Plenair Van Bijsterveld bij gezamenlijke behandeling Openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2016 (2016/2017 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):

Deze bijdrage spreek ik mede uit namens de VVD-fractie. Waar ik in het vervolg CDA zeg, bedoel ik CDA en VVD.

Voorzitter. Het heeft wat voeten in de aarde, de grondwettelijke verankering van de BES-eilanden en de regeling van het kiesrecht van de inwoners van de BES waar het om de Eerste Kamer gaat. Wat beide fracties namens welke ik spreek betreft, komt het zo lang na 10-10-10 op beide onderwerpen spoedig tot een goede regeling.

Ik ga eerst in op de grondwettelijke regeling. Beide fracties stemmen in met de gekozen formulering, waarmee de eindstructuur van de BES-eilanden wordt opengelaten maar wel een grondwettelijke grondslag wordt geboden voor de huidige openbare lichamen. Voor de daadwerkelijke verwezenlijking is dan nog een traject te gaan. We hebben het hier immers over de eerste lezing van de grondwetsherziening. Wat beide fracties betreft is er, als de novelle de lijn wordt, geen barrière om tot een goede afronding te komen. Heeft het eilandsbestuur van Bonaire na het referendum van december 2015 overigens nog een nadere reactie gestuurd op het voorstel?

Ik ga nu in op het kiesrecht van de BES. Voor beide fracties namens welke ik spreek, heeft altijd als een vast uitgangspunt gegolden dat niet-Nederlanders op de BES-eilanden zowel het actief als het passief kiesrecht toekomt voor de eilandsraden. Ook gold altijd het uitgangspunt dat slechts Nederlanders invloed dienen te hebben op de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer. De BES-eilanden kennen geen provinciale indeling en het ligt niet voor de hand dat die slechts ten behoeve van de verkiezingen wordt gecreëerd. Daarom is voor beide fracties de instelling van een apart kiescollege ten behoeve van de Eerste Kamerverkiezingen altijd de enig mogelijke weg geweest. Slechts door het ontvlechten van deze verkiezingen, de Eerste Kamer- en de eilandsraadsverkiezingen, kan aan die beide uitgangspunten recht worden gedaan. Dit betekent dat beide fracties op dit punt instemmen met de novelle op het grondwetswijzigingsvoorstel 33131. Het betekent ook dat de beide fracties tegen wetsvoorstel 33900 zullen stemmen, dat gaat over de wijziging van de Kieswet, en dat nog aanhangig is bij de Eerste Kamer en deel uitmaakt van het debat van vandaag. Dat laatste uiteraard tenzij de minister tot intrekking overgaat van het laatste wetsontwerp. Kan de regering de toezegging bevestigen dat zij bij de uitwerking van het kiesrecht in overleg treedt met de betrokken eilandbesturen?

Mijn fractie heeft nog twee andere vragen over het kiesrecht. Indertijd is bij de wijziging van de Kieswet, het verzamelwetsvoorstel dat onder Kamerstuk 33268 gerangschikt is en op 12 juli 2013 in het Staatsblad verscheen, door de minister de toezegging gedaan dat de bepalingen die betrekking hebben op het kiesrecht van niet-Nederlanders op de BES-eilanden, niet in werking zouden treden totdat er een voorziening zou worden getroffen bij Grondwet. Ziet mijn fractie het goed dat het hier gaat om artikel Ya 14 Kieswet voor het actief kiesrecht en om artikel 14 WolBES voor het passief kiesrecht? Is het zo dat bij de inwerkingtreding van de nu voorgestelde grondwetsbepalingen plus het daarbij behorende kiesrechtwetsvoorstel de genoemde artikelen van rechtswege in werking treden of is hiervoor nog een afzonderlijk besluit nodig? Tot slot nog een vraag. Waarom gebruikt de regering steeds het anglicisme "Caribisch" in plaats van het Nederlandse "Caraïbisch"?

Mijn fractie en de fractie van de VVD werken er graag constructief aan mee dat de Nederlandse kiesgerechtigden op de BES-eilanden voor de Eerste Kamerverkiezingen van 2019 hun stem kunnen laten horen. Wij kijken uit naar de beantwoording van deze vragen.