Plenair Sent bij behandeling Toekomstbestendig maken publieke mediadienst



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2016 (2016/2017 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Voorzitter. Ruim zeven maanden geleden rondde deze Kamer de behandeling van het wetsvoorstel inzake het toekomstbestending maken van de publieke mediadienst af met het voorstel van de staatssecretaris tot aanvulling van de Mediawet op een aantal onderdelen. Die betreffen ten eerste de rol van de minister van OCW in de benoeming van leden van de raad van bestuur en de raad van toezicht van de NPO en de RPO, ten tweede de verhouding tussen de NPO en omroeporganisaties, ten derde de publieksbetrokkenheid en ten vierde de procedure voor regels over transparantie van de kosten van de programmering.

Naar de mening van mijn fractie zijn dit essentiële aanvullingen. De verduidelijking van de rol van de minister van OCW in de benoeming van leden van de raad van bestuur en de raad van toezicht van de NPO en de RPO is belangrijk voor de transparantie en onafhankelijkheid van benoemingen in de publieke media. Dit geeft voor de PvdA aanleiding tot een vraag en een opmerking. De vraag betreft de wijze waarop de recente benoeming van de voorzitter van de raad van bestuur van de NPO heeft plaatsgevonden; de heer Lintmeijer verwees daar ook al naar. Kan de staatssecretaris bevestigen dat dit binnen de kaders van het voorliggende wetsvoorstel is geschied?

De opmerking betreft de toegezegde serieuze verkenning aangaande de transparantie en onafhankelijkheid van benoemingen in de publieke media in het algemeen. Wij meenden deze verkenning reeds in het voorjaar te zullen ontvangen, maar lezen in de memorie van antwoord dat 28 november de nieuwe streefdatum is. Wij verkiezen zorgvuldigheid boven snelheid, tenzij dit tot een onaanvaardbaar lange termijn zal leiden.

De PvdA steunt de voorliggende verduidelijking van de kaders en reikwijdte van de rol van de NPO als sturings- en samenwerkingsorgaan. Uiteindelijk hoort de verantwoordelijkheid voor coördineren en programmeren bij de NPO en de verantwoordelijkheid voor de vorm en inhoud bij de omroepen, zo meent mijn fractie. Daarbij is het essentieel dat de NPO rekening houdt met de vrijheid en verantwoordelijkheid van omroeporganisaties voor vorm en inhoud van het media-aanbod. Mijn fractie is verheugd over de verduidelijking op dit punt in het voorliggende wetsvoorstel.

Bij de zwaardere rol voor de NPO horen naar de mening van de PvdA goede, interne checks-and-balances. Daartoe heeft de Raad voor Cultuur in haar advies De tijd staat open vanaf pagina 81 een aantal inhoudelijke aanbevelingen gedaan, waaronder die voor een programma-adviesraad. Deze levert in de ogen van mijn fractie een belangrijke bijdrage aan een representatieve respons van het publiek op programmering en beleid. Wij steunen dan ook de voorliggende opdracht aan de NPO om publieksvertegenwoordiging te organiseren.

De voorgestelde procedure voor regels over transparantie van de kosten van de programmering kan op de steun van de PvdA rekenen. Mijn fractie is een voorstander voor transparantie op genreniveau en begrijpt dat er gebruik moet worden gemaakt van geheimhoudingsclausules. Wij zien noch in artikel 68 van de Grondwet, noch in de artikelen 2.15, 2.171 en 2.178 van de Mediawet grondslag om de NPO en particuliere omroeporganisaties tot het geven van inlichtingen te verplichten. Juridische helderheid met behulp van onafhankelijke deskundigen op deze punten is door de staatssecretaris toegezegd. Wij lezen in de memorie van antwoord dat de juridische redenering wordt onderzocht door een hoogleraar staats- en bestuursrecht. Niets tegen hoogleraren, integendeel zou ik haast zeggen, maar dat is één deskundige waar in toezegging T02216 sprake is van "onafhankelijke juridische experts". Het doet denken aan een uitspraak van Winston Churchill die ik als hoogleraar economie wel kan waarderen: "If you put two economists in a room, you get two opinions, unless one of them is John Maynard Keynes, in which case you get three". Hoe dan ook, graag wijzen wij de staatssecretaris op de exacte formulering van de toezegging. Wij gaan er ook van uit dat hij die zal volgen.

Hoewel het voorliggende wetsvoorstel slechts raakt aan de ontwikkelingen betreffende de regionale omroepen, maakt mijn fractie toch van de gelegenheid gebruik, haar zorgen te uiten omtrent de vertraging aangaande het wetsvoorstel over de modernisering van de Regionale Publieke Omroep. Met de staatssecretaris vindt de PvdA draagvlak bij de regionale omroepen cruciaal. En met de staatssecretaris meent zij dat voor een grote transitie de steun van de partijen die deze verandering daadwerkelijk gaan uitvoeren, nodig is. Echter, mijn fractie is er niet gerust op dat de bezuinigingen die per 1 januari 2017 ingaan, niet ten koste zullen gaan van de kwaliteit en inhoud van het regionale media-aanbod. Graag vragen wij de staatssecretaris hoe hij denkt te kunnen realiseren dat de ingeboekte bezuinigingen de kwaliteit en de inhoud van het regionale media-aanbod niet zullen aantasten. En graag herinneren wij hem aan zijn toezegging T02220 om bij te dragen aan een ruimhartige frictiekostenregeling voor de regionale publieke omroepen en te garanderen dat de frictiekostenregeling in ieder geval het effect van zes maanden vertraging ten bedrage van 8,5 miljoen compenseert, boven op de reguliere frictiekosten. Hoe heeft de staatssecretaris deze 8,5 miljoen voor 2017 ingezet of hoe is hij voornemens, deze 8,5 miljoen voor 2017 in te zetten? Voorts vernemen wij graag van de staatssecretaris welke stappen hij onderneemt om overeenstemming tussen de regionale omroepen te bereiken. Mijn fractie verwacht van hem dat hij het behoud van kwalitatief goede en onafhankelijke journalistiek in de regio zal waarborgen.

Graag sluit ik af met dank aan de staatssecretaris dat hij de in deze Kamer geuite zorgen blijkens het voorliggende wetsvoorstel zeer serieus heeft genomen en met de hoop dat hij onze resterende vragen op overtuigende wijze weet te beantwoorden.

De heer Kops i (PVV):

Ik heb even de spreektekst van mevrouw Sent erbij gepakt, waarin staat: "wij verkiezen zorgvuldigheid boven snelheid". Heeft zij dat werkelijk gezegd? Ik kan het me niet voorstellen!

Mevrouw Sent (PvdA):

Dat heb ik werkelijk gezegd en wel over de toegezegde verkenning aangaande transparantie en onafhankelijkheid van benoemingen in de publieke media.

De heer Kops (PVV):

Hoe kan mevrouw Sent dan wat dit betreft verklaren dat haar partij, de PvdA, in maart van dit jaar überhaupt heeft ingestemd met dit wetsvoorstel, waar in de praktijk ook helemaal niets van terecht is gekomen? Zij, haar partij, heeft ingestemd met deze hele gang van zaken, dit bijzondere wijzigingsparcours. Hoe moet ik in die context dan "zorgvuldigheid" duiden?

Mevrouw Sent (PvdA):

De staatssecretaris heeft dit voorgesteld. Wij hebben ermee ingestemd omdat er op dat moment haast was geboden bij de vorming van de RPO en bij duidelijkheid voor de regionale omroepen. Wij betreuren het ten zeerste dat die duidelijkheid er nog steeds niet is.

De heer Kops (PVV):

Daar moest dus haast mee worden gemaakt, oké. Nu is duidelijk dat er in de praktijk helemaal niets van terecht is gekomen. Heeft mevrouw Sent of heeft haar partij, de PvdA, spijt dat zij in maart van dit jaar voor dit wetsvoorstel heeft gestemd?

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik heb geen spijt van dingen die ik op een bepaald moment niet weet. Ik heb een beslissing genomen in goed vertrouwen dat er overeenstemming zou komen. Ik vond het belangrijk om over te gaan tot hervorming van de RPO en wilde het regiowetsvoorstel geen vertraging laten oplopen. Dat vond ik een verstandig besluit. Ik sta daar nog steeds achter.

De heer Kops (PVV):

Dan concludeer ik dat die zorgvuldigheid bij de PvdA in de praktijk niets voorstelt. Dank u wel.