E060173b - Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedingsenzymen
Naar aanleiding van haar voornemens geuit in het Witboek over voedselveiligheid, heeft de Europese Commissie een pakket aan maatregelen inzake voedselverbeteraars gepresenteerd. Het pakket bestaat uit:
-
-een voorstel voor een verordening tot vaststelling van een uniforme, doeltreffende, vlotte en transparante toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (dossier E060173a);
-
-een voorstel voor een verordening inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 2001/112/EG van de Raad;
-
-een voorstel voor een verordening g inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatische eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad, Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96 en Richtlijn 2000/13/EG (dossier E060173c);
-
-en een voorstel voor een verordening inzake levensmiddelenadditieven (dossier E060173d).
Dit pakket aan verordeningen heeft ten doel de regelgeving op dit gebied te harmoniseren, moderniseren en vereenvoudigen (in lijn met de Lissabonagenda) zodat het functioneren van de interne markt wordt verbeterd terwijl een hoog beschermingsniveau voor consumenten wordt gehandhaafd. De Europese Commissie heeft gekozen voor verordeningen zodat de grote verschillen tussen lidstaten worden opgeheven en zodat de administratieve lasten voor lidstaten en bedrijven afnemen.
De Europese Commissie ontleent de bevoegdheid tot het voorstellen van dergelijke maatregelen aan artikel 95 EG-verdrag. Dit artikel bepaalt dat maatregelen getroffen mogen worden om het doel van de interne markt te bereiken. Hiernaast wordt bepaald dat wanneer de maatregelen betrekking hebben op (onder andere) de volksgezondheid en consumentenbescherming dat uitgegaan moet worden van een hoog beschermingsniveau rekening houdend met de laatste wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Ten slotte hebben deze maatregelen betrekking op de Europese Economische Ruimte (EER) en zijn zij in de hele EER van toepassing.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
document Europese Commissie
COM(2006)425, d.d. 28 juli 2006
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft tijdens de vergadering op 12 december 2006 besloten het onderhavige voorstel ter informatie aan de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport door te verwijzen.
In fiche tien oordeelt de regering positief over de subsidiariteit en proportionaliteit van alle vier de voorstellen. De regering stelt dat de toelating en handel in voedselverbeteraars grensoverschrijdend is waardoor Europees optreden gerechtvaardigd. De voorgestelde geharmoniseerde en gecentraliseerde aanpak is volgens de regering proportioneel omdat deze aanpak het beste de werking van de interne markt ten goede komt terwijl tegelijkertijd de volksgezondheid en consumentenbelangen beschermd blijven. De regering geeft aan dat met dit pakket aan maatregelen de financiële en administratieve lasten minimaal zullen zijn, waardoor zij zich meer toe kan leggen op controle en handhaving. De regering stelt dat zij de voorstellen van de Europese Commissie kan ondersteunen en dat de voorstellen in het voordeel zijn van het Nederlands economisch belang op dit terrein. De regering is van mening dat de voorstellen aan moeten sluiten bij andere wetgeving op het gebied van voedselveiligheid en voeding, zodat een eenvoudig en efficiënt systeem tot stand komt. De regering constateert ten slotte dat de voorstellen geen duidelijkheid bieden over de gevolgen ervan voor ontwikkelingslanden. De regering geeft aan dat zij de Europese Commissie zal verzoeken onderzoek te doen naar de effecten.
In COM(2006)425 doet de Europese Commissie een voorstel voor een verordening inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 2001/112/EG van de Raad. Dit voorstel beoogt een geharmoniseerd kader te vast te stellen voor de toelating van voedingsenzymen tot de communautaire markt. De Europese Commissie stelt dat de bestaande wetgeving in gaat op maar een klein deel van alle voedingsenzymen en dat daardoor een nieuw kader nodig is.
In het voorstel worden de gebruiksvoorwaarden voor voedingsenzymen bepaald, net als een de vaststelling van een positieve lijst aan goedgekeurde stoffen. Hiernaast worden etiketteringvoorschriften voor voedingsenzymen bepaald. Deze bepaling houdt in dat voedingsenzymen die in een product een technologische functie vervullen (bijvoorbeeld als stabilisator) vermeld moeten worden op het etiket met de specifieke naam. Voedingsenzymen die geen technologisch effect hebben op een product (bijvoorbeeld wanneer zij gebruikt zijn bij de productie waarna alleen een residu overblijft) hoeven niet vermeld te worden op het etiket. De Europese Commissie stelt dat zij met deze maatregelen aansluit bij de wetgeving inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. Het voorstel neemt ten slotte een overgangsperiode van 24 maanden in acht.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
www.europarl.europa.eu/...In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.