Wet AWBZ-zorg buitenland omstreden



Het wetsvoorstel (32.154) dat de mogelijkheden beperkt om in het buitenland van zorg  volgens de AWBZ te genieten,  is in de plenaire vergadering van de Eerste Kamer dinsdag 24 januari 'discriminatoir' genoemd. Dit gebeurde door PvdA-senator Putters die niet alleen namens de PvdA-fractie sprak, maar ook namens de fracties van GroenLinks, D66, OSF en 50Plus.

De bestaande regelgeving maakt het mogelijk dat wereldwijd zorg kan worden ingeroepen bij gecontracteerde instellingen. Voor het inroepen van niet gecontracteerde zorg kan door de zorgverzekeraar toestemming worden verleend,  als dat voor de medische verzorging van betrokkene noodzakelijk is.  Daardoor is een groeiend aanbod ontstaan van zorgaanbieders in het buitenland en een daarmee samenhangende vraag om financiering van die zorg uit AWBZ-middelen, zowel van AWBZ-verzekerden als van instellingen die in het buitenland zijn en worden gevestigd.

Het wetsvoorstel heeft tot doel de kosten die hiermee gemoeid zijn in de hand te houden door zorg in het buitenland slechts toe te staan in gevallen waarin dat binnen Europa geboden is en buiten Europa noodzakelijk is.

Senator Putters zei dat de urgentie van dit voorstel de fracties namens welke hij het woord voerde ontgaat. Hij wees erop dat de regering ook niet heeft aangegeven om hoeveel geld het zou kunnen gaan. Daar komt bij dat Putters c.s. de maatregel een 'discriminatoir' karakter toedichten. Nederlanders die in bijvoorbeeld Spanje wonen krijgen onder deze wet alle zorg die ze nodig hebben, maar Nederlanders die verderop aan de Middellandse Zee wonen zijn volgens senator Putters  'blijkbaar andersoortige Nederlanders, want voor hen geldt ook dat ze premies betalen maar niet de zorg daarvoor terug krijgen die ze nodig hebben. "Torremelinos is blijkbaar oké, maar Tanger niet", zei senator Putters.

Staatssecretaris Veldhuizen van Zanten van VWS wees erop dat EG-verdragen verdere beperking in de weg staan en dat de maatregel vooral is bedoeld tegen ondernemers die Nederlandse patiënten met recht op AWBZ-vergoedingen proberen te werven buiten Nederland. Dit noemde de staatssecretaris een 'perverse prikkel' in de huidige regeling. Volgens haar moet AWBZ-geld zo goed mogelijk in Nederland zelf besteed worden. Op een vraag van senator Putters in hoeverre de aangepaste regeling in strijd met Associatieverdragen zou kunnen zijn, gaf de staatssecretaris aan dat zij schriftelijk op zal antwoorden. Op voorstel van de voorzitter besloot de Eerste Kamer daarop om het voorstel pas in stemming te brengen als de nadere schriftelijke antwoorden binnen zijn. Dat kan volgens de staatssecretaris binnen een of twee weken het geval zijn.



Deel dit item: