Plenair Kox bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 13 oktober 2015 (2015/2016 nr. 4)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.49 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Ik sluit aan op de laatste inbreng van mevrouw Faber. Het is mataglap. U bent door razernij verblind, zeg ik via de voorzitter tegen mevrouw Faber. Er wordt gelachen, maar ik zou niet lachen als iemand zegt dat je mataglap bent en door razernij verblind. Razernij is een staat van woede waarin de persoon niet meer denkt, terwijl hij zijn woede koelt op zijn omgeving. Zo staat het in het Nederlands woordenboek omschreven. Dat vindt mevrouw Faber vast heel belangrijk, het Nederlands en het Nederlands woordenboek. Als dit over mij of mijn fractie gezegd zou worden, zou mijn reactie zijn dat ik even in de spiegel moet kijken om te weten of het echt zo erg is. Ik vroeg mij in eerste termijn en tijdens de interrupties af wat het nu is dat de PVV zo doet doordraven. Toen ik naging wat de Nederlandse vertaling van mataglap is, blinde razernij, begreep ik dat de partij daardoor wordt bevangen. Dat is heel ernstig. Ik maak me er ernstige zorgen over. Als we in Straatsburg zijn, fungeer ik goed met u. U kunt erom lachen, maar dat doen we allemaal goed. Ik maak me er werkelijk zorgen over dat een partij zich zo weet op te stoken en mensen buiten dit huis opstookt om vooral maar niet te zoeken naar een oplossing voor een vreselijk moeilijk probleem, en vooral te streven naar "allemaal eruit, niemand erin". Ik kan het niet begrijpen. Ik ken Geert Wilders al erg lang. Ik ken hem uit de tijd dat hij nog gewoon bij de VVD zat, toen zei hij ook al rare dingen. Voor dit soort vergaande zaken is razernij echter de beste omschrijving. Ik vraag de fractie van de PVV of ze hiermee doorgaat. Wat wordt de overtreffende trap van deze mening: moeten er dan ook mensen het land uit die hier al zijn, of andere mensen die de partij niet bevallen? Ik zou het niet aanraden. Het is een welgemeende zorg, al begrijp ik dat dit bij de fractie van de PVV niet zo aankomt. Die laat zich op dit moment immers alleen maar leiden door de peilingen. Peilingen zijn mooi, mevrouw Faber, maar je verstand en je hart gebruiken, kan ook geen kwaad.

Mijn fractie heeft tijdens de Algemene Beschouwingen haar zorgen uitgesproken over de staat van de rechtsstaat. We hebben de indruk dat de minister-president, die ik dank voor zijn beantwoording en zijn intensieve deelname aan het debat, zijn antenne voor dit onderwerp niet heeft uitstaan. De minister-president heeft de debatten over de staat van de rechtsstaat niet gevoerd met deze Kamer, maar het moet nu toch onderhand duidelijk zijn aan de regering dat de Eerste Kamer hier een streep trekt en zegt dat hier niet overheen gegaan wordt. Het is als minister Van der Steur in een botsauto zetten met zijn handen in de lucht en hem in december naar de Eerste Kamer te laten rijden om de begroting van V en J te verdedigen. Dat wordt een hopeloze zaak. Dat moet de minister-president die man niet aandoen. Het is nergens voor nodig en wij wensen hem dat niet toe. Er is al genoeg gedoe geweest op het ministerie van V en J. We hebben al genoeg schade opgelopen. Er is een motie over dit onderwerp ingediend. Het feit dat we opnieuw een goede samenwerking tussen CDA en SP hebben bewerkstelligd, waardoor een meerderheid van de Eerste Kamer de motie heeft ondertekend, mag toch een signaal zijn. Algemene Beschouwingen zijn ook bedoeld om elkaar iets te vertellen. De redenering van de minister-president dat hij eerst naar de Tweede Kamer wil en daarna pas naar de Eerste Kamer komt, vind ik ietwat gemakkelijk. Bij het behandelen van de begroting speelt die volgorde namelijk geen rol. Mijn advies aan de regering is om goed te luisteren wat de Kamer vandaag uitspreekt. Loop er niet overheen, dan heeft minister Van der Steur gewoon een aangename decembermaand.

Ik heb in mijn interruptie bij mevrouw Barth al duidelijk gemaakt dat ik bezorgd ben over de sociale staat. Het gaat misschien goed met een heleboel dingen, daar geef ik het kabinet graag de complimenten voor, maar het gaat ontzettend slecht met de werkloosheid. Die neemt veel te weinig af en alle cijfers zijn niet goed. 6,7% werkloosheid volgend jaar is hartstikke hoog. Mevrouw Barth weet dat ook en vindt dat ook. Daarom zei ze vorig jaar tegen het kabinet dat prioriteit één, twee en drie was: werk, werk, werk. Om dan met een drie-keer-niksmotie aan te komen waarin wordt verzocht om over anderhalf jaar een keer iets te gaan doen, waarvoor eerst de werkgeverslasten verlaagd moeten worden en de cao opengebroken moet worden, valt me zwaar tegen van mevrouw Barth. Ik had op dat punt meer van haar verwacht.

Een opmerking nog over het feit dat we moeten voorkomen dat er tegenstellingen onder het volk ontstaan door het gebrek aan woningen. Ik hoorde mevrouw Barth tot mijn grote blijdschap zeggen dat er sociale woningen gebouwd moeten worden en dat D66 moet meedoen. Ik wil haar van harte daarin steunen. Dat moeten we vooral gaan doen. De oplossing kennen we al. We moeten die domme verhuurderheffing ombouwen tot een investeringsverplichting voor corporaties. Ik verwijs naar een partijgenoot van mevrouw Barth, de heer Calon, die zegt: we staan ervoor klaar, dat kunnen we zo klaren, laten we dat doen. Ik krijg daar graag een reactie op van de minister-president.

Tot slot heb ik nog een luchtige opmerking. De minister-president was goed gebrieft over Johan van Oldenbarnevelt, maar niet over het laatste deel van zijn leven. Toen was hij namelijk geen advocaat meer van de Staten van Holland, maar van de Staten-Generaal. Zoals het vaker voorkomt in de politiek: wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. Johan van Oldenbarnevelt was werkelijk een groot fan van de Staten-Generaal als hoogste staatsorgaan. Je kunt niet alles weten als minister-president, maar ik vind dat mijn voorstel om zijn beeld hier neer te zetten op zijn minst een herkansing verdient. Misschien kan er ook nog een klein beeldje van de minister-president Rutte op het Binnenhof worden neergezet. Ik zou het niet te groot maken, maar feit is dat hij vandaag niet alleen zijn laatste debat voert in zijn eerste vijf jaar als minister-president, maar dat wij over tien dagen, als hij het nog even volhoudt, de langstzittende liberale minister-president van Nederland hebben. Cort van der Linden ging slechts tien dagen over zijn vijf jaar heen, dus dan is er echt reden tot feest. Het was maar een excuus om de minister-president nog even te herinneren aan mijn voorstel aan het begin van mijn eerste termijn dat we straks iets te drinken krijgen.