen en die eerder via Statenverkiezingen zelf wel rechtstreeks door kiezers op hun zetels waren gezet. Wie bepaalt dan wél dat ik geschikt zou zijn om als Eerste-Kamerlid te functioneren? Dat is de partij. Na een interne 'sollicitatieprocedure' legt een kandidatencommissie aan het GroenLinks-ledencongres een conceptlijst voor. De congresgangers stellen dan de definitieve volgorde van kandidaten vast waaraan de Groenlinkse statenleden geacht worden zich te houden bij hun keuze. De kiezer komt er dus nauwelijks aan te pas, behalve dat zij door bij de Statenverkiezingen op GroenLinks te stemmen indirect bepalen hoeveel Eerste Kamerleden hun favoriete partij kan leveren. In ons geval leverde dit een verdubbeling van het aantal Eerste-Kamerleden op.

Blijft de vraag wat maakt je dusdanig "populair" bij je partijleden dat je hoog op hun eerste-kamerlijstje komt. In mijn geval was het een klassieke weg: meer dan dertig jaar als partijlid actief, onder meer in besturen, sociale bewegingen en actiegroepen alsmede in de Amsterdamse gemeenteraad. Daarnaast telt je kennis en ervaring opgedaan in huidige en vorige werkkringen. Eerste Kamerleden zijn namelijk geen fulltime-politici. Dit wordt wel als positief punt van de Eerste Kamer gepresenteerd. De kennis opgedaan in hun beroepsuitoefening buiten de Kamer draagt bij aan de kwaliteit van het politieke werk in de Eerste Kamer, is de gedachte hierachter. Toch maakt dit het er niet makkelijker op. Immers het gevaar van belangenverstrengeling ligt op de loer. Nu zijn Rijksambtenaren wel wettelijk uitgesloten van het Eerste Kamerlidmaatschap, maar voor burgemeesters en rechters geldt dit niet. Hoe je in die positie op te stellen als het in de Kamer gaat om de openbare orde of de rechterlijke macht? En dan heb ik nog niet eens over Kamerleden die in diverse bedrijven of instellingen hoge posities bekleden. Om enige zuiverheid te betrachten zou je met goed fatsoen in de Kamer niet het woord dienen te voeren over het terrein van je dagelijks werk, terwijl daar nu net je extra kennis ligt. Dit dilemma is het waard betrokken te worden in de discussies over de positie van de Eerste Kamer, die aan de hand van een notitie van voormalig Minister Peper gevoerd wordt.

En hoe bevalt het?

Ik voel me thuis in politieke wereldjes, ook op Binnenhof 22. De deskundigheid van collega-kamerleden is inspirerend. Maar is het inhoudelijk bevredigend? Ik functioneer nog te kort in de Eerste Kamer om hier een definitief antwoord op te geven. Wel vraag ik me al af wat de Eerste Kamer nu feitelijke toevoegt aan het werk van de Tweede Kamer. Ter voorbereiding van behandeling van een wetsvoorstel of een begrotingsonderdeel lees ik onder meer wat hierover gezegd is in de Tweede Kamer. Het meeste blijkt dan naar voren gebracht. Ook wat betreft hoofdlijnen waar de Eerste Kamer geacht wordt zich toe te beperken. En de toetsing dan van de kwaliteit van wetgeving? Is daar een Eerste Kamer voor nodig? Voorafgaande aan de Tweede Kamerbehandeling heeft de Raad van State zich met dit doel reeds gebogen over het wetsvoorstel. Je zou je voor kunnen stellen dat de Raad van State op latere momenten van de wetsbehandeling nogmaals haar licht laat schijnen b.v. als de Tweede Kamer per amendement wijzigingen in een wetsontwerp heeft aangebracht.

Van de meerwaarde van de Eerste Kamer ben ik vooralsnog niet overtuigd. In eerder genoemde notitie komt de mogelijkheid van opheffing van de Eerste Kamer slechts zijdelings aan de orde. Het lijkt me een optie die serieuze discussie verdient.

Deze column is op persoonlijke titel geschreven