Op dinsdag 25 november organiseerde de commissie voor Justitie en Veiligheid een deskundigenbijeenkomst over de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (35.646). Aanleiding voor de bijeenkomst zijn zorgen over de gevolgen van in de Tweede Kamer aangenomen amendementen, in het bijzonder mogelijke staatsrechtelijke en rechtsstatelijke consequenties.
Uitgenodigd waren Pollyan Spoon (College voor de Rechten van de Mens), Yvette Kleekamp (Goede Doelen Nederland), Rinus Otte (Openbaar Ministerie), Susanne Scheepers (namens het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en Vereniging van Nederlandse Gemeenten), en Ellen Timmer (Privacy First).
Susanne Scheepers zei dat gemeenten het bredere doel van het wetsvoorstel onderschrijven, te weten het tegengaan van ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke organisaties. De gemeentes hebben wel zorg over één specifiek onderdeel: de bevoegdheid van de burgemeester om donatiegegevens van maatschappelijke organisaties op te vragen. Dat is een bevoegdheid die niet past bij de openbare ordetaak van de burgermeester en zou een vergaande oprekking betekenen van het begrip openbare orde, vindt Scheepers. Burgermeesters staan boven de partijen en deze nieuwe bevoegdheid ondermijnt de neutrale en verbindende rol van de burgermeester.
Rinus Otte onderschreef als tweede deskundige eveneens het doel van het wetsvoorstel, maar vraagt zich wel af wie op handhaving moet toezien. Toezicht is geen hoofdtaak van het Openbaar Ministerie. Het bestuursrecht biedt op dat vlak meer mogelijkheden dan het strafrecht. Er is ook een definitieprobleem: wat valt precies onder ondermijning? Het Openbaar Ministerie wordt momenteel geteisterd door ICT-problemen. Bij uitvoering van het wetsvoorstel, dat vooral digitaal zal zijn, voorziet Otte praktische problemen. Hij adviseert een aparte toezichthouder in te stellen.
Ook Pollyan Spoon van het College voor de Rechten van de Mens waarschuwde dat duidelijk moet zijn wat onder het begrip ondermijning valt. Onduidelijkheid kan leiden tot willekeur. De nota van wijziging noemt voorbeelden, zoals ondergraven van het gezag over overheidsorganen of ontwrichting van de rechtsstaat. Dit verduidelijkt, maar beperkt het brede karakter van de norm niet. Haar tweede zorg ging over de preventieve beperking van het recht op vrijheid van vereniging. Dat is slechts onder strikte voorwaarden toegestaan, zegt ook het Europese Hof. Alleen een speculatieve dreiging is onvoldoende. Het College voor de Rechten van de Mens heeft ten slotte twijfels of er voldoende waarborgen zijn tegen lichtvaardig gebruik van het informatieverzoek.
De vierde spreker was Yvette Kleekamp van Goede Doelen Nederland. Kerken, sportverenigingen, vrijwilligersorganisatie en goede doelen vrezen dat dit wetsvoorstel kan leiden tot een ongeoorloofde inperking van de grondrechten en de rechten van maatschappelijke organisaties. Kleekamp pleitte voor betere juridische afwegingen vooraf en adviseerde het wetsvoorstel terug te sturen naar de tekentafel om het te herzien.
Ellen Timmer van Privacy First sprak als laatste deskundige. Op het gebied van ondermijning is veel meer aan de hand dan ongewenste geldstromen naar maatschappelijke organisaties, zei ze. Privacy First begrijpt niet waarom de maatschappelijke organisaties als eerste worden aangepakt, terwijl ondermijning en aantasting van de rechtsstaat overal vandaan kunnen komen. De digitale ontwikkelingen en internet als platform van negatieve opmerkingen zijn veel schadelijker, zei Timmer, waarom niet daar beginnen?
Senatoren vroegen naar het overleg tussen Openbaar Ministerie en burgemeesters: op welke wijze wordt dit overleg ingevuld? In hoeverre is er rechtsbescherming als er informatie wordt opgevraagd? Krijgen burgemeesters als voorzitters van de ‘driehoek’ met politie en Openbaar Ministerie door dit wetsvoorstel een sterkere positie? Heeft het Openbaar Ministerie wel tijdig aan de bel getrokken toen het wetsvoorstel in de maak was? Ook was er de vraag of dit wetsvoorstel een meerwaarde heeft bovenop het al bestaande kader, en of er enige positieve punten te noemen zijn van het wetsvoorstel. Benadrukt werd dat de commissie een wetsvoorstel niet kan terugsturen naar de tekentafel: de Eerste Kamer kan er alleen mee instemmen of een wetsvoorstel afwijzen. De Eerste Kamer kan eventueel ook het te wijzigen wetsvoorstel aanvaarden met de toezegging dat aanpassing (later) door middel van een novelle zal plaatsvinden.
De Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties wijzigt het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de economische delicten. Maatschappelijke organisaties worden verplicht inzicht te geven in donaties die afkomstig zijn van buiten de EU of de EER. Daarnaast worden stichtingen verplicht hun balans en staat van baten en lasten te deponeren bij het handelsregister. Het wetsvoorstel heeft geen betrekking op politieke partijen. Met deze maatregelen wil het voorstel voorkomen dat maatschappelijke organisaties op een ongewenste manier worden beïnvloed door donaties uit het buitenland. Zulke financiering kan een gevaar zijn voor de democratische rechtsstaat. Daarom krijgen de burgemeester, het Openbaar Ministerie en andere aangewezen overheidsinstanties de bevoegdheid om bij maatschappelijke organisaties navraag te doen over buitenlandse giften.
De bijeenkomst is hier terug te kijken.