De commissie voor Financiën kreeg een technische briefing van de Raad van State. Onderwerp was het advies van de Raad van State over de Miljoenennota 2026, aangeboden door het demissionaire kabinet aan de Tweede Kamer op Prinsjesdag, 16 september 2025. De technische briefing was een voorbereiding op de Algemene Financiële Beschouwingen die dinsdag 18 november 2025 in de senaat worden gehouden en de behandeling van het Belastingplan 2026 in december.
Thom de Graaf, de vice-president van de Raad van State, gaf een korte introductie over het advies. Koersvastheid en langetermijnstrategie zorgen voor goede overheidsfinanciën. Belangrijke punten zijn het ombuigen van consumptieve uitgaven naar investeringen, het voorbereiden van keuzes voor een nieuw kabinet, en aandacht voor het Belastingplan 2026.
De commissieleden stelden vragen over onder meer de meerjarenplanning, de concurrentiekracht van Nederland, de verschuiving naar investeringen en naar hoe andere landen naar de Nederlandse meerjarenbegroting kijken. Ook werd gevraagd naar de toekomstbestendigheid en effectiviteit van fondsen en naar een overzicht van staatsgaranties en deelnemingen. Bij sommige belastingen, zoals bijvoorbeeld autobelasting, is er door vele wijzigingen weinig continuïteit, dat baart zorgen. De senatoren waren ten slotte benieuwd hoe lange termijnkeuzes gemaakt kunnen worden, ondanks het gegeven dat kabinetten hooguit vier jaar regeren.
In het buitenland wordt Nederland geprezen om haar meerjarige begrotingen. Helaas overschrijdt Nederland zelf het maximale uitgavenpad met de langetermijnbegroting en daar wordt wel wat meewarig naar gekeken, zei de Raad. Goede overheidsfinanciën beginnen met analyseren, zaken goed in beeld brengen, voordat politieke keuzes worden gemaakt. Financiering via fondsen zoals het Deltafonds zorgt ervoor dat langetermijndoelen worden gehaald en de overheid niet jaarlijks een andere richting in moet slaan. Als de overheid investeringen via een fonds wil bevorderen, moeten het wel daadwerkelijk kapitaalinvesteringen zijn en geen verkapte vorm van reguliere uitgaven. Een overzicht van staatsgaranties en de deelnemingen liggen meer op het pad van de Rekenkamer, die hierover een afzonderlijke brief heeft geschreven.