Helpt u mee onze website te verbeteren?

Eerste Kamerleden bij 151e IPU Assemblee in Genève



Van 19 tot en met 23 oktober kwam de Interparlementaire Unie bijeen voor hun 151e Assemblee-vergadering in Genève. Delegaties uit 136 landen waren aanwezig. Vanuit Nederland namen Hendrik-Jan Talsma (CU, delegatieleider), Andrea van Langen-Visbeek (BBB), Fatimazhra Belhirch (D66) en Cees van de Sanden (Fractie-Van de Sanden) deel aan de vergadering. De Griffier van de Eerste Kamer, Remco Nehmelman, en Sander Duijmaer Van Twist, directeur Concernstaf en plaatsvervangend Griffier van de Tweede Kamer, namen deel aan de vergadering van de wereldwijde vereniging van secretarissen-generaal (ASGP).


In het kort

Het centrale thema was 'het handhaven van humanitaire normen en het ondersteunen van humanitaire actie in tijden van crisis'. Vanwege verkiezingen in Tanzania werd IPU President Dr. Tulia Ackson tijdens de zitting vervangen door IPU Vicevoorzitter Gabriela Morawska-Stanecka uit Polen. Het aantal zaken van geschonden mensenrechten van parlementsleden was wederom toegenomen. Het aandeel van vrouwelijke politici wereldwijd was licht gestegen tot 27,2% in oktober 2025, van 26,9% het jaar ervoor.

De Assemblee nam een Emergency Item aan over georganiseerde misdaad en een resolutie over illegale adoptie. Brunei werd toegelaten als lid van de IPU en Niger keerde terug als lid, nadat eerder het lidmaatschap was opgeschort vanwege de coup in 2023. Hiermee komt het totaal aantal parlementen dat lid is van de IPU op 183. De Governing Council stemde in met de begroting voor 2026, inclusief een stijging van 3% ter compensatie van de inflatie. De Nederlandse delegatie werd ontvangen door Erica Schouten, de Nederlands Permanent Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, en haar team.


Handhaven van humanitaire normen

Van 20 tot en met 22 oktober vond doorlopend het algemene plenaire debat plaats over het overkoepelende thema 'het handhaven van humanitaire normen en het ondersteunen van humanitaire actie in tijden van crisis'.

Senator Van de Sanden benadrukte het belang van het beschermen van humanitaire normen in tijden van crisis, met speciale aandacht voor de rol van kunstmatige intelligentie (AI) in humanitaire actie. Hij stelde dat zelfs in oorlog, ramp of wanhoop er een grens moet blijven die we niet overschrijden - de grens van menselijke waardigheid. Van de Sanden: 'Laten we ons niet afvragen wat technologie voor ons kan doen, maar wat wij samen kunnen doen om ervoor te zorgen dat innovatie de waarden versterkt die ons verbinden. Laten we bouwen aan een toekomst waarin menselijke waardigheid en digitale vooruitgang hand in hand gaan, niet in conflict, maar in harmonie.'

Senator Van Langen-Visbeek benadrukte dat voedselzekerheid en klimaatdoelen niet tegenover elkaar moeten staan, maar gelijktijdig nagestreefd moeten worden. Ze riep op om samen te werken aan een eerlijke en duurzame wereldeconomie, zonder dat vooruitgang op één terrein ten koste gaat van de meest kwetsbaren. 'Het doel is niet om te kiezen, maar om tegelijkertijd aan voedsel en klimaat te werken,' zei Van Langen-Visbeek.


Maatregelen tegen illegale adoptie

In de commissie Democratie en Mensenrechten werden de ingediende amendementen besproken op de resolutie over 'erkenning en ondersteuning van de slachtoffers van illegale internationale adoptie en het nemen van maatregelen ter voorkoming van deze praktijk'. Het door Van de Sanden ingediende en aangenomen amendement vraagt om onderzoek naar illegale adopties en de ontwikkeling van passende wetgeving die het belang van het kind centraal stelt, met aandacht voor preventie, erkenning van slachtoffers en ondersteuning bij het achterhalen van afkomst. Daarnaast moedigt het internationale samenwerking en uitwisseling van goede praktijken, met respect voor culturele en juridische verschillen, aan.

Tijdens het forum van vrouwelijke parlementsleden op 19 oktober verwees Van Langen-Visbeek bij de bespreking van deze resolutie naar de illegale adoptiepraktijken in Nederland in de jaren zestig, waarbij tienermoeders onder druk werden hun kinderen af te staan. Zij benadrukte het belang van nader onderzoek, zoals verwoord in het ingediende amendement van Van de Sanden. Ook bij de verdere totstandkoming van de uiteindelijke resolutie, die door de Assemblee werd aangenomen, speelde de Nederlandse delegatie een actieve rol.


Urgentiedebat hybride dreigingen

Voor het gebruikelijke urgentiedebat waren twee voorstellen ingediend: één over een oproep tot parlementaire solidariteit en gecoördineerde actie inzake Madagaskar, ingediend door Zuid-Afrika, en het andere over parlementaire actie tegen transnationale georganiseerde misdaad, cybercriminaliteit en hybride bedreigingen voor democratie en menselijke veiligheid, van Thailand, Argentinië, Chili, Polen en Zweden met steun van de Latijns-Amerikaanse geopolitieke groep en de 12 Plus groep.

Beide voorstellen behaalden de vereiste tweederdemeerderheid, waarbij het tweede voorstel meer stemmen kreeg en daardoor werd toegevoegd aan de agenda van de Algemene Vergadering. In het urgentiedebat over georganiseerde misdaad stelde Van de Sanden dat hybride aanvallen, desinformatiecampagnes en schendingen van het luchtruim een schending vormen van het VN-Handvest, en dat staten de volledige verantwoordelijkheid dragen voor dergelijke handelingen, ongeacht hoe zij deze trachten te benoemen.


Situatie in het Midden-Oosten

Senator Talsma, voorzitter van het IPU-commissie over Midden-Oosten vraagstukken, leidde de twee vergaderingen van deze commissie. Tijdens de bijeenkomsten was het Palestijnse ex officio-lid aanwezig; het Israëlische lid ontbrak, waardoor slechts één kant van de situatie in de regio werd belicht. Er werd gesproken over herstructurering van de commissie, met als doel meer inclusiviteit te waarborgen - waaronder gendergelijkheid en jongerenparticipatie - en het formuleren van een duidelijker mandaat, met specifieke aandacht voor het Israëlisch-Palestijns conflict en bredere regionale crises.

De commissie besloot beide ex officio-leden te verzoeken hun betrokkenheid bij de commissie formeel te herbevestigen. Daarnaast werd een ontmoeting voor begin 2026 besproken. Tijdens de vergadering gaf David Fernández Puyana, vertegenwoordiger van de Universiteit voor Vrede van de Verenigde Naties (UPEACE), een toelichting op zijn recente bezoek aan Israël en Palestina. Hij benadrukte het belang van onderwijs als instrument voor vrede. UPEACE, gevestigd in Costa Rica, is opgericht door de Verenigde Naties met het specifieke mandaat om vrede te bevorderen via onderwijs en academische samenwerking.


Vrede en Internationale Veiligheid

In de commissie Vrede en Internationale Veiligheid vonden op 20 oktober twee paneldiscussies plaats, een over wapenwedloop en de andere over het versterken van parlementair toezicht op defensie-uitgaven. Bij het laatste panel benadrukten de panelleden het belang van een verantwoord en transparant defensiebudget en het rekening houden met maatschappelijke belangen. Senator Belhirch zei: 'Veiligheid gaat niet alleen over legers en wapens, het gaat er ook om of een kind veilig naar school kan, of een boer droogte kan overleven, en of mensen hun stem kunnen laten horen.' Ze vroeg de panelleden hoe parlementsleden er het beste voor kunnen zorgen dat investeringen in preventie, inclusie en menselijke veiligheid niet op de achtergrond raken tijdens crisissituaties.

Op 21 oktober organiseerde de commissie een deskundigenhoorzitting ter voorbereiding van haar volgende resolutie over de rol van parlementen bij het opzetten van robuuste mechanismen voor postconflictbeheer en het herstel van een rechtvaardige en duurzame vrede. Belhirch, rapporteur voor deze resolutie, constateerde dat de ingebrachte ervaringen met bemiddeling, de geschetste kaders voor menselijke en gemeenschappelijke veiligheid, en voorbeelden van de parlementaire praktijk in fragiele en herstellende staten, van pas komen bij de voorbereiding van de concepttekst voor de volgende IPU Assemblee en dat het van belang is om naar conflictpreventie en naar vredesopbouw te kijken en naar de reeds bestaande mechanismen.


Toename schending mensenrechten van parlementsleden

Het IPU-comité over de mensenrechten van parlementsleden legde op de slotdag situaties van schendingen in onder meer Algerije, Bangladesh, Iraq, Israël, Myanmar en Turkije voor aan de Assemblee. De meest voorkomende schendingen zijn onrechtmatige schorsing en verlies van het parlementaire mandaat, schending van vrijheid van meningsuiting, gebrek aan een eerlijk proces en schending van de vrijheid van vergadering.

Diverse leden uit de Turkse delegatie reageerden op de zaken uit hun land. Zo zou de documentatie van het comité niet kloppen en bestaat er in Turkije een functionerende rechtsstaat. Andere leden van de Turkse delegatie lichtten toe zelf in de casussen voor te komen op beschuldiging van terrorisme. In 2024 waren er zaken van 957 parlementsleden wereldwijd in 55 landen onder behandeling van dit comité, waarvan 790 het leden van de oppositie en 63 onafhankelijke leden betrof.


Overige

De delegatie nam deel aan de 12 Plus Groep-overleggen voorafgaand en en marge van de Assemlee. Van Langen-Visbeek en Belhirch woonden het Forum van vrouwelijke parlementsleden bij op 19 oktober. Belhirch ontmoette op 20 oktober haar collega's uit de Verenigde Arabische Emiraten en sprak met UNRWA en het Internationale Rode Kruis op 21 oktober. Van Langen-Visbeek bezocht op 20 oktober de workshop Breaking the hunger cycle: Addressing food security . Talsma was aanwezig bij het 12 Plus side event Protecting humanity in times of war: Strategies for strengthened political engagement op 20 oktober en bij de Interfaith workshop: Countering intolerance and fostering religious literacy for more inclusive and peaceful societies op 21 oktober. Van Langen-Visbeek en Van de Sanden volgden de workshop over AI op 21 oktober. Van Langen-Visbeek was ook aanwezig bij een skills building sessie over Implementing the IPU anti-harassment policy . Talsma onderhandelde namens de 12 Plus Groep op 22 oktober over het Emergency Item over georganiseerde misdaad. Belhirch werd benoemd tot Vice-President van het bureau van de commissie voor Vrede en Internationale Veiligheid.