Plenair Van Bijsterveld bij behandeling Bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast



Verslag van de vergadering van 23 juni 2015 (2014/2015 nr. 36)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.31 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):

Voorzitter. Ook vanaf deze plaats wil ik graag de nieuw gekozen Voorzitter hartelijk feliciteren met haar verkiezing. Nu zij er niet is, doe ik het toch maar op deze manier.

Het doet mij ook deugd te zien dat de minister de nodige naslagwerken heeft meegenomen. Ik zie het debat over het aanhangige wetsvoorstel dan ook met extra vertrouwen tegemoet.

In de eerdere fase van de behandeling van dit wetsvoorstel heeft de CDA-fractie uitgesproken dat zij het van groot belang acht dat voetbalvandalisme en ernstige overlast adequaat bestreden worden wanneer deze verschijnselen zich voordoen. Het beschermen van de openbare orde en het garanderen van de veiligheid van persoon en goed is voor mijn fractie van groot belang. Voetbalvandalisme en ernstige overlast vinden wij maatschappelijk onacceptabel. Vanuit die gedachte staat mijn fractie dan ook sympathiek tegenover dit wetsvoorstel dat de bevoegdheden van de burgemeester, de officier en de strafrechter uitbreidt met het oog op het adequaat kunnen handelen om voetbalvandalisme en ernstige overlast te bestrijden wanneer dit nodig is.

De CDA-fractie vindt het overigens van even groot, zo niet groter belang dat er systematische en effectieve inspanningen plaatsvinden om deze vormen van overlast te voorkomen. Het overzicht in de eerdere stukken van de inspanningen van alle betrokken partijen, gericht op preventie, met name waar het om voetbalvandalisme gaat, was daarom verhelderend. Mijn fractie begrijpt dat het heel moeilijk is om het effect daarvan inzichtelijk te maken. Of kan de minister misschien toch wijzen op tastbare resultaten die dit teweeggebracht heeft?

Terug naar het voorstel zelf. Mijn fractie heeft nog enkele vragen. Die som ik hier achtereenvolgens op. De Raad van State is nogal kritisch op het strafrechtelijk gebiedsgebod. Kort gezegd acht de Raad van State de bepaling te algemeen geformuleerd. Ook heeft de Raad bedenkingen tegen de mogelijke toepassing bij lichte of lichtere strafbare feiten. Kan de regering nader ingaan op deze kritiek?

Het voorstel bevat voorts de grondslag tot het geven van een burgemeestersbevel wanneer een private organisatie iemand een sanctie heeft opgelegd, wegens gedrag dat bij de burgemeester de ernstige vrees doet ontstaan dat die persoon de openbare orde zal verstoren. In een eerdere behandeling is de zogenaamde AMvB-eis van de opgenomen sancties komen te vervallen. Het is mijn fractie ondanks wat daarover in de memorie van antwoord staat nog niet helemaal duidelijk wat de zelfstandige betekenis is van de bepaling over de private sanctie nu uiteindelijk, als wij het goed begrijpen, in alle gevallen de burgemeester zelf dient te beoordelen of het gesanctioneerde gedrag voldoende grond is voor toepassing van artikel 172a, eerste lid. Kan de regering nog eens helder aangeven of het instrumentarium ook de situatie van voetbalvandalisme in het buitenland dekt? Dat was ons niet helemaal duidelijk.

Tot slot stellen Schilder en Brouwer in een artikel in het Nederlands Juristenblad, in aflevering 19 van dit jaar, voor om de burgemeester de bevoegdheid toe te kennen "om een supporter te verbieden om wedstrijden te bezoeken van de voetbalclub van zijn gemeente waar dan ook gespeeld op grond van vrees voor de verstoring van de openbare orde gedurende een maximum vastgestelde termijn." Dit zou handiger zijn dan het huidige voorstel en meteen alle uitwedstrijden bestrijken, zowel binnenslands als buitenslands. Dat zou dan gepaard moeten gaan met de bevoegdheid "om dat bezoekverbod af te dwingen met een meldingsplicht bij elke specifieke wedstrijd van die specifieke bvo gedurende termijn." Daar zal dan ook een fikse boete op moeten staan. Mijn vraag is: hoe staat de regering tegenover die suggestie? Zou het überhaupt passen in het systeem van de Nederlandse wetgeving waar het gaat om de territoriale reikwijdte van burgemeestersbevoegdheden?

Met belangstelling ziet mijn fractie uit naar de beantwoording van de regering.