E100051
  klaver icoon
Laatste revisie: 07-03-2014

E100051 - Commissiemededeling over de algemene aanpak van de doorgifte van passagiersgegevens (Passenger Name Records- PNR) aan derde landen



PNR-gegevens zijn gegevens die door passagiers zijn verstrekt en door luchtvaartmaatschappijen zijn verzameld met het oog op boekingen en ten behoeve van de incheckprocedure. Deze gegevens kunnen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen terrorisme en georganiseerde zware criminaliteit. De mededeling beoogt voor het eerst een reeks algemene criteria vast te stellen die kunnen dienen als basis voor toekomstige onderhandelingen over PNR-overeenkomsten met derde landen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

Op 2 november 2010 heeft de Eerste Kamer zonder beraadslaging en zonder stemming ingestemd met de conceptbrief aan de Europese Commissie met een aantal vragen over onderhavige mededeling. De brief is diezelfde dag nog verstuurd. Op 20 april 2011 heeft de Eerste Kamer een reactie ontvangen van de Europese Commissie. De brief is op 17 mei 2011 voor kennisgeving aangenomen.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2010)492PDF-document, d.d. 21 september 2010

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Tijdens de gezamenlijke vergadering van de commissies voor Justitie en de JBZ-Raad op 28 september 2010 werd verzocht om agendering van onderhavige mededeling op 5 oktober 2010.

De commissies voor Justitie en de JBZ-raad besloten op 5 oktober 2010 het voorstel in behandeling te nemen. Inbreng voor overleg met de regering en/of de Europese Commissie (EC) kan geleverd worden in de vergadering van 26 oktober 2010.

De commissies hebben 26 oktober 2010 besloten de vragen van de Commissie Meijers (zie reacties derden) in een brief van de Eerste Kamer aan de Europese Commissie voor te leggen. In deze Kamerbrief wordt tevens een vraag van de European Data Protection Supervisor (EDPS) opgenomen over pro-actief gebruik van persoonsgegevens voor risico-beoordeling en profiling. Een afschrift van de brief zal aan de regering worden gestuurd.

De commissies voor de JBZ Raad en Justitie hebben 29 oktober 2010 een brief gestuurd aan de voorzitter van de Eerste Kamer met een conceptbrief aan de EC met een aantal vragen over de mededeling inzake de doorgifte van passagiersgegevens. De brief staat plenair geagendeerd als hamerstuk op 2 november 2010.

De EK heeft op 2 november 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming ingestemd met de brief aan de EC. De brief is diezelfde dag nog verstuurd.

Op 20 april 2011 heeft de Eerste Kamer een reactie ontvangen van de Europese Commissie op de brief van 2 november 2010. De EC wijst erop dat met de uitwisseling van PNR-gegevens met derde landen de voorkoming en bestrijding van terrorisme en ernstige internationale criminaliteit wordt beoogd en dat toekomstige PNR-overeenkomsten ten doel hebben dergelijke misdrijven te voorkomen, bestrijden en de internationale veiligheid te bevorderen, zonder afbreuk te doen aan de bescherming van de persoonsgegevens van individuele burgers. De hierboven genoemde vraagstukken die door de EK aan de orde zijn gesteld, moeten tegen die achtergrond worden begrepen en beoordeeld.

Op 10 mei 2011 hebben de commissies voor Justitie en voor de JBZ-Raad besloten om de bespreking van de brief van de EC van 20 april 2011 aan te houden tot 17 mei 2011.

De brief van de EC is op 17 mei 2011 voor kennisgeving aangenomen.


Standpunt Nederlandse regering

Uit het BNC-fiche blijkt dat Nederland voorstander is van het streven naar uniformiteit en een goede waarborging van de privacybescherming bij de onderhandelingen met derde landen over de doorgifte van PNR-gegevens. Dit is des te belangrijker gezien de ontwikkeling dat PNR-gegevens steeds vaker worden gebruikt als een regulier en noodzakelijk aspect van de rechtshandhaving bij de bestrijding van terrorisme en zware grensoverschrijdende criminaliteit. Het advies van de Commissie om deze aspecten in criteria op te nemen die de basis moeten vormen voor toekomstige onderhandelingen van de EU met derde landen over de doorgifte van PNR-gegevens van reizigers uit de EU wordt dan ook als positief beoordeeld. Het kabinet is van mening dat de voorgestelde criteria op adequate wijze invulling geven aan het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming. De criteria geven de onderhandelaars voldoende ruimte om tot een overeenkomst te komen tussen de EU en een derde land waarbij rekening kan worden gehouden met de eigenheid van het rechtsstelsel van het derde land in kwestie en de privacybescherming te waarborgen.

Nederland heeft bij onderhandelingen met derde landen in EU-verband een sterkere positie dan individueel. Verder is Nederland ervoor om een gelijk speelveld te bereiken op het gebied van de aantrekkelijkheid van luchthavens in EU-lidstaten. Met een gemeenschappelijke aanpak wordt voorkomen dat lidstaten op individuele basis verstrekking van PNR-gegevens aan derde landen kunnen toestaan aan hun luchtvaartmaatschappijen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Deze mededeling heeft betrekking op PNR-gegevens. PNR-gegevens zijn gegevens die door passagiers zijn verstrekt en door luchtvaartmaatschappijen zijn verzameld met het oog op boekingen en ten behoeve van de incheckprocedure. Het gaat onder meer om reisdata, reistraject, ticketinformatie, contactgegevens (adres- en telefoonnummers), reisagent, betalingsinformatie, stoelnummer en bagage-informatie. Deze gegevens kunnen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen terrorisme en georganiseerde zware criminaliteit. De Europese Unie heeft daarom overeenkomsten over de doorgifte van PNR-gegevens gesloten met de Verenigde Staten (zie dossier E100002), Canada en Australië (zie dossier E100003). De mededeling schetst de actuele trends in het gebruik van PNR-gegevens in de EU en de wereld. Zij beoogt tevens voor het eerst een reeks algemene criteria vast te stellen die kunnen dienen als basis voor toekomstige onderhandelingen over PNR-overeenkomsten met derde landen.

Lees meer: uitgebreide samenvattingPDF-document


Behandeling Raad

JBZ-Raad 7-8 oktober 2010 (agendapunt 14)

De Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken heeft een toelichting gegeven over onderhavige mededeling. De commissaris benadrukte dat deze mededeling is opgesteld op verzoek van het EP om een uniform kader te presenteren voor PNR-overeenkomsten met derde landen.

Gelijk met de mededeling heeft de Commissie ook drie gelijkluidende concept-mandaten gepresenteerd om onderhandelingen te openen met de Verenigde Staten (E100002), Canada en Australië (E100003) teneinde overeenkomsten af te sluiten over het verstrekken van passagiersgegevens. De inhoud van de mandaten waren tijdens deze JBZ-Raad geen onderwerp van gesprek, maar wel is tijdens de Raad afgesproken dat de drie mandaten qua inhoud identiek zullen zijn en tevens tegelijkertijd zullen worden aangenomen, bij voorkeur nog onder Belgisch Voorzitterschap. Ook is afgesproken dat na aanname van de mandaten de onderhandelingen met de drie genoemde landen gelijktijdig worden gestart.

De minister van Justitie gaf aan dat Nederland met instemming heeft kennis genomen van de mededeling en wees op het belang van een adequaat, maar ook in de praktijk goed toepasbaar, regime voor gegevensbescherming. De minister steunde de gekozen lijn om uniforme mandaten aan te nemen, met een zoveel mogelijk parallelle aanpak voor de drie landen.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft op 11 november 2010 een resolutie aangenomen over onderhavige mededeling. Het EP geeft aan ingenomen te zijn met de mededeling, maar vraagt de Europese Commissie om verduidelijking over de concepten "risicobeoordeling" en "profilering".  Ook herhaalt het EP zijn standpunt dat PNR-gegevens in geen enkel geval mogen worden gebruikt voor datamining of profilering.

  • Algemene aanpak doorgifte PNR-gegevens aan derde landen en over het openen van onderhandelingen tussen de EU en Australië, Canada en de VS resolutie Europees Parlement - P7_TA-PROV(2010)0397
    11 november 2010
    www.europarl.europa.eu/...

Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 5 januari 2011 heeft de commissie voor EU Zaken van de Tsjechische Senaat een aanbeveling aangenomen inzake onderhavige mededeling. De commissie doet de aanbeveling om een garantiesysteem in te voeren dat er voor zorgt dat gegegevens niet met derde landen kunnen worden gedeeld zonder toestemming.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) heeft op 19 oktober 2010 een advies gepubliceerd inzake onderhavige mededeling. De EDPS steunt het doel om algemene criteria vast te stellen die kunnen dienen als basis voor toekomstige onderhandelingen over PNR-overeenkomsten met derde landen, maar is bezorgd over het nut en de legitimatie van bepaalde onderdelen van de voorgestelde regelingen. Met namen het pro-actief gebruiken van PNR-gegevens voor risicobeoordelingen vereist een betere onderbouwing.

De Commissie Meijers heeft op 25 oktober 2010 een brief gestuurd aan de Eerste Kamer (EK) met commentaar op de mededeling inzake de doorgifte van passagiersgegevens. De Commissie Meijers steunt het doel van de mededeling. Ter voorbereiding van de inbreng legt de Commissie de EK commissies JBZ en Justitie een aantal vragen voor om aan de Europese Commissie te stellen.  

De Article 29 werkgroep heeft op 12 november 2010 een advies vastgesteld over de mededeling over PNR-gegevens. De werkgroep is kritisch over het delen van passagiersgegevens en benadrukt dat de Europese Commissie geen statistieken of andere bewijzen heeft overlegd waaruit zou blijken dat PNR-data relevant zijn om terrorisme te bestrijden.


Alle bronnen