Ana Brnabić, de parlementsvoorzitter van Servië, bezocht woensdag 14 mei het Nederlandse parlement. Zij werd in de Tweede Kamer ontvangen door Martin Bosma, Voorzitter van de Tweede Kamer, en Jan Anthonie Bruijn, Voorzitter van de Eerste Kamer. Na de ontmoeting met de beide Kamervoorzitters ging de Servische delegatie in gesprek met leden van de commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer.
Vrede van Passarowitz
In zijn welkomstwoord benadrukte Tweede Kamervoorzitter Bosma dat Nederland en Servië al zeer lange tijd banden hebben: “Voordat de officiële bilaterale banden tot stand kwamen in 1891, waren wij al met elkaar verbonden. Zo speelde Nederland een rol bij de Vrede van Passarowitz in 1718.”.
De laatste jaren bestaat de bekendheid van Servië in Nederland echter meer door sport, zoals voetbal en tennis. Daarnaast wonen er enkele duizenden Serviërs in Nederland, een gemeenschap die zeer gewaardeerd wordt. Maar ook reizen steeds meer Nederlanders naar Servië als toerist. Met name de cultuur en het landschap zijn zeer geliefd.
Internationale diplomatie
Eerste Kamervoorzitter Bruijn benadrukte de handelsrelatie tussen de beide landen: “Machines en fruit komen vanuit Servië naar Nederland, andersom vinden medicijnen en voertuigen hun bestemming.” Ook ging hij in op de weg die Servië aflegt richting deelname aan internationale organisaties. Zo is Servië inmiddels lid van de Verenigde Naties en de Raad van Europa en is het land kandidaatlid van de Europese Unie.
Bruijn zei dat het een goede zaak is dat de parlementsvoorzitter niet alleen met de Kamervoorzitters spreekt, maar ook met andere Kamerleden. Bruijn ging in dat verband in op het belang van internationale diplomatie: “Het is van grote waarde dat politici van verschillende landen elkaar ontmoeten, een dialoog hebben en elkaar informeren over de situatie in hun landen.”