Delegatie van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland in debat met Kamerleden over toekomst middenbestuur



Leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland bezochten op donderdag 17 juni de Eerste Kamer. Zij werden ontvangen door Kamervoorzitter P.R.H.M. (René) van der Linden en Leden van verschillende Kamerfracties. Die bespraken met de Noord-Hollandse statenleden en gedeputeerden de regionale ontwikkelingen in samenhang met landelijk en Europees beleid. Centraal stonden de toekomst van het middenbestuur en de samenwerking tussen Europese havens, waaronder die van Amsterdam en Rotterdam.

Noord-Holland is de tiende provincie die werd ontvangen in de Eerste Kamer in de tweede reeks van provinciebezoeken. Op initiatief van de Eerste Kamer worden alle provincies uitgenodigd om met de senaat te debatteren over actuele onderwerpen. De Eerste Kamer wil met deze ontvangsten haar inzicht in de regionale vraagstukken vergroten en de banden met de provincies versterken.

Europese context

In zijn welkomstwoord benadrukte Kamervoorzitter Van der Linden het belang van een open en rechtstreekse uitwisseling tussen de provinciale volksvertegenwoordigingen en de Leden van de senaat. ‘Met name leden van Provinciale Staten kunnen zichtbaar maken dat politiek dicht bij mensen staat. Uw zorg is een goede relatie tussen burgers en het provinciale bestuursorgaan dat hen vertegenwoordigt. Indirect draagt dit ook bij aan de politieke legitimiteit van de Eerste Kamer’, aldus Van der Linden.

Hij voorziet dat zowel de regionale vraagstukken als het nationaal beleid in de komende jaren steeds meer in een Europese context komen te staan. ‘De oplossing die we moeten zoeken voor tal van uitdagingen, zoals de ontwikkeling van de zeehavens, is in hoge mate afhankelijk van internationale afspraken en nauwe samenwerking in Europees verband’, aldus Van der Linden.

Toekomst middenbestuur

Statenlid Harmen Binnema van GroenLinks hield in de plenaire zaal van de Eerste Kamer een inleiding over de ontwikkeling van het middenbestuur, waarin de provincies vanouds een sleutelrol vervullen. Binnema constateert dat in de lopende discussies over vernieuwing van het bestuurlijk bestel in Nederland de provincie weinig vrienden lijkt te hebben. ‘Nut en de noodzaak van deze bestuurslaag wordt door velen betwijfeld. Dat is zorgelijk, want een krachtig regionaal bestuur blijft noodzakelijk. Op tal van terreinen vervult de provincie doorslaggevende rol bij het doorbreken van ruimtelijke patstellingen. Het zijn vaak de middenvelders die de wedstrijd beslissen’.

Eerste Kamerlid en burgemeester van Naarden Joyce Sylvester legde in haar presentatie over de ontwikkeling van het middenbestuur een verband tussen de samenvoeging van gemeenten en de noodzakelijke schaalvergroting van provincies. Als voorbeeld noemde zij de samenwerking tussen Amsterdam en Almere, die een gezamenlijke toekomst zoeken als dubbelstad. ‘Deze steden liggen echter in twee verschillende provincies. Daardoor ontbreekt het aan integrale sturing en begeleiding van deze ontwikkeling’, aldus Sylvester. Volgens haar is schaalvergroting onontkoombaar, juist ook in het belang van gemeenten. ‘De maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste decennia maken dat de inrichting van het openbaar bestuur niet kan blijven zoals die is’.


Deel dit item: