Plenair Franken bij stemming moties Staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 18 maart 2014 (2013/2014 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.45 uur


De heer Franken i (CDA):

Voorzitter. Ik had u eerst zo begrepen dat u alleen de eerste motie aan de orde stelde. Ik had begrepen dat sprekers die daarover niets hadden in te brengen, maar wel over de tweede motie, pas bij de tweede motie het woord mochten voeren. Iedereen heeft uw woorden echter iets anders geïnterpreteerd dan ik. Ik heb me maar aan het natuurlijke spraakgebruik gehouden dat dan wordt gevormd. Ik ben ook blij met het goede debat dat we vorige week hebben kunnen voeren. We hebben dat debat allemaal als nuttig ervaren. Samen meedenkend, hebben we het debat gesloten. Ik had alleen iets willen zeggen over de motie-Engels met de letter J, maar dat is niet meer aan de orde nu deze motie is aangehouden. Mijn fractie is van mening dat de motie-Witteveen (letter L) een uitspraak betreft die betrekking heeft op een volgende kabinetsformatie. Daarom vindt mijn fractie die motie op dit moment niet opportuun. De andere moties zal mijn fractie steunen.