Plenair Markuszower bij behandeling Ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven



Verslag van de vergadering van 16 februari 2016 (2015/2016 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Markuszower i (PVV):

Voorzitter. Twee jaar, bijna twee volle jaren, moest het ministerie van Veiligheid en Justitie wikken en wegen, dubben en tobben, voordat de regering aan de Tweede Kamer het wetsvoorstel "Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven" kon voorleggen. Een hele mond vol voor een zeer afgeslankte versie van het initiële voorstel. De oorspronkelijke motie, die vanzelfsprekend op de steun van de PVV kon rekenen, ging een stuk verder en was een stuk steviger. In deze motie werd de regering ertoe opgeroepen de nationaliteit te ontnemen aan personen die waren veroordeeld voor deelname aan een terroristische organisatie. Nu worden slechts wat mogelijkheden verruimd voor het ontnemen van het Nederlanderschap, maar meer ook niet.

Weer een jaar later staan we hier, in de Eerste Kamer. Dat betreft mijn eerste opmerking en vraag aan de minister. Nederland moet een inhaalslag maken voor wat betreft het creëren van de juiste antiterreurmaatregelen. Daar horen nieuwe wetten bij. Die moeten zorgvuldig tot stand komen. Graag hoor ik van de minister of hij het met mij eens is dat het allemaal wat sneller kan en sneller moet. Graag krijg ik een reactie van de minister.

Wat mijn fractie betreft moet het ook een stuk flinker, maar dat zal lastig blijken, althans met dit kabinet. Ook bij dit wetsvoorstel zien wij hoe ons kabinet banger is voor de Europese rechters en voor de Europese verdragen dan voor de terroristen. Wat de PVV betreft zijn de Europese verdragen niet sacrosanct en geen hemelse stem. Het zijn slechts verdragen, in een andere eeuw, in een ander tijdsgewricht, in een andere realiteit gesloten. Zodra Nederland ziet dat wij door die verdragen beperkt worden in onze oorlog tegen terrorisme, dan moeten wij die verdragen wijzigen of, als dat niet lukt, ons uit die verdragen terugtrekken. Landen om ons heen zoals Engeland en Frankrijk hebben wel strengere wetten in de strijd tegen terreur aangenomen en trekken zich dus minder aan van die malle rechters in hun ivoren torens in Luxemburg of Straatsburg. Een aantal jaren geleden werd Nederland nog liefkozend het braafste jongetje van de Europese klas genoemd. Ik ben bang dat ISIS cum suis Nederland in dit kader de grootste sukkel van Europa vindt. Met die constatering spreken wij vandaag dus over slechts een marginale verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven, een marginale verruiming die wij als PVV-fractie zullen steunen. Immers, iets is beter dan niets.

Het huidige dreigingsniveau in Nederland is, zo zegt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, substantieel. Dat betekent dat de kans op een aanslag in Nederland reëel is. Het is nu tijd om de mouwen op te stropen en de maatregelen te nemen die nodig zijn om onze burgers de bescherming te bieden waar zij en wij recht op hebben. Met name de radicalisering onder immigranten is alarmerend. De falende integratie van grote groepen moslims in Nederland, leidt in combinatie met een constante toestroom van nieuwe asielzoekers, veelal gevechtsklare jonge mannen uit islamitische landen, in rap tempo tot een enorme vijfde colonne binnen onze eigen landsgrenzen. Dit zijn op zijn minst mensen die de westerse samenleving met al haar vrijheden en andere verworvenheden afwijzen. Op zijn ergst, en hiervan hebben helaas reeds velen de krantenkoppen gehaald, zijn het levensgevaarlijke terroristen, die op elk denkbaar moment bereid en in staat zijn om zichzelf, u, uw kinderen, de trein waarin u reist, het vliegveld waarin u vliegt, het hotel waarin u slaapt, de school waar uw kinderen op zitten of de winkelstraten waar wij onze boodschappen doen, op te blazen.

De terrorist anno 2016 leunt op internationale netwerken, waardoor de slagkracht van de lokale terrorist spectaculair toeneemt. Drie kwart van de Nederlandse moslims kwalificeert Syriëgangers als helden, en tot gemiddeld 25% van de moslims ondersteunt terrorisme of zou bereid zijn het te ondersteunen. Ik verwijs hierbij respectievelijk naar de onderzoeken van Motivaction en Pew Research Center. Wereldwijd beschikken terroristische organisaties dus over circa 3 miljoen strijdmakkers. De Nederlandse bijdrage is met circa 200.000 potentiële Allahsoldaten niet kinderachtig te noemen. Het doel van deze religieuze fanatici is om alles wat wij in het vrije Westen hebben opgebouwd, omver te werpen. Met meerdere aanslagen in New York, Paris, Tel Aviv, Amsterdam, Londen, Madrid en nog vele en vele andere steden hebben de terroristen bewezen, rake klappen uit te kunnen delen, klappen die onze vrije samenlevingen ernstig kunnen en zullen ontwrichten en die het gevoel van veiligheid ernstig doen afnemen.

Nederland moet een pakket aan maatregelen nemen. Wij moeten niet in de valkuil van terroristische propaganda vallen en sympathie of begrip voor het doel van een terroristische organisatie krijgen. Terreur is nooit een legitiem wapen, in welke strijd dan ook. De sanctie op het plegen en ondersteunen van terroristische aanslagen moet fors omhoog en ons ministerie van Veiligheid en Justitie moet met meer haast en meer ernst aan dergelijke wetsvoorstellen werken, met meer haast en meer ernst in ieder geval dan het wetsvoorstel dat wij vandaag behandelen. Ik ben ervan overtuigd dat als wij ons er werkelijk toe zetten, wij de capaciteit hebben om terrorisme te verslaan. Nu de wereld nog.