E150019
  ruit icoon
Laatste revisie: 03-08-2021

E150019 - Voorstel voor een verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijke EU-lijst van veilige landen van herkomst



De Europese Commissie beoogt met onderhavig voorstel een gemeenschappelijke EU-lijst van veilige landen van herkomst op te stellen ter ondersteuning van een snelle behandeling van asielverzoeken van personen uit landen die als veilig zijn aangemerkt.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

Op 22 december 2015 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van de JBZ-Raad van 3-4 december 2015, waarin de stand van zaken van de EU-lijst van veilige landen werd besproken.

Europees

Op 21 juni 2019 heeft de Europese Commissie het voorstel ingetrokken.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2015)452PDF-document, d.d. 9 september 2015

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Op 22 december 2015 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van de JBZ-Raad van 3-4 december 2015, waarin de stand van zaken van de EU-lijst van veilige landen werd besproken.

Op 1 december 2015 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van de JBZ-Raad van 9 november 2015 en de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 3-4 december 2015, waarin de stand van zaken van de migratieproblematiek wordt besproken. De commissie besluit een brief te sturen aan de regering met daarin het verzoek om alle beschikbare cijfers over de huidige vluchtelingenproblematiek aan de Kamer te doen toekomen.

Op 27 november 2015 is de brief inzake nader schriftelijk overleg aanpak vluchtenlingen aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie gestuurd.

Op 24 november 2015 besprak de commissie I&A/JBZ de conceptbrief aan de regering met inbreng van de fracties van VVD, D66, PvdA en GroenLinks over de aanpak van de vluchtelingencrisis in Europa. De fractie van D66 gaf aan aanvullende inbreng te willen leveren. HIer werden onder andere een aantal vragen over veilige derde landen gesteld. Een aangepaste versie van de conceptbrief zal per e-mail aan de leden van de commissie worden voorgelegd zodat fracties zich desgewenst kunnen aansluiten.

Op 3 november 2015 besprak de commissie I&A/JBZ verschillende recente brieven van de regering inzake de aanpak van de vluchtelingencrisis in Europa, en besloot om de inbrengdatum voor het nader schriftelijk overleg op 17 november 2015 te zetten. Ook sprak de commissie samen met commissie EUZA met Commissie Meijers over onder andere migratie (met name de eventuele spanning van EU-regelgeving met het Vluchtelingenverdrag en andere eventuele knelpunten in regelgeving).

Op 27 oktober 2015 besprak de commissie I&A/JBZ enkele brieven van de regering inzake de aanpak van de vluchtelingencrisis in Europa, en besluit na ontvangst van het verslag van de JBZ-Raad van 8-9 oktober 2015 over het voortzetten van het schriftelijk overleg met het kabinet.

Op 12 oktober 2015 stuurde de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een brief met beantwoording op de vragen van de commissie I&A/JBZ van 2 oktober 2015 inzake aanpak vluchtelingencrisis, waaronder over veilige landen van herkomst. De commissie I&A/JBZ zou de brief op 27 oktober 2015 bespreken. Fracties konden de kabinetsappreciatie desgewenst tevens betrekken bij de Algemene Politieke Beschouwingen op 13 oktober 2015.

Op 6 oktober 2015 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 8-9 oktober 2015, waar dit voorstel stond geagendeerd, en heeft deze voor kennisgeving aangenomen. Ook heeft de commissie de kabinetsappreciatie bij het pakket migratiemaatregelen van september 2015 besproken en besloot om op 27 oktober 2015 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg. Fracties konden de kabinetsappreciatie desgewenst tevens betrekken bij de Algemene Politieke Beschouwingen op 13 oktober 2015.

Op 2 oktober 2015 stuurde de commissie I&A/JBZ een brief naar de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie met vragen over de Europese aanpak van de vluchtelingencrisis in reactie op de brief van de staatssecretaris van 29 september 2015. De commissie ziet de beantwoording van deze vragen graag tegemoet vóór de Algemene Politieke Beschouwingen op 13 oktober 2015.

Op 30 september 2015 stuurde de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een brief naar de Eerste Kamer met de melding dat de kabinetsappreciatie voor de recente voorstellen die voortbouwen op de Europese migratieagenda niet binnen de daarvoor geldende drie-weken termijn naar de Kamer verzonden kon worden. Deze nadere appreciatie, welke in plaats van het gebruikelijke BNC-fiche komt, zal de Kamer op zo kort mogelijke termijn alsnog worden toegezonden.

Op 29 september 2015 besprak de commissie I&A/JBZ de brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 september 2015 inzake de Europese migratieagenda, de verslagen van de JBZ-Raad van 22 september 2015 en van de informele Europese Raad van 23 september 2015, alsmede de Commissiemededelingen en -voorstellen van 9 september en 23 september 2015 die betrekking hebben op de aanpak van de vluchtelingencrisis. De fracties van de PVV (lid Van Weerdenburg) en van GroenLinks (lid Strik) gaven aan inbreng te zullen leveren voor schriftelijk overleg. De conceptbrief zou worden rondgestuurd in de commissie zodat fracties zich desgewenst zouden kunnen aansluiten.

Op 22 september 2015 besloot de commissie voor I&A/JBZ om op 29 september 2015 inbreng te leveren voor een schriftelijk overleg over het nieuwe pakket van Commissiemededelingen en -voorstellen voor de aanpak van de migratieproblematiek.

Op 18 september 2015 stuurde de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een brief met de ontwikkelingen asiel en migratie in de Europese Raden en de ontwikkelingen binnen Nederland inzake de vluchtelingencrisis.


Behandeling Tweede Kamer

Op 5 november 2015 ging de Tweede Kamer in debat met de minister-president en de minister van Veiligheid en Justitie over de resultaten van de Europese top van 15-16 oktober 2015 en over de JBZ-Raad van 9 november 2015 en de inzet van de migratietop van 11-12 november 2015. Na het debat zijn er een aantal moties aangenomen, waaronder een verzoek tot snelle totstandkoming van een permanent verdelingsmechanisme voor vluchtelingen over EU-lidstaten en verregaande harmonisatie van asielprocedures binnen de EU.

Op 14 oktober 2015 ging de Tweede Kamer in debat over de (Europese) aanpak van het vluchtelingenprobleem met de minister-president, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, met als aanleiding de Europese top van 15-16 oktober 2015.

Op 13 oktober 2015 beëindigde de Tweede Kamer formeel het behandelvoorbehoud.

Op 13 oktober 2015 stuurde de voorzitter van de commissie Europese Zaken een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer met daarin het advies van de commissie Veiligheid en Justitie om het parlementair behandelvoorbehoud formeel te beëindigen met de volgende afspraken:

1.De Kamer wordt maximaal geïnformeerd over de onderhandelingen ten aanzien van de voorstellen waarop het behandelvoorbehoud betrekking heeft.

2.Met betrekking tot het voorstel inzake een permanent crisisherplaat-singsmechanisme (COM (2015) 450) wordt de Kamer, via de geannoteerde agenda's voorafgaand aan de JBZ-raden, in het bijzonder geïnformeerd ten aanzien van de volgende thema's:

-criteria die worden zullen gehanteerd bij de vraag wanneer sprake is van een crisissituatie;

-de absorptiecapaciteit;

-de verdeelsleutel;

-het verplicht registreren;

-het draagvlak voor de inzet van het kabinet in de JBZ-raad.

3.Bij bijzondere gebeurtenissen rondom de voorstellen waarop het behandelvoorbehoud betrekking heeft, wordt de Kamer proactief geïnformeerd.

Op 7 oktober 2015 vond een algemeen overleg plaats over de JBZ-Raad van 8-9 oktober 2015, met aansluitend een VAO, waarbij een aantal moties zijn ingediend. Naast het inhoudelijke debat was er ruimte voor het maken van informatieafspraken inzake dit voorstel.

Op 6 oktober 2015 stuurde de voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken een brief aan de voorzitter met daarin het advies om een parlementair behandelvoorbehoud te plaatsen bij dit voorstel. De Tweede Kamer stemde op 6 oktober 2015 plenair in met de brief en plaatste daarmee een parlementair behandelvoorbehoud bij het voorstel.

Op 30 september 2015 behandelde de commissie Veiligheid en Justitie tijdens een procedurevergadering dit voorstel samen met de andere nieuwe Europese voorstellen over de vluchtelingencrisis.

Op 23 september 2015 ging de Tweede Kamer in debat gaan met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over zijn brief van 18 september 2015 inzake de ontwikkelingen asiel en migratie in de Europese Raden en de ontwikkelingen binnen Nederland wat betreft de vluchtelingencrisis. Na het debat is de motie-Voortman c.s. aangenomen waarin de regering wordt verzocht tijdens de Europese top te pleiten voor een significante extra bijdrage vanuit de EU voor de opvang van vluchtelingen in o.a. Egypte, Jordanië, Libanon en Turkije.


Standpunt Nederlandse regering

Op 5 oktober 2015 stuurde de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een kabinetsappreciatie ten aanzien van het EU-migratiepakket van september 2015 naar de Eerste Kamer, waaronder van dit voorstel.

Het kabinet verwelkomt dit voorstel en kan instemmen met de lijst landen zoals voorgesteld door de Commissie. Het kabinet ziet de plaatsing van de landen uit de Westelijke Balkan als een middel om de instroom vanuit deze regio te beperken. Het kabinet is verder van oordeel dat het voorstel, net als de Procedurerichtlijn en de andere instrumenten van het GEAS, bijdraagt aan een verdergaande harmonisering van het asielbeleid, waarin een asielverzoek in iedere lidstaat tot dezelfde uitkomst leidt. Het kabinet is daarom positief over de proportionaliteit en subsidiariteit van het voorstel.

Het kabinet vindt het positief dat de Commissie in de toelichting bij het oorspronkelijk voorstel heeft aangekondigd na de totstandkoming te zullen onderzoeken of nog andere landen in aanmerking komen om als veilig te worden aangemerkt. In dat verband noemt de Commissie Bangladesh, Pakistan en Senegal. Het kabinet zal eventuele verdere voorstellen en met name de inhoudelijke motivering van de Commissie hiertoe afwachten.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 21 juni 2019 heeft de Europese Commissie het voorstel ingetrokken.

Het voorstel tot vaststelling van een gemeenschappelijke EU-lijst van veilige landen van herkomst maakt onderdeel uit van de uitvoeringsmaatregelen van de Europese migratieagenda (Edossier E150010). Richtlijn 2013/32/EU biedt lidstaten de mogelijkheid specifieke procedurele regels toe te passen, met name versnelde procedures en grensprocedures, wanneer de verzoeker onderdaan is van een land dat door het nationale recht als veilig land van herkomst is aangemerkt. Niet alle lidstaten hebben een nationale lijst van veilige landen van herkomst opgesteld en bovendien verschillen deze nationale lijsten. De Europese Commissie beoogt met onderhavig voorstel een gemeenschappelijke EU-lijst van veilige landen van herkomst op te stellen ter ondersteuning van een snelle behandeling van asielverzoeken van personen uit landen die als veilig zijn aangemerkt.

Het voorstel is gebaseerd op artikel 78, lid 2, onder d) VWEU dat de rechtsgrondslag vormt voor maatregelen met betrekking tot gemeenschappelijke procedures voor de toekenning of intrekking van de uniforme status voor asiel en subsidiaire bescherming.


Behandeling Raad

In de kwartaalrapportage JBZ-dossiers over het 2e kwartaal 2020 (bijlage bij 32.317, LGPDF-document) geeft de regering aan dat in september 2016 de triloog met het EP is opgeschort en hoogstwaarschijnlijk niet meer zal worden hervat. De bepalingen van de Verordening zijn ook opgenomen in de voorgestelde Procedureverordening en de onderhandelingen worden in dat kader voortgezet.

Op verzoek van het EP heeft het Grondrechtenbureau een rapport uitgebracht over de toepassing van het concept 'veilig land van herkomst. Het EP heeft EASO ook verzocht een rapport uit te brengen over Turkije. De Raad heeft EASO gevraagd om rapporten uit te brengen over alle landen op de Europese lijst. Deze rapporten zijn op 16 november 2016 verschenen. Op de RWG van 22 november heeft EASO de rapporten toegelicht. Ondertussen is verder onderhandeld over de tekst van de Verordening, met uitzondering van de Annex (de eigenlijke landenlijst). In september 2016 is de triloog met het EP begonnen. (bron: EK, 32317, HOPDF-document)

JBZ-Raad 3-4 december 2015 (agendapunt I.1)

De Raad besprak de stand van zaken van de migratieproblematiek, alsook de uitwerking van de tot dusver genomen maatregelen. Daarnaast bespraken de ministers de voortgang van de discussies over de gemeenschappelijke EU-lijst van veilige landen.

Informele Europese Raad 12 november 2015

Voorzitter Tusk heeft een informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders bijeengeroepen om de jongste ontwikkelingen inzake de migratiecrisis te bespreken en om de implementatie van de beslissingen te versenellen. Belangrijke onderwerpen waren de samenwerking met derde landen, met name Turkije, implementatie van besluiten over herplaatsing, hot spots en versterking van de opvangcapaciteit, alsmede de bewaking van de buitengrenzen.

JBZ-Raad 9 november 2015

Tijdens deze extra ingelaste Raad, bij wijze van uitzondering in aanwezigheid van de geassocieerde staten, zijn de stand van zaken besproken van de uitvoering van maatregelen waartoe is besloten en toekomstige acties inzake de vluchtelingencrisis. De ministers hebben ook besloten over een aantal verdere maatregelen om de vluchtelingen- en migratiecrisis te beheersen, zoals uiteengezet in een reeks raadsconclusies. Deze conclusies zijn in het bijzonder gericht op het versnellen van het lopende hervestigingsproces; versterken van de buitengrenzen van de EU; bestrijding van mensenhandel en -smokkel; en terugkeer en wedertoelating. Ook werd er gesproken over veilige landen van herkomst in de conclusies.

Europese Raad 15-16 oktober 2015

Tijdens de Raad zijn er conclusies aangenomen over migratie. Deze conclusies gaan voornamelijk in op de samenwerking met derde landen om de vluchtelingenstromen in te dammen (onder andere met Turkije), betere bescherming van de buitengrenzen van de EU (voortbouwend op het Schengenacquis), en de reactie op de instroom van vluchtelingen in Europa en terugkeer.

Raad Buitenlandse Zaken 12 oktober 2015

De Raad heeft een aantal conclusies aangenomen over migratie, met name over de samenwerking met derde landen in het grensgebied van de Europese Unie.

JBZ-Raad 8-9 oktober 2015 (agendapunt I.4)

Tijdens deze Raad werd de stand van zaken van dit voorstel besproken. Er werd onder andere overeengekomen dat er voor elk betrokken land van herkomst een grondige evaluatie verricht zou worden. Het Voorzitterschap concludeerde dat dit voorstel nader dient te worden besproken, ook ten behoeve van de triloog met het Europees Parlement.

JBZ-Raad 22 september 2015

In deze (wederom) extra ingelaste JBZ-Raad staat onder andere de follow-up van de JBZ-Raad van 14 september 2015 op de agenda. Naar verwachting zal het Luxemburgs voorzitterschap voortbouwen op zijn conclusies van 14 september 2015.

JBZ-Raad 14 september 2015

Tijdens de extra ingelaste JBZ-Raad werd dit voorstel voor het eerst behandeld, samen met de andere voorstellen die gezamenlijk werden gepubliceerd naar aanleiding van de vluchtelingencrisis.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 7 juli 2016 heeft de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) ingestemd met het verslagPDF-document van de rapporteur in de eerste lezing. Op 8 augustus 2016 heeft het Europees Parlement hier plenair over gestemd.

Op 1 december 2015 besprak de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) dit voorstel met de Europese Commissie en de Raad. Het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO) presenteerde de situatie in de Westelijke Balkan terwijl de fundamentele Rechten Agentschap (FRA) sprak over fundamentele overwegingen van rechten.

Op 6 oktober 2015 besprak het Europees Parlement tijdens een debat over de conclusies van de informele Europese Raad van 23 september 2015 de vluchtelingencrisis, waarbij de europarlementariërs de lidstaten erop aandrongen meer actie te ondernemen om de vluchtelingencrisis aan te pakken.

Op 1 oktober 2015 heeft het Europees Parlement Sylvie Guillaume als rapporteur aangewezen. Het voorstel wordt behandeld door de LIBE commissie.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 9 november 2015 heeft het Roemeense parlement een met redenen omkleed advies aan de Europese Commissie gestuurd over dit voorstel.

Op 9 november 2015 stuurde de Roemeense Senaat een politieke opinie over dit voorstel, en is van mening dat het voorstel voldoet aan de subisidiariteitsprincipe en proportionaliteit.

Op 20 oktober 2015 besprak de commissie Constitutionele Zaken van de Italiaanse Senaat dit voorstel en publiceerde een resolutie waarin dit voorstel wordt goedgekeurd.

De deadline voor het indienen van eventuele subsidiariteitsbezwaren was 9 november 2015.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Commissie Meijers heeft op 8 november 2017 haar reactie op het regeerakkoord 2017-2021 aan de Kamer gestuurd waarin zij haar opinie geeft op de verschillende Europese onderwerpen die in het regeerakkoord aan bod komen. Onderhavig dossier heeft een link met het onderwerp 'veilige derde landen' in de notitie van Commissie Meijers.

Op 5 oktober 2015 publiceerde de Commissie Meijers een notitie inzake een gemeenschappelijke EU-lijst van veilige landen van herkomst, waarin een aantal opmerking en aanbevelingen worden gegeven aan de Europese Commissie. Aan het einde van de notitie stelt de Commissie Meijers drie amendementen voor om bij de verordening te voegen om het niveau van rechtsbescherming in overeenstemming te brengen met de relevante wetgeving inzake mensenrechten. De wijzigingen betreffen: 1. het recht op een individueel gesprek 2. schorsende werking van het beroep met betrekking tot het verwijderen 3. de positie van minderheden in de aanwijzingcriteria.


Alle bronnen