De Eerste Kamer heeft dinsdag 3 juni oud-senator Hans Wiegel herdacht. Hij was voor de VVD bijna vijf jaar lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 13 juni 1995 tot 1 april 2000. In de senaat hield hij zich vooral bezig met binnenlandse zaken. Zijn senatorschap is onlosmakelijk verbonden met 'de Nacht van Wiegel', die op 19 mei 1999 in de Eerste Kamer plaatsvond.
Als student politicologie wordt Hans Wiegel op zijn twintigste actief bij de JOVD en vijf jaar later is hij het jongste Tweede Kamerlid tot dan toe. Hij is elf jaar Tweede Kamerlid, in de periode van 1967 tot 1982 met een onderbreking van vier jaar als minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier in het eerste kabinet-Van Agt. Bovendien is hij zeven jaar voorzitter van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. In 1982 stopt hij met de landelijke politiek en wordt hij commissaris van de Koningin in Friesland.
Bij zijn afscheid als commissaris zinspeelt hij op het lidmaatschap van de senaat.
Tegen het Parool zegt hij in 1994: 'Ik zou wel in de Eerste Kamer passen. Zo'n onafhankelijke positie, weer echt het dualisme beoefenen.' Anderhalf jaar later is het zover.
De senaat bevalt hem opperbest, laat hij weten. Zijn debuut in de Eerste Kamer is een debat met minister-president Kok, over de begroting van het ministerie van Algemene Zaken. Wiegel is de enige spreker van de kant van de Kamer. Het zal geen toeval zijn geweest dat hij juist dat debat koos. Zo vaak komt een premier niet naar de senaat.
Het lukt Wiegel om de premier opnieuw naar de Kamer te laten komen op de late avond van 18 mei 1999. Het debat met de minister van Binnenlandse Zaken over het correctief referendum duurt al de hele dag wanneer om half twaalf 's avonds de premier de plenaire zaal van de Eerste Kamer betreedt. 'Het zindert door de zaal en de gangen,' zoals een senator het later omschrijft. De zindering wordt anderhalf uur later gevolgd door een schokgolf. Als enige van de VVD-fractie stemt hij tegen het voorstel. Tegen HP/DE TIJD zegt hij dat hij een voorbeeld wilde stellen: politici moeten moed tonen en onaangename beslissingen durven nemen.
Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn: 'Hans Wiegel beoefende de politiek als vak, dat het waard is beoefend te worden en combineerde dit met een grote interesse in mensen. Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.'