E250013 - Voorstel voor een Verordening wat betreft de toepassing van het begrip 'veilig derde land'
Op 20 mei 2025 publiceerde de Europese Commissie een voorstel dat ervoor moet zorgen dat EU-landen het begrip 'veilig derde land' uit de Asielprocedureverordening gemakkelijker kunnen toepassen.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.
nationaal
Op 1 juli 2025 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen. De commissie besloot om op 23 september 2025 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie.
Europees
De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel.
volledige titel
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening 2024/1348 wat betreft de toepassing van het begrip 'veilig derde land'
document Europese Commissie
COM(2025)259, d.d. 20 mei 2025
rechtsgrondslag
Artikel 78, lid 2, punt d), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
commissie Eerste Kamer
Op 1 juli 2025 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen. De commissie besloot om op 23 september 2025 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie.
In het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad van 22 en 23 juli 2025 heeft de commissie Asiel en Migratie van de Tweede Kamer vragen gesteld over het voorstel (32.317, 969).
-
verslag van een schriftelijk overleg over over de Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 22-23 juli 2025 (Kamerstuk 32317-967) (vreemdelingen- en asielbeleid) 32.317, TK, 969
21 juli 2025 Bevat bijlage
Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie en steunt de versoepeling van de voorwaarden voor toepassing van het begrip 'veilig derde land'. Het kabinet onderschrijft in het bijzonder het voorstel om het bandencriterium te schrappen, omdat dit volgens het kabinet tot meer juridische eenvoud leidt. Indien het schrappen van het criterium niet haalbaar blijkt, zal het kabinet tijdens de onderhandelingen inzetten op het voorkomen van aanvullende procedurele of materiële vereisten bij toepassing van ‘agreements’ of ‘arrangements’.
Het kabinet steunt ook het voostel om de automatische schorsende werking van beroep te laten vervallen, omdat dit volgens het kabinet beter aansluit bij de aard van een niet-ontvankelijkheidsprocedure. Wel wijst het erop dat de werklast voor rechtbanken hierdoor toe kan nemen, aangezien asielzoekers afzonderlijk om schorsing moeten verzoeken. Daarom pleit het kabinet ervoor dat lidstaten de keuzevrijheid behouden om al dan niet automatische schorsende werking te verbinden aan dergelijke beroepen.
Bevoegdheid
Het voorstel is gebaseerd op artikel 78, lid 2, onder d), VWEU. Deze rechtsgrondslag geeft de EU de bevoegdheid tot het vaststellen van gemeenschappelijke procedures voor toekenning of intrekking van de uniforme status van asiel of van subsidiaire bescherming. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. Op het
terrein van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, onder j, VWEU).
Subsidiariteit
Het voorstel beoogt de toepassing van het concept 'veilig derde land' op grond van de Asielprocedureverordening te vereenvoudigen en te harmoniseren, met name wat het bandencriterium en de automatische schorsende werking betreft. Omdat lidstaten dit onvoldoende zelfstandig kunnen verwezenlijken, is volgens het kabinet een EU-aanpak nodig om consistente regels te garanderen, gelijke behandeling en rechtszekerheid voor asielzoekers te waarborgen en prikkels voor ongewenste secundaire migratie of belemmeringen van Dublinoverdrachten te voorkomen
Proportionaliteit
Het kabinet oordeelt positief over de proportionaliteit van het voorstel. Het voorgestelde optreden is volgens het kabinet geschikt om de doelstelling, een flexibelere en makkelijkere toepassing van het concept 'veilig derde land' en vereenvoudiging van beroepsprocedures, te bereiken, onder meer door het bandencriterium te schrappen en de automatische schorsende werking af te schaffen. Het voorstel gaat volgens het kabinet daarbij niet verder dan noodzakelijk, aangezien de wijzigingen beperkt blijven tot deze onderdelen.
De Europese Commissie stelt een wijziging van de Asielprocedureverordening voor om de toepassing van het begrip ‘veilig derde land’ te vereenvoudigen. Volgens de Commissie moet het concept ‘veilig derde land’ kunnen worden toegepast in elk van de volgende gevallen: 1) wanneer een asielzoeker een band met het veilige derde land heeft, of 2) wanneer een asielzoeker door dat veilige derde land is gereisd, of 3) wanneer een EU-lidstaat een overeenkomst of regeling met dat land heeft dat de asielzoeker toegang geeft tot een deugdelijke asielprocedure. De laatste optie is niet van toepassing op niet-begeleide minderjarigen. Daarnaast stelt de Europese Commissie voor de automatische schorsende werking van beroepen tegen niet-ontvankelijkheidsbesluiten op basis van het begrip veilig derde land te laten vervallen. Ook dienen lidstaten de Commissie en andere lidstaten voorafgaand te informeren over het sluiten van overeenkomsten met derde landen, en wordt voorzien in de mogelijkheid om specifieke groepen kwetsbare asielzoekers uit te sluiten of maatregelen in te voeren om onderduiken te voorkomen.
-
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2024/1348 wat betreft de toepassing van het begrip 'veilig derde land' voorstel Europese Commissie - COM(2025)259
20 mei 2025
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) behandelt het voorstel.