Plenair Köhler bij behandeling Tijdelijke huisvesting van jongeren



Verslag van de vergadering van 22 maart 2016 (2015/2016 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Köhler i (SP):

Voorzitter. Ik heb in eerste termijn geen vragen gesteld aan de minister. Ik zal de verleiding weerstaan om nu op zijn inbreng in te gaan. Bovendien wacht ons binnenkort een debat over zijn voorstel over de doorstroming en de huurmarkt. Dan kunnen wij de degens daarover kruisen.

Mevrouw Schouten geeft aan dat haar initiatiefvoorstel niet zozeer hoeft te leiden tot meer jongerenwoningen of meer voor jongeren gelabelde woningen — wat ik betreur, want ik vond het een van de voordelen dat het wetsvoorstel daar misschien toe zou leiden — maar dat het vooral is gericht op een betere doorstroming in het bestand jongerenwoningen, om te komen tot een betere beschikbaarheid van dit soort woningen, want die komen dan sneller vrij. Is nu specifiek het gebrek aan doorstroming binnen het bestand jongerenwoningen in Nederland het grote probleem? Waar is de gedachte op gebaseerd dat dit nu zodanig stagneert dat we daar specifiek een aanpak voor moeten kiezen?

Mevrouw Schouten heeft zelf gezegd dat de ervaring leert, kijkend naar het huidige bestand jongerenwoningen — dat er kennelijk al is — dat meer dan de helft van de bewoners binnen vijf jaar doorstroomt naar een andere huurwoning of koopwoning. Kennelijk is de doorstroming zonder die stok achter de deur al zo goed. Je kunt ook concluderen dat de doorstroming voor een ander deel, de mensen die zijn aangewezen op een goedkope sociale woning, dus niet zo goed is. Dat is het probleem, want dat andere deel moet door het wetsvoorstel verplicht uit de jongerenwoning en kan het vervolgens zelf uitzoeken op de woningmarkt.

Mevrouw Schouten heeft een aantal argumenten genoemd waarom mensen dan, omdat zij al die tijd op de wachtlijst mogen blijven staan, veelal in aanmerking komen voor een andere sociale huurwoning, maar ik vind die argumenten niet waterdicht. Zij geeft aan dat jongeren zich al veel eerder kunnen inschrijven op de gewone wachtlijst. Daar heeft zij gelijk in. Dat geldt niet voor elke jongere of student, maar als je al in de desbetreffende plaats woont, dan schrijf je je op je 18de in. Dat weet iedereen wel. Dan krijg je bijvoorbeeld pas op je 21ste een jongerenwoning, want ook daar zullen wachttijden voor ontstaan. Dan ben je 26 als je eruit moet, want dat moet, exceptionele gevallen daargelaten; maar dan moet je je op de rechter beroepen. Anders moet je eruit. Dat is althans de bedoeling. In heel veel grote gemeenten in dit land zit je dan nog niet op voldoende wachttijd.

Als voorbeeld noemde ze Amsterdam. Ik woon daar, dus ik ken de situatie vrij goed. Ze zei: ja, in de binnenstad kun je met die zeven jaar wachttijd inderdaad nog niet terecht, maar wel in de wijken daaromheen. Was het maar waar! De wachttijd in Amsterdam-Oost, Amsterdam-Zuid, Amsterdam-West en ook in Amsterdam-Noord is inmiddels meer dan tien jaar voor een sociale woning. Daar kun je dan dus niet heen. Dat betekent weer een ander tijdelijk contract of dat je naar het ouderlijk huis of in onderhuur moet.

Wij vinden dat een vrij groot probleem. Daarmee bied je de mensen gedurende een aantal jaren een goede voorziening, dan weer een aantal jaren helemaal niks, waarna ze weer jaren moeten wachten om uiteindelijk in een normale sociale huurwoning terecht te kunnen. Dat probleem wordt met deze wet niet opgelost. Het is natuurlijk ook heel moeilijk om dat op te lossen, want er zijn voor alle mensen die daarom vragen te weinig huurwoningen. De praatjes dat er daarvan in Nederland veel te veel zijn, worden zo langzamerhand door niemand meer rondgebazuind. Dit probleem kan mevrouw Schouten met het wetsontwerp helemaal niet oplossen, maar het geeft ons inziens voor een deel van de groep die de jongerenwoningen gaat betrekken en er na vijf jaar weer uit moet, wel onoverkomelijke problemen.

De voorzitter:

Denkt u aan uw tijd, mijnheer Köhler?

De heer Köhler (SP):

Ja, ik rond af. Wat ons betreft resteert de afweging. Het voordeel van de wet is dat deze de doorstroming in het segment "jongerenwoningen" bevordert en daarmee tot extra beschikbaarheid van woningen voor jonge woningzoekenden leidt. Het nadeel is echter dat sommigen van hen na vijf jaar weer zonder woning zitten en ook geen woning kunnen vinden. In de afweging van die voors en tegens slaat de balans voor de SP-fractie door naar tegen, onverlet onze grote waardering voor het initiatief van mevrouw Schouten.