Plenair Backer bij voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 8 maart 2016 (2015/2016 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.48 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Backer i (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn beantwoording. Hij heeft alle drie de onderwerpen besproken die ik ook had aangestipt: migratie, financieel-economische zaken en identiteit. Op heel veel onderwerpen is hij uitvoerig ingegaan. Hij heeft ons meegenomen in een dialoog hierover. Dat waardeert mijn fractie.

Ik zou nog graag van de minister horen hoe de Nederlandse regering zich heeft opgesteld tegenover de plannen om de buitengrenzen op te bouwen en te bewaken. Daar wordt al vanaf 2004 over gesproken. Voor de voortgang van het debat en voor het humeur in de vergadering kan dat misschien beter schriftelijk. Wij voeren nu een discussie dat wij niet te laat moeten zijn en dat wij niet onder nood vanuit een gijzelaarspositie, maar vanuit onze kracht moeten onderhandelen. Laten wij leren van de periode die wij achter ons hebben. Waar hebben wij zaken laten liggen en waarom? Misschien waren er legitieme redenen voor, misschien was de tijd er niet rijp voor, enz. enz. Ik zou daar graag een keertje iets over zien.

De minister zegt over de gesprekken met Turkije dat hij wil zien hoe dat de komende tien dagen uitpakt. Ik zou zeggen: laten wij daar dan maar even op wachten en niet over speculeren.

Constructive engineering spreekt mij op zichzelf aan. Ik heb altijd in technische bedrijven gewerkt, maar ambachtelijkheid gaat ook met visie, design en architectuur gepaard. Je moet wel weten wat je wilt bouwen. Zelfs in de animatie van Bob de Bouwer wordt dat geleerd. Daar komt overigens ook dat "wir schaffen das" vandaan.

Mijn fractie is blij dat het kabinet een heel heldere — de gebruikelijke term in de Tweede Kamer is dan klip-en-klaar — positie heeft ingenomen ten aanzien van het associatieverdrag. Wij hebben er even op moeten wachten, maar ik ben ontzettend blij dat het gebeurd is en dat daarmee het debat met de Nederlandse kiezer kan worden gevoerd.

Mijn hoofdvraag was: verstaan wij de tekenen des tijds? Ik complimenteer de minister met de wijze waarop hij de uitdagingen van deze tijd in beeld brengt en daar ook oplossingen voor bedenkt. Natuurlijk, op een aantal fronten gaat het te langzaam. Op een aantal fronten zouden wij een aantal dingen anders willen zien. Het is niet aan mij om het debat te recenseren, maar ik ga wel opgewekter naar huis dan ik aan het debat begon, omdat er in dit huis een vrij grote consensus is over het Europese project. Vanuit de visie die D66 daarover heeft, is dat positief. Ik wens de minister, ook een beetje vanuit het Nederlandse belang bij het voorzitterschap, succes bij de afronding daarvan en bij de vele projecten die nog in het verschiet liggen, in het bijzonder bij, hoe technisch dat ook altijd klinkt, het budget van de Europese Unie. Wij weten allemaal dat je, als je dat niet kunt beheersen, helemaal geen goed communautair Europees beleid kunt voeren.